Het woord ‘prikspijt’ is verkozen tot Woord van het Jaar 2021. Met 82,2 procent van de stemmen won ‘prikspijt’ ruim van ‘woonprotest’ (3,7 procent) en ‘wappiegeluid’ (3,6 procent). (De dikke) Van Dale omschrijft ‘prikspijt’ als ‘de spijt die iemand heeft van het feit dat hij zich heeft laten vaccineren tegen een bepaalde besmettelijke ziekte’.
Er werd dit jaar in totaal 49.000 keer gestemd op de vijftien woorden die Van Dale had genomineerd. Een jaar geleden was dat nog 12.000 keer. Nog niet eerder was het verschil met de nummer twee zo groot als dit jaar. In gesprek met NPO Radio 1 zegt hoofdredacteur Den Boon van Van Dale dat er op sociale media al vrij snel toe werd opgeroepen om op ‘prikspijt’ te stemmen.
Gevraagd naar in hoeverre een woord nog ‘het woord van het jaar’ is als ertoe opgeroepen wordt daarop te stemmen, zegt Den Boon dat het terecht is die vraag te stellen. ‘Ik denk dat het tegelijkertijd toch wel heel goed de polarisatie in de samenleving weerspiegelt en dat het daarom een interessant woord kan zijn.’
Den Boon zegt dat in ieder geval geconstateerd is dat er geen bots aan het werk zijn geweest, van die robots die automatisch een stem uitspreken. Wel werd er vaak op Twitter werd opgeroepen op dit woord te stemmen.
Er waren meer woorden genomineerd die te maken hebben met de coronapandemie: ‘prikpolarisatie’, ‘vaccinatievoordringer’, ‘wappiegeluid’, ‘boosterprik’, ‘deltavariant’, ‘doorbraakinfectie’, ‘QR-samenleving’ en ‘pandemocratie’. In 2020 werd het woord ‘anderhalvemetersamenleving’ gekozen als Woord van het Jaar. In 2019 ging de titel naar ‘boomer’.
Wulf zegt
Prikspijt. Twee betekenissen. Omdat je het wel- of niet hebt laten doen. Bijzonder woord dus?
Ruud van Bokhoven zegt
Bijzonder dat een woord “prikspijt” of tewel spijt hebben van het prikken door de minderheid van de bevolking in daden gesteund wordt. Zouden antie prikkers nu zoveel moeite doen om dit woord door te drukken, het lijkt er wel op. Ach het is maar een woord, en is de realiteit gelukkig anders, ofwel het tegenovergestelde.