De Boeddhistische Unie België (BUB) reageert op het besluit om afgelopen zondag geen buitengewone algemene vergadering te houden waarin aan de aangesloten leden (sangha’s en verenigingen) konden beslissen op het uitsluiten van het boeddhistisch centrum Ehipassiko als lid van de BUB wegens volgens de BUB aangetoond grensoverschrijdend gedrag door de oprichter en leraar van Ehipassiko Paul Van hooydonck. Ehipassiko was eerder in januari uitgetreden als lid omdat haar rechten zouden zijn geschonden, vindt voorzitter Bert Caekelbergh.
Carlo Luyckx, voorzitter van de BUB: ‘Het enige agendapunt van de Uitzonderlijke Algemene Vergadering, de uitsluiting van Ehipassiko boeddhistische centrum, die door haar schrijven van 16 januari 2022 geen lid meer was, had dan ook geen nut meer. Bovendien was de bestuursraad van de BUB van oordeel dat het laten doorgaan van deze vergadering op termijn niet zou bijdragen aan de nodige sereniteit. Daarom werd de vergadering geannuleerd.
Ín een verklaring schrijft Luyckx aan de redactie van het BD:
‘Het Boeddhistisch Dagblad (BD) publiceerde op 31 januari 2022 een artikel onder de titel ‘Geen raadpleging BUB over uitsluiten Ehipassiko’, waarin wordt aangegeven dat de Algemene vergadering van de BUB voorzien op 30 januari niet heeft plaatsgehad. Deze vergadering had tot doel de uitsluiting van Ehipassiko voor te stellen . Het BD schrijft dat de redactie op 29 januari de BUB gevraagd heeft of en waarom de stemming niet doorging, maar heeft daarop geen antwoord ontvangen. Vanwege een technisch probleem kwam deze vraag niet tijdig toe. Daarom deze enkele lijnen om hierop te antwoorden.
Verder in hetzelfde artikel vermeld het BD dat volgens Bert Caekelbergh, voorzitter van Ehipassiko, de BUB de eigen procedure niet heeft gevolgd, als er klachten worden ingediend over aangesloten leden. ‘Zij volgen niet de procedure van hun eigen charter. Dat is de reden voor onze uitstap en geen andere. Punten 2;3 en 4 werden niet gevolgd. Men is overgegaan naar C.’ Het BD publiceert vervolgens een uittreksel van het Ethisch en Deontologisch Charter van de BUB-UBB over de behandelingsprocedure bij melding van een klacht.
De bestuursraad van de BUB heeft na het ontvangen op 13 januari jl. van een nieuwe klacht over misbruik besloten dat het aangewezen was om zonder dralen de vraag tot uitsluiting van Ehipassiko voor te leggen aan de Algemene Vergadering van de BUB. Ehipassiko merkt terecht op dat hierover geen overleg met haar aan voorafging. Wellicht was Ehipassiko hierover des te meer verwonderd gezien de talloze uren van dialoog en vergaderingen in eerdere fases sinds 2016, die volgens de procedure van het Ethisch Charter verliepen. Deze koersverandering kwam tot stand op het moment dat de bestuursraad van de BUB het besluit nam dat het tijd was voor een daadkrachtig signaal.
Toen recentelijk een nieuwe klacht van mogelijk misbruik bij Ehipassiko werd ingediend, bleek ook dat Paul Van hooydonck opnieuw actief was als leraar. Voordat hij zijn leraarschap stopzette, werkte Ehipassiko aan een helingsproces in samenwerking met de BUB in verband met de eerste klacht van grensoverschrijdend gedrag. Toen werd reeds duidelijk aangegeven dat het verdere lidmaatschap van Ehipassiko afhankelijk was van een aantal voorwaarden, waaronder een regelmatige dialoog tussen een afgevaardigde van de Ethische Commissie van de BUB met Paul Van hooydonck. Deze voorwaarden hadden tot doel om van Ehipassiko een veilige omgeving te maken waar het helingsproces alle kansen van slagen zou krijgen.
Door verschillende voorwaarden manifest niet te respecteren zonder daarover met de BUB in dialoog te gaan, heeft de bestuursraad van Ehipassiko het vertrouwen van de bestuursraad van de BUB verloren. Dit was trouwens reeds eerder aangetast door beloften die keer op keer niet, of slechts schoorvoetend, werden ingelost. Vermits Ehipassiko het Ethisch Charter niet respecteerde, heeft de bestuursraad van de BUB besloten, na advies van de Ethische en Deontologische Commissie, dat gezien de historiek van deze zaak, het nu aangewezen was om niet meer de procedure van het Ethisch Charter te volgen, maar eerder artikel 6:4 van de statuten van de BUB en artikel 9:23 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en van Verenigingen. Zodoende werd meteen de uitsluiting van Ehipassiko als lidvereniging voorgelegd aan de Algemene Vergadering van de BUB. De agenda van deze vergadering voorzag uiteraard de nodige spreektijd voor de vertegenwoordiger(s) van Ehipassiko, conform de Belgische wet en de statuten van de BUB.
Op 13 januari 2022 werd per e-mail aan de bestuursraad van Ehipassiko kennis gegeven van de beslissing om op 30 januari 2022 een Algemene Vergadering samen te roepen om de uitsluiting van Ehipassiko als lidvereniging bij de Boeddhistische Unie van België voor te stellen. Er werd daarbij vermeld dat Ehipassiko vertegenwoordigers kon aanwijzen die door de Algemene Vergadering zullen worden gehoord. Op 14 januari werden de leden van de BUB uitgenodigd voor de Buitengewone Algemene Vergadering van 30 januari, conform de statuten die 15 dagen voorzien.
De bestuursleden van Ehipassiko hebben echter verkozen om deze Algemene Vergadering niet af te wachten en hebben op 16 januari de BUB ingelicht van hun beslissing tot ontslag. Dit is hun goed recht (eveneens conform artikel 9:23 van het Wetboek van Vennootschappen en van Verenigingen en conform artikel 6:4 van de statuten van de BUB). De bestuursraad van de BUB kon hier enkel akte van nemen. Het enige agendapunt van de Uitzonderlijke Algemene Vergadering, de uitsluiting van Ehipassiko boeddhistische centrum, die door haar schrijven van 16 januari 2022 geen lid meer was, had dan ook geen nut meer. Bovendien was de bestuursraad van de BUB van oordeel dat het laten doorgaan van deze vergadering op termijn niet zou bijdragen aan de nodige sereniteit. Daarom werd de vergadering geannuleerd.’