Een invloedrijke groep van boeddhistische monniken in Birma wil het dragen van hoofddoeken door moslim schoolmeisjes verbieden. Het is een recente uiting van toenemende religieuze spanningen in het land. De organisatie voor de bescherming van ‘ras en godsdienst’, een groep monniken die bekend is onder de naam Ma Ba Tha, vindt dat de hoofddoekjes niet in overeenstemming zijn met regelgeving op scholen.
Ma Ba Tha hield afgelopen weekeinde een conferentie in Rangoon. Meer dan dertienhonderd boeddhistische monniken uit kloosters in het hele land kwamen bijeen om plannen ter bevordering van een nationalistische agenda te bespreken, als aanloop naar de later dit jaar te houden nationale verkiezingen. De organisatie wil ook dat het dragen van boerka’s verboden wordt op staatsscholen omdat dat ingaat ‘tegen de cultuur van de overwegend boeddhistische meerderheid in dat land’. Ma Ba Tha wil ook een verbod op het onverdoofd slachten van dieren.
De organisatie is van mening dat moslims in Birma zich moeten aanpassen aan de wetten van het land. De voorgestelde verboden zouden niet gericht zijn tegen de godsdienst van de moslims. De verwachting is dat veel Birmezen in november op kandidaten zullen stemmen die pal staan voor de wensen van Ma Ba Tha. De groep heeft gezegd toezicht te zullen houden op het plegen van ‘misdaden door niet-boeddhisten’.
Ma Ba Tha werd officieel opgericht in juni 2013, na gewelddadige aanvallen door boeddhistische groepen op leden van de moslimminderheid in 2012. Het geweld ontstond en werd aangewakkerd na berichten over vermeende verkrachtingen door moslims van boeddhistische vrouwen. De boeddhistische monniken vormen een machtsblok in Birma en wisten in 2011 de militaire junta tot aftreden te dwingen.