Het boeddhisme heeft een lange traditie van cohabitatie met bedenkelijke regimes. Bij het westerse boeddhisme zou je hopen op een wat kritischer attitude.
Mijn gewaardeerde ex-zendocent André van der Braak is samen met zijn leraar Ton Lathouwers tien dagen op bezoek geweest in een boeddhistisch klooster in Beijing (Peking).
In een column in het zomernummer van Boeddha Magazine doet hij verslag van zijn bevindingen. “Het Chinese boeddhisme is een geëngageerd boeddhisme,” schrijft hij. “Het gaat erom je handen uit de mouwen te steken en mee te helpen bouwen aan een betere samenleving (de beroemde Chinese harmonious society).”
Maatschappelijke tegenstellingen
Toen de DDR nog bestond, had je ook buitenlandse intellectuelen die daar een kijkje gingen nemen en zich bij terugkomst positief uitlieten over de verworvenheden van het staatssocialisme. In het China van nu is de ‘harmonieuze samenleving’ de politieke schaamlap van een autoritair bewind dat zijn onderdanen wil laten geloven dat de vruchten van de economische groei op termijn bestaande maatschappelijke tegenstellingen zullen dempen.
Er is uiteraard niets op tegen om mee te helpen bouwen aan een betere samenleving en er zijn in China ook vast boeddhistische monniken die daaraan een steentje bijdragen, voor zover ze althans wordt toegestaan hun kloosters te verlaten. Want daar begint het probleem.
Strikte grenzen
In China is boeddhisme door de overheid gereguleerd boeddhisme. Geëngageerd mag je er zijn, binnen de strikte grenzen die de Communistische Partij trekt. Er is, zoals bekend, veel onrecht in het land. Maar wee je gebeente wanneer je engagement zich uitstrekt tot een niet van hogerhand goedgekeurde zaak. Dat wordt algauw aangemerkt als strijdig met, precies, de uitgangspunten van de ‘harmonieuze samenleving’ – met alle gevolgen vandien.
Het boeddhisme heeft een lange traditie van cohabitatie met bedenkelijke regimes. Bij het westerse boeddhisme zou je hopen op een wat kritischer attitude. Het is jammer dat een wetenschapper als Van der Braak niet blijk geeft van meer oordeelsvermogen over de gevoelige context waarbinnen hij opereert.
Onder ieders ogen wordt in China de sociale cohesie eerder kleiner dan groter en de onderdrukking eerder meer dan minder. Als boeddhist kun je ook een zekere distantie bewaren en in je reisverslag met de nodige diplomatie duidelijk maken dat je de betrekkelijkheid van de officiële waarheid inziet. Dat maakt je thuis minder kwetsbaar voor het mogelijke verwijt dat je je al te makkelijk laat inpakken door de propaganda van het gastland.
Eric Stols zegt
Dank voor je stuk Jules.
Uit een gesprek met o.a. Bettine Vriesekoop bleek het volgende;
In China doet zich i.v.m. de enorm toenemende inkomensverschillen steeds meer onvrede voor.
Is het wantrouwen tegen de gevestigde partijdictatuur groeiende.
Er zijn in dit opzicht al aanslagen en gewelddadig verzet geweest.
De Chinese overheid (Partijdictatuur) is voor twee zaken uiterst beducht;
1) mogelijke opstanden van spirituele bewegingen.
Door de eeuwen bleken opstanden (n.a.v. hongernoden etc.) uiteindelijk altijd geïnitieerd door spirituele bewegingen, samenwerkings verbanden. Vandaar dat men nog steeds deze wenst te immuniseren (Falung Gong) of voor het eigen karretje wenst te spannen. (Andre v.d. Braak).
Dat Andre v.d. Braak (en Lathouwers) zich daarvoor laten lenen is gezien hun post RK gedrevenheid en de daaraan gekoppelde dociele en problematische verhouding tot macht minder verwonderlijk, – maar niet minder kwalijk.
2) Er komen heel veel jongeren van het platteland naar de steden die gevoed moeten worden, de economie moet derhalve groeien. Er moet geloof gehecht blijven worden aan een vooruitgangs groei idee…
Als was het maar om het systeem met de enorme inkomsten verschillen te kunnen blijven handhaven.
Religie is sinds kort in die zin voor de Chinese Partijdictatuur relevant indien het als smeermiddel kan werken.
In die zin zal religie door de Partij dus geaccepteerd worden; – als functioneel glijmiddel om wantrouwen weg te willen nemen en te vervangen door een glad strijkend “vertrouwen”.
Alles hetzelfde maar in een andere vorm.
En zie ook hier; ook de voorheen Communistische Partij wenst het door een van zijn ideologen (Marx) als zodanig bekritiseerde; religie = opiaat, ook als zodanig uiteindelijk zelf in te willen zetten.
Dat heeft niets meer met religie te maken maar is politiek.
Overigens zijn er inmiddels meer dan 130 Tibetaanse zelfverbrandingen?
