In december 2021 werd in Luhuo (Drakgo) een megastandbeeld van Boeddha vernield. Terwijl de protesten aanhielden, werden honderden naar heropvoedingskampen gebracht.
In december 2021 meldde Bitter Winter dat een 30 meter (99 voet) hoog Boeddhabeeld door de autoriteiten in Drakgo (Ch. Luhuo) was vernietigd. Drakgo valt onder het bestuur van de Tibetaanse Autonome Prefectuur Garzê en maakt deel uit van Kham, een van de regio’s van het historische Tibet, dat nu is opgenomen in de provincie Sichuan. De autoriteiten hebben zelfs gebedsvlaggen verbrand en 45 gebedsmolens rond het standbeeld vernietigd.
Er volgden wijdverspreide protesten, die tot in het nieuwe jaar 2022 aanhielden. Ook de Chinese Communistische Partij (CCP) was niet blij met de publiciteit die het incident in het buitenland kreeg. De CCP heeft gereageerd door te beweren dat de nieuwe verordeningen inzake religieuze aangelegenheden zo moeten worden geïnterpreteerd dat ‘religieuze standbeelden op grote schaal’ allemaal moeten worden afgebroken.
Voorheen werden de maatregelen geïnterpreteerd als betrekking hebbend op standbeelden buiten het gebied van tempels en kloosters. In Drakgo zijn de autoriteiten echter zelfs een boeddhistisch klooster binnengegaan en hebben beelden vernietigd waarvan men vond dat ze ‘te hoog’ waren.
In januari zijn honderden Tibetaanse boeddhisten die protesteerden tegen de anti-standbeeldencampagne in de Tibetaanse autonome prefectuur Garzê aangehouden en voor ‘heropvoeding’ naar transformatie- door opvoedingskampen gebracht. Hun families weten niet waar zij zich precies bevinden.
Het is duidelijk dat er een campagne aan de gang is die erop gericht is het Tibetaans boeddhisme, en zelfs Boeddha zelf via zijn beelden, uit te roeien uit het gebied van de provincie Sichuan dat ooit deel uitmaakte van het historische Tibet.