Nog altijd is de positie van vrouwen in Japan oorzaak van wrijving. Lang geleden was dat niet anders. Vrouwen werden binnen het boeddhisme als onrein beschouwd en ongeschikt om de verlichting te bereiken. Morgenmiddag is bij de boeddhistische televisie in een roadmovie te zien hoe de boeddhistische leraar Nichiren daar in die tijd mee omging.
Zevenhonderd jaar geleden maakte de jonge Japanse weduwe Nichimyo Shonin met kind op de rug te voet de gevaarlijke tocht naar het eiland Sado. Daar leefde haar boeddhistische leraar Nichiren in ballingschap, onder andere vanwege zijn revolutionaire denkbeelden over de gelijkheid van mannen en vrouwen. In deze roadmovie treedt de Nederlandse actrice Manouk van der Meulen in de voetsporen van de weduwe. In de plaats Kamakura begint zij haar zoektocht naar de resten van Nichirens denkbeelden.
Manouk van der Meulen beoefent het Nichiren boeddhisme binnen de SGI (Soka Gakkai International), een wereldwijde lekenorganisatie. Het Nichiren boeddhisme is ontstaan in het 13e eeuwse Japan, onder leiding van de revolutionaire monnik Nichiren Daishonin, die het chanten van de mantra Nam-myoho-renge-kyo introduceerde in de boeddhistische beoefening. Anno 2015 is het Nichiren boeddhisme een van de grootste boeddhistische stromingen ter wereld.
De weduwe, Nichimyo Shonin, ook wel bekend als ‘Moeder van Oto’, ontving haar boeddhistische naam van Nichiren zelf, in de vorm van een brief die nu nog steeds bestudeerd wordt binnen het Nichiren boeddhisme. Wat bewoog deze Nichimyo om Japan, met kind op de rug, te voet te doorkruisen? De tijden in de dertiende eeuw waren ruig, de paden onveilig en vrouwen genoten weinig respect of aanzien. Volgens boeddhistische monniken destijds waren vrouwen immers onrein en ongeschikt om verlicht te raken. Nichiren zag dat anders. Hij verklaarde tegen de heersende cultuur in dat mannen en vrouwen wel degelijk gelijk waren op basis van bestudeerde boeddhistische teksten.
De Nederlandse actrice Manouk van der Meulen treedt 700 jaar later in de voetsporen van Nichimyo, die alles in haar leven riskeert om de verbannen monnik te bezoeken op het eiland Sado. Op reis van Kamakura naar Sado ontmoet Manouk Japanse vrouwen van deze tijd. Hun verhalen maken duidelijk hoe revolutionair Nichirens denkbeelden binnen het boeddhisme waren en geven inzicht in de situatie van vrouwen in het huidige Japan.
Nog altijd is de positie van vrouwen in Japan oorzaak van wrijving. De reis van de moeder van Oto is daarom voor veel mensen binnen en buiten Japan een bron van inspiratie. Wanneer Manouk op Sado aankomt vindt ze de erfenis van de ‘geëmancipeerde’ monnik Nichiren niet op de plek van zijn verbanningshut, maar in de levendige groep boeddhisten, man en vrouw, die zijn leer nog dagelijks in praktijk brengen.