Nadat in juli 2022 aan drie activisten van Extinction Rebellion (XR) een gebiedsverbod in Haarlem was opgelegd, is besloten een zogenaamde last onder dwangsom van duizend euro per persoon op te leggen. Die wordt opgelegd aan activisten die, als de burgemeester beveelt een protest te beëindigen, niet meteen vertrekken. Inmiddels zijn meerdere activisten belast met deze dwangsommen; drie van hen hebben deze samen met advocaat Rosa van Zijl aangevochten bij de gemeente Haarlem. De gemeente heeft daarbij een adviescommissie advies laten uitbrengen op 12 juni 2023, nadat dit meerdere keren werd uitgesteld.
Adviescommissie negatief
Pas vijf weken later heeft de gemeente een reactie op het bezwaar gegeven: het besluit wordt gehandhaafd. Die beslissing vindt Extinction Rebellion zeer teleurstellend. De adviescommissie was namelijk tot de conclusie gekomen dat de formulering van de last onder dwangsom onduidelijk is en daarom in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel. Ook vindt de adviescommissie de hoogte van de dwangsom disproportioneel. Om die reden is het advies aan de gemeente de last onder dwangsom te herroepen en de gemaakte proceskosten te vergoeden aan Extinction Rebellion. De burgemeester legt het advies van de onafhankelijke commissie echter naast zich neer en heeft eenzijdig besloten om de last onder dwangsom alsnog te handhaven, stelt XR.
In strijd met demonstratierecht
Advocaat Rosa van Zijl: ‘Het gaat om kleinschalige en vreedzame demonstraties waarbij geen enkele vorm van geweld wordt gebruikt. De last onder dwangsom is in strijd met het demonstratierecht en duidt op misbruik van bevoegdheden. Bovendien is de last te onduidelijk en disproportioneel. Dat zijn allemaal redenen waarom de last onder dwangsom niet in stand kan blijven. Daarnaast lijkt de gemeente er alles aan te doen dit proces zo lang mogelijk te rekken en blijven de activisten al die maanden in onzekerheid. Dat legt alleen maar meer druk op de activisten. We zullen naar de bestuursrechter stappen om de last onder dwangsom op hoger niveau aan te vechten.’