In deze column wil ik het vandaag eens hebben over mudita (medevreugde) en het fileermes. En azijn. Wat hebben die nou met elkaar te maken? Ik zal het u proberen uit te leggen.
Deze week sprak ik een buitenlandse man die zijn onbegrip uitte over het vermogen van Nederlanders om altijd maar te zeuren. Ze moeten over alles een mening hebben en die ook ventileren. Dat gebeurt in geen enkel ander land in de wereld, alleen in Nederland, zei hij. Hij schudde vol onbegrip zijn hoofd.
Nederland kent een ja-maar cultuur. Er is geen koe zo bont of er is wel een vlekje aan te ontdekken. We heffen voor de zoveelste keer het vingertje en waarschuwen voor de laatste maal de wereld. Om even later de wonden te likken, getroffen door een boycot of andere enge dingen.
Sinds ik voor het Boeddhistisch Dagblad schrijf probeer ik op een ontspannen en positieve wijze contacten te onderhouden met mensen en organisaties die zich bezig houden met het boeddhisme in Nederland en België. Ik stapte er onbevangen op af, blij met een goed gesprek. Maar die onbevangenheid was niet altijd wederkerig. Ik ben erg geschrokken van de angst die er in sommige Nederlandse boeddhistische organisaties- en bij personen heerst om zich vrij te kunnen uiten. Ze zijn bang. Sommige bestuurders zeggen dat het een wonder is dat er nog een bestuur kan worden gevormd, bang als aspirant bestuursleden zijn om door beroepscritici en scherpslijpers publiekelijk te worden afgemaakt. Ik wist niet wat ik meemaakte.
Wat is er aan de hand? Ze zijn op de vingers van één hand te tellen, de criticasters, die altijd wat te zeuren hebben en met het fileermes klaar staan om mensen, situaties en organisaties onder een vergrootglas te leggen, ze te fileren, er azijn in te gieten en nooit de positieve kant van zaken lijken te zien. Nu wil ik niet alle criticasters over één kam scheren. Ik ken er een die alleen maar roept en verder geen schade aanricht. Ik ken een volgens mij positieve criticaster die de zaken op een rijtje zet, er met een kritische blik naar kijkt maar ook opbouwende kritiek levert. En van binnenuit geprobeerd heeft zaken in beweging te krijgen. En ik heb weet van andere.
Ik zuig dit niet uit mijn columnistische duim. In het rapport Lotusbloem, dat het reilen en zeilen van de BUN en verwante organisaties onderzocht, vragen de samenstellers zich af ‘hoe het mogelijk is dat mensen elkaar binnen een boeddhistische setting en met goede bedoelingen toch zo kunnen kwetsen’. Die opmerking werd geplaatst naar aanleiding van acties van externe critici, gericht op de Boeddhistische Omroep Stichting (BOS) en de Participatieraad van de BOS. In het rapport wordt het nog netjes omschreven. Ik ken enkele mensen die ziek zijn geworden van het niet aflatende verbale en schriftelijke geweld van deze critici.
Als ouwe knar in het journalistieke metier ben ik een groot voorstander van persvrijheid, gebaseerd op artikel zeven van de Grondwet. En ik hou al helemaal niet van achterkamertjespolitiek en lijken in de kast. Ik zal zelfs schrijvers die monddood worden gemaakt en niet mijn vriend zijn, ruimte bieden in deze krant om zich te kunnen uiten, ook al ben ik het niet met hen eens. Klokkenluiders zijn mijn beste vrienden. Actievoerders ook. Maar altijd zal ik naar de motivatie van deze mensen kijken. Is die wel zuiver. Of zijn het levenslange beroepszeurders?
Ik heb helemaal niks met mensen die er een dagtaak van lijken te maken om zaken en mensen onder een vergrootglas te leggen, te fileren en maar door blijven drammen, zonder ogenschijnkijk zelf een initiatief te willen ontplooien om zo’n situatie te verbeteren. Zeuren om het zeuren. Hun gelijk willen halen, mensen en dingen de maat nemen. Zichzelf tot ijkpunt uitroepend. Angst zaaien, mogelijk onbewust. Ze onderzoeken dubbele petten, de punten en de komma’s, en zijn daar een meester in. Hun bevindingen worden gepresenteerd in rapportachtige verslagen. Soms zijn ze heel feitelijk, dan weer worden zomaar wat gegevens op een hoop geveegd. De lezer mag zijn conclusie trekken.
Waarschijnlijk is er juridische gezien niks op hun bevindingen aan te merken. We kunnen ze klokkenluiders noemen, deze onderzoekers. Maar zelfs een klokkenluider moet op een dag beseffen dat zijn geluid mensen moe, onzeker en misschien zelfs bang maakt als hij er zelf geen actie op onderneemt. Dat het geluid niet meer wordt gehoord omdat het op drammen begint te lijken. Doordrammen. Een rechter in Breda verbood zelfs het luiden van een kerkklok op de vroege ochtend in Tilburg, mensen kregen er de zenuwen van.
