Prodemocratische activisten in Hong Kong hebben van puin en gerecycleerd materiaal een kleine kerk en een boeddhistische tempel gebouwd. Ze willen daarmee uiting geven aan de invloed van hun religieuze gevoelens in hun protesten tegen, wat zij noemen, de ondemocratische houding van het bestuur van Hong Kong. Sympathisanten van de “Umbrella Movement” houden al weken lang de straten van de stad bezet.
Deze geïmproviseerde tempel en kerk, die een groeiend aantal mensen trekken, zijn naast elkaar gebouwd in de hoofdstraat van de wijk van Kowloon, normaal gereserveerd voor auto’s maar nu bezet door de tenten van demonstranten die democratie eisen. De eerste boeddhistische tempel is begin oktober opgericht maar werd verwoest bij botsingen tussen voor- en tegenstanders van de beweging, waarna een nieuwe werd gebouwd.
De tempel heeft een eigen conciërge, de Tibetaanse monnik Julian Li, die beweert divinatoire bevoegdheden te hebben en voorspelt dat de revolutie in een overwinning voor de demonstranten zal eindigen, waardoor de tempel een historische site wordt.
De betekenis van religie binnen de verzetsbeweging in Hong Kong kreeg een impuls na afloop van recente verklaringen door Hong Kong bestuurder C.Y. Leung Chun Ying, die in een interview zei dat religieuze groepen niet hebben bijgedragen aan de sociale ontwikkeling van de stad. Leung, wiens ontslag wordt geëist door de democratische beweging, verontschuldigde zich later voor zijn woorden, maar stimuleerde daarmee wel dat dat veel christenen en boeddhisten in Hong Kong toetraden tot de umbrella-beweging.
Bron BNN