Inwoners van het boeddhistische koninkrijk Bhutan zijn nog meer gelukkiger dan ze vijf jaar geleden al waren. Dat is de uitslag van een enquête in het kader van de Bruto Nationaal Geluk index (BNG) waarin onder andere het maatschappelijk welzijn wordt gemeten in het koninkrijk in de Himalaya, ingeklemd tussen China en India.
In de meting worden indicatoren van de kwaliteit van leven, zoals vrije tijd, negatieve emoties zoals woede en afgunst gebruikt. In de index die dinsdag werd gepubliceerd is een lichte groei te zien op de schaal van het BNG: Minister-president Lyonchoen Tshering Tobgay zei dat de index was opgeschoven tot 0.756 dit jaar in vergelijking tot 0.743 in 2010, maar dat hij niet wist wat voor consequenties hij daaraan moest verbinden. Een belangrijke geluksfactor is voor de inwoners de constitutionele monarchie. Bescheiden stijgingen werden geconstateerd in de levensstandaard, gezondheid en vrijetijdsbesteding. Buthanezen hebben meer tijd om te slapen maar op andere terreinen, zoals de vitaliteit en psychologische welzijn van de bevolking, lijkt er terrein te worden verloren.
Het bruto nationaal geluk inkomen van Bhutan – dat tot de jaren 1960 een geïsoleerde rurale samenleving was zonder valuta, telefoons, scholen, ziekenhuizen en andere openbare diensten is als geheel gegroeid, maar die groei vond voornamelijk plaats in stedelijke gebieden waar de communicatie beter is. Meer dan de helft van de beroepsbevolking van 349.000 mensen werkt nog steeds in de landbouw en profiteert nauwelijks van de BNG-filosofie. De regering wil daar verandering in brengen.
Overigens zijn andersdenkenden in Bhutan helemaal niet gelukkig. Onder meer moslims worden gevangen gezet, gemarteld en het land uitgejaagd omdat ze het boeddhisme niet aanhangen.
Bron BNN.