Jules Prast zegt
De Financial Times van 15 augustus schrijft n.a.v. het bezoek van paus Franciscus aan Zuid Korea over religie in Azië:
“China’s Communist party has long-viewed organised religion as a threat to its grip on power and Beijing has attempted to co-opt faith by incorporating the five recognised religions – Buddhism, Catholicism, Protestantism, Islam and Daoism – into the State Administration for Religious Affairs.”
Edel Maex zegt
We moeten wel beseffen dat de relaties tussen religies en staat in China nooit anders geweest zijn. Dus als je consistent wil zijn kun je de DDR-mtafoor doortrekken naar alles wat China de afgelopen 2000 jaar aan boeddhisme heeft voortgebracht, inclusief zen en reine land.
Kees Moerbeek zegt
Inderdaad, Edel. Ik deel je mening. De relatie tussen religie en staat in China is met reden vanaf het prille ontstaan van China al precair geweest.
Neen, wij in Nederland dan. Onze contreien zijn veelal te vuur en te zwaard gekerstend, godsdienstvervolging was een aanleiding voor onze onafhankelijkheidstrijd, pas sinds de Franse tijd hebben we hier echte vrijheid van godsdienst (mogen katholieken en joden blij mee zijn) en sinds de tamelijk recente ontzuiling leven Nederlanders niet meer in hun zelf gekozen levensbeschouwelijke hokjes (kooitjes) naast elkaar. Nederlanders hebben door schade en schande geleerd hun conflicten op te lossen door polderen enzovoorts. Hier zijn eeuwen overheen gegaan en heeft ervoor gezorgd dat wij hier redelijk vreedzaam met elkaar konden leven. Een deur wijd open getrapt: China is Nederland niet!
Een passage uit de Nederlandse Grondwet.
‘1. Ieder heeft het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
2. De wet kan ter zake van de uitoefening van dit recht buiten gebouwen en besloten plaatsen regels stellen ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.’
Het verschil in de praktische uitoefening van de vrijheid van godsdienst in Nederland en China is overduidelijk. Maar let eens op de rol van de wet in relatie tot de vrijheid van godsdienst.
De persoonlijke aanval van Stols op Andre v.d. Braak en Lathouwers vind ik betreurenswaardig. Toch jammer dat dit soort erupties telkens weer BD ontsieren.
Jules Prast zegt
De geschiedenis is de geschiedenis, beste mensen.
Ondertussen lijken jullie over het belangrijkste punt van mijn artikel heen te lezen. Anno 2014 keert er een vooraanstaande Nederlandse boeddhistische leraar terug van een studiereis en schrijft een column in Boeddha Magazine onder de titel: “De Chinezen komen!” Daarin neemt hij met een verwijzing naar de ‘harmonious society’ kritiekloos de Chinese staatspropaganda over. Dit wilde ik graag aan de kaak stellen, te meer daar hij de praktijk van het geëngageerde boeddhisme in China koppelt aan die ‘harmonious society’.
Het ontbreken van enige reflectie van de zijde van de auteur maakt dit naar mijn mening een uitglijder van de eerste orde. Kun je door je enthousiasme over het boeddhisme ter plaatse zo verblind worden dat je de maatschappelijke werkelijkheid uit het oog verliest?
Of is deze hoogleraar in de dialoog over het boeddhisme aan de Vrije Universiteit al te zeer in de ban geraakt van Romeinen 13?*
Hoe lang of kort wij onze belijdenisvrijheid ook mogen hebben, deze is een kostbaar goed. Ik hoop dat we in het Westen het boeddhisme en deze vrijheid op een andere manier met elkaar kunnen verbinden dan in China. Hierop mogen we, neen: moeten we, onze leraren aanspreken. Ik spreek André van der Braak hier met mijn artikel in het publiek op aan.
* Romeinen 13, vers 1-3 (nieuwe Statenvertaling):
1 Ieder mens moet zich onderwerpen aan de gezagsdragers die over hem gesteld zijn, want er is geen gezag dan van God, en de gezagsdragers die er zijn, zijn door God ingesteld,
2 zodat hij die zich verzet tegen het gezag, tegen de instelling van God ingaat, en wie daartegen ingaan, zullen over zichzelf een oordeel halen.
3 Want voor de overheid hoeft men niet te vrezen, wanneer men goede werken doet, maar wel als men kwade werken doet. Wilt u nu van het gezag niets te vrezen hebben, doe het goede en u zult er lof van ontvangen.
Edel Maex zegt
Ik denk dat het net omgekeerd is. Het is niet André die de staatspropganda overneemt. Het is de staatspropaganda die opnieuw een aantal oude boeddhistische (en confucianistische) waarden overneemt, na ze decennia lang verguisd en onderdrukt te hebben.
Ron Sinnige zegt
Zie ook het hoopgevende bericht in het BD hier: https://boeddhistischdagblad.nl/33145-doden-en-gewonden-na-demonstratie-tibet/. Ik hoor de champagnekurken al knallen in Tibet, omdat het de staatspropaganda behaagt het boeddhisme te omarmen. André verdedigen is mooi, de realiteit is helaas weer hard.