Rotterdammers koesteren de slogan ‘niet lullen maar poetsen’. Heb je kritiek, doe er dan wat aan. Maar niet met een fileermes of een in azijn gedoopte pen. Met een beetje mudita misschien? Ook het goede zien van mensen en organisaties, van hun bestaan genieten. En ja hoor, ook kritisch zijn, met een goede intentie. Op mijn werktafel staat in een klemmetje een kaart van de SVB met de tekst: ‘…Nooit komen uitingen van haat in deze wereld tot rust door haat, maar door ze niet te haten komen ze tot rust, dat is een eeuwige wet.’
Okay, de klok is geluid, het onderzoek is klaar, de feiten liggen op tafel. Dus wat nu. Zijn er strafbare feiten gepleegd? In een onlangs in het BD gepubliceerd artikel adviseert de Amerikaanse zenmeester en abt Myoan Grace Schireson leden en besturen van sangha’s dan meteen bij de politie aangifte te doen. Dubbele petten, met verrijking als opzet. Ledenaantallen die niet kloppen, dus valsheid in geschrifte, bel 112. Maar stop met het eindeloos fileren van dezelfde vis. Leer eens positief denken en handelen. Daar knap je van op en je omgeving ook.
‘Miele, er is geen betere’, ‘De TROS, de grootste familie van Nederland’, het zijn slogans waarvan ik vermoed dat ze niet waar zijn. Vroeger had je het schuurmiddel VIM, dat niet zou krassen. En nog een aardige: de koningin heeft meerdere petten op. Fileren!
John Willemsens zegt
“Deze week sprak ik een man die zijn onbegrip uitte over het vermogen van Nederlanders om vaak maar weer met volgens hem negatieve gevoelens en emoties dingen te benaderen. Dat gebeurt in geen enkel ander land in de wereld, alleen in Nederland, zei hij. Hij schudde vol onbegrip zijn hoofd.”
N.m.m. een absurde bewering van die man. Zeg het maar tegen hem namens mij.
Ujukarin zegt
Nee hoor, ik ben het juist in grote mate met die man eens. In Engelse en Duitse taalgebieden, alleen die kan ik goed genoeg beoordelen, ben ik nog geen equivalent van geenstijl.nl tegengekomen. En dat vind ik typisch een site die klokkenluiden met azijn%&^*[expletive deleted] verwart en dus wel wat boeddhistisch-ethische voorschriften over Juiste Spraak zou kunnen gebruiken…
Wijsheid gewenst,
Alluman zegt
We kunnen de beroepscritici ook omarmen. Mijn ervaring is dat je in elk team maar beter een azijnpisser kan hebben. Ze houden je scherp en leren je mededogen, flexibiliteit en nederigheid. Superlessen!
In het ergste geval hebben ze gelijk, wat betekent dat je even jezelf opzij moet zetten voor het gemeengoed. Mooie kans om anderen te helpen, zou ik zeggen…
En als ik het Lotusrapport mag geloven, kunnen sommigen ook nog iets leren over hoe ze met weerstand en kritiek.
Joop Romeijn zegt
Helemaal met Ujukarin eens.
Wat zou Nederland een prachtig boeddhistisch landschap zijn als hier ‘De Juiste Spraak’ of ‘Zuiver Spreken’ van het Edele Achtvoudige Pad alom werd beoefend.
Iedereen kent dit pad-aspect natuurlijk maar ik noem de vier onderdelen daarvan toch nog maar eens:
(1) Onthouding van het vertellen van leugens;
(2) Onthouding van het spreken van lasterende taal;
(3) Onthouding van het spreken van harde woorden;
(4) Onthouding van onzinnig gepraat.
Ja, er wordt – ook in boeddhistische media en sites en blogs – veel:
– eigenbelang vermomd als algemeen belang
– geroddeld, zelfs in de vorm van moties
– gefileerd en azijn gegoten (ik heb geen verstand van koken maar is dit de juiste volgorde?)
– gebabbeld, ja vooral wordt er veel (in blogs) gebabbeld.
Ik vertaal de vier aspecten van ‘Zuiver Spreken’ in iets andere woorden.
Ook door mij wordt dat gedaan, dat geef ik toe. Van mij mogen er trouwens namen genoemd worden.
Dat is niet leuk, niet om te doen in de eerste plaats en niet om aan te horen en te lezen: een oefening in gelijkmoedigheid.
Maar ja: de Boeddha was misschien ook wel een grumpy old man, in ieder geval was hij niet van de gezelligheid en het positief denken.
Henk Molenaar zegt
Het is jammer dat het bij de criticasters vaak ontbreekt aan enige vorm van zelfreflectie. Ook realiseren ze zich vaak niet van wat ze aanrichten, er is dan dus ook iets mis met hun realiteitsbesef. Jezelf superieur achten is een gemakkelijke en simpele techniek voor een gekwetst ego en verre van ‘wetenschappelijk’, zo kan je het natuurlijk wel slim verpakken. Steeds jezelf willen manifesteren in het publiekelijke domein op die manier heeft eigenlijk ook iets narcistisch.