De zelfverbranding door boeddhistische monniken in Tibet kan niet worden verklaard in termen van boeddhistische geschiedenis, geschriften of ideologie.
Dit schrijft Janet Gyatso, hoogleraar in het boeddhisme aan de universiteit van Harvard (Verenigde Staten), in Tricycle, in het artikel ‘In the Face of Tragedy: How are we to approach the crisis of self-immolations in Tibet?’ (1 maart 2014).
Het is een bewogen artikel, waarin de auteur aangeeft te worstelen met verschillende loyaliteiten. Enerzijds is er de solidariteit met het lot van de bevolking in Tibet en anderzijds de wetenschapper die de werkelijkheid onderzoekt.
Zelfverbrandingen komen vaker voor dan in Tibet alleen. In Vietnam, de Verenigde Staten, Tsjechoslowakije, het Midden Oosten en Noord-Afrika zijn er ook voorbeelden van. Gyatso kwalificeert deze incidenten als een politieke schreeuw om aandacht. In welke moraal deze zijn gegrondvest en hoe ze moeten worden verklaard, is een onderwerp voor nader wetenschappelijk onderzoek. Maar met boeddhisme als zodanig heeft het volgens haar niets van doen.
Naschrift. De Tibetaanse regering in ballingschap in India heeft Tibetanen opgeroepen af te zien van zulke drastische protestacties.