Tegen de zeshonderd Rohingya moslims, mannen en vrouwen, volwassenen en kinderen, gevlucht en weggejaagd uit het boeddhistische Birma, zijn afgelopen zondag in twee gammele houten boten gestrand voor de kust van het Indonesische Atjeh. De vluchtelingen, behorend tot een Birmese minderheid die al honderden jaren in Birma land woont, waren er slecht aan toe. Meer dan vijftig zijn voor onderzoek naar het ziekenhuis gebracht. Enkele van hen zijn door de slechte omstandigheden tijdens de reis bezweken.
De Rohingya- die merendeels leven in de Birmese deelstaat Rakhine, vertrokken zeven dagen geleden uit het eveneens boeddhistische Thailand, waar ze eerder heen waren gevlucht, om hun heil te zoeken in Indonesië, een land met een overwegend moslimbevolking. De redding kwam precies op tijd: er was nauwelijks drinken en voedsel aan boord.
De Rohingya zijn een Birmese moslimminderheid en worden door de regering stelselmatig onderdrukt. In het overwegend boeddhistische land wonen ongeveer 800.000 Rohingya. In de zomer van 2012 laaide- na een beschuldiging dat een boeddhistische vrouw verkracht zou zijn door een aantal moslimmannen, het geweld tussen de islamitische Rohingya en boeddhisten in de staat Rakhine op. Er vielen doden en gewonden, hele moslimdorpen werden in brand gestoken en moslim eigendommen geplunderd. De wraakacties van de boeddhisten, aangevoerd door extremistische en nationalistische monniken, duren voort tot vandaag.
De Birmese regering erkent het recht op eigen taal en cultuur van deze Rohingya minderheid niet. De meer dan honderdduizend Rohingya, die op de vlucht zijn geslagen, kunnen niet of nauwelijks terecht in het buurland Bangladesh, ze worden als stateloos beschouwd. Ze zijn uitgeweken naar andere landen en zijn in handen gevallen van mensensmokkelaars, waartegen door de autoriteiten van onder meer Thailand en Maleisië hard wordt opgetreden. Zeven- tot achtduizend van hen zitten al een maand of twee vast op Thaise vissersboten in de Straat van Malakka en andere internationale wateren. Mensensmokkelaars durven hen niet aan land te brengen vanwege de controles door politie en leger. Tientallen Rohingya zijn al aan boord van die schepen om het leven gekomen.
Voor veel Rohingya moslims was hun eerste stop na hun vlucht uit Birma het boeddhistische Thailand waar smokkelaars hen onder wrede omstandigheden gevangen hielden in junglekampen en hen betalingen afdwongen alvorens ze hun reis naar Maleisië, Indonesië of andere bestemmingen konden voortzetten. In het zuiden van Thailand zijn massagraven ontdekt met tientallen lichamen van onder andere Rohingya moslims.
De Thaise mensenrechtenadvocaat Surapong Kongchantuk zegt dat de regering van Thailand harder moet optreden tegen de mensensmokkelaars. De smokkelaars zelf reageren daar op door hun slachtoffers in kampen verder in de jungle te verbergen. Een ooggetuige zegt dat ze heeft gezien dat er meer dan honderd mensen zijn gestorven in een smokkelaarskamp in Pedang Besar, waar ze zelf vijf maanden werd vastgehouden. Ze zei dat sommige vrouwen werden verkracht toen hun verwanten geen losgeld voor hun vrijheid konden betalen. Thailand stond al zwaar onder druk van de Verenigde Staten en de Europese Unie om te stoppen met de mensenhandel en slavenhandel aan boord van schepen.