Toen we nog in Chiang Dao woonden hebben we onder meer een Franse vrouw leren kennen die al een paar jaar op zoek was naar een woonplek. In eerste instantie dachten we dat het dan blijkbaar heel moeilijk was om hier een woning te vinden, maar toen we een middagje met een makelaar rondtoerden vertelde die (privacy is geen issue in Thailand) dat een van haar eisen was dat er absoluut geen geluid van buren of andere omgeving te horen mocht zijn. Hij kende wel zulke plekken, maar durfde die niet aan haar aan te bevelen. Veel te gevaarlijk voor een alleenstaande westerse vrouw, vond hij.
Wie op zoek is naar stilte moet niet in Azië zijn, hebben we wel eens iemand horen zeggen, en voor Thailand gaat dat inderdaad grotendeels wel op. Er waait regelmatig muziek over uit het dorp, afhankelijk van de windrichting hoor je verkeer op de weg naar Lampang, je hoort de bosmaaiers, de treintoeter, soms een tractor, voorbijkomende brommers en momenteel is het de tijd van de rijstoogst en zoemt de rijstmolen op de achtergrond. En is er iemand overleden of is het een boeddhistische feestdag, dan hoor je de monniken. Op de plekken waar we eerder woonden of op vakantie gelogeerd hebben was dat altijd min of meer hetzelfde. We zijn eraan gewend, we vinden het niet erg, en er zijn nog heel veel momenten dat het hier heerlijk stil is.
Stilte is overigens een subjectief begrip. Het kan zo maar zijn dat wat wij als een heerlijke stilte ervaren, voor een bezoeker uit Nederland een slapeloze nacht betekent. Want er is altijd wel het geluid van krekels, cicaden of kikkers. Dat kan soms behoorlijk hard zijn, maar het is zo alom tegenwoordig dat we eraan gewend zijn en het ons niet meer opvalt. Wij liggen daar dus niet wakker van.
Toch hebben we de afgelopen week een paar gebroken nachten achter de rug. Debet daaraan was een roedel honden, die door de omgeving zwierf en de sala van een buurman als nachtelijke uitvalsbasis had gekozen. Zo’n beetje om het uur lieten die honden van zich horen door onderling ruzie te maken of klagelijk te gaan huilen. Onze eigen honden vlogen dan luid blaffend naar buiten en wij zaten rechtop in bed.
In eerste instantie probeerden we dat op te lossen door ’s nachts de deur dan maar dicht te doen. Nu onze honden doorhadden dat ze niet naar buiten konden, reageerden ze inderdaad niet meer zo heftig op de wilde groep. Alleen begonnen ze zo tegen een uur of 3 zachtjes maar o zo irritant klagende piepgeluidjes te maken. Ze zijn niet gewend dat ze niet naar buiten kunnen voor het doen van hun behoefte en er was sprake van hoge nood. Daar moesten we dus voor het bed uit.
Duidelijk was nu dat het probleem alleen kon worden opgelost door de roedel wilde honden te verjagen. Maar hoe? We zouden het de buren kunnen vragen, maar zijn bang dat die dat op een weinig diervriendelijke manier zullen doen. Gelukkig biedt internet voor alles een oplossing. We vonden een paar video’s met voor honden (en naar bleek ook voor onszelf) zeer onaangename geluiden. Die bleken te helpen. Zodra het geblaf en gehuil ’s nachts begon zetten we zo’n videootje aan en onmiddellijk kozen de honden het hazenpad. Na de 2e nacht bleven ze een nacht weg, maar na de nacht erna nog een keer met gepiep bestookt te zijn, zijn ze nu al een paar nachten weggebleven. We kunnen de deur weer open laten ’s nachts.
Een ongestoorde nachtrust was daarmee echter nog geen feit. Weliswaar was het geblaf nu opgehouden, maar daarvoor in de plaats begon het geknaag. Het leek van vlak achter mijn hoofd te komen en het was te hard om door een hout-etend insect te worden voortgebracht. Ik inspecteerde de ruimte tussen matras en houten bedombouw, maar daar was niets te zien. Ik ging weer liggen en hoopte dat het overging, maar het geknars werd alleen maar intensiever. Ik stond op en probeerde het te lokaliseren, maar als ik met een lampje scheen hield het knagen op. Uiteindelijk was de conclusie dat het geknars uit een klein ladenblokje kwam. Eén voor één opende ik de laatjes. Toen ik het onderste open trok werd ik, schrik o schrik, besprongen door iets onbekends. Via mijn knie sprong het op de grond en verdween. Ik heb niet kunnen zien wat het was, maar dat werd wel duidelijk toen ik het laatje helemaal uit het blokje trok. Tussen de ammonieten die nog een plek in het mozaiekwerk moeten krijgen zat een stel net geboren muisjes. Moeder muis had de papiertjes waarop staat wie in Nederland de andere helft van de betreffende steen heeft in haar nest verwerkt. Voorwaar een mooie bestemming, maar onze liefde voor de natuur gaat niet zo ver dat we een muizennest achter het hoofdeind van ons bed ongemoeid laten.
Rennende muizen en ratten behoren sowieso tot de wakkerhouders. Dat ze vogelnestjes leegroven en op zolder piesen nemen we ze ook niet in dank af en voor zover er nog sprake was van enige sympathie hebben ze die wel verspeeld door me met de ziekte van Weil op te zadelen. Ze horen bij het leven tussen de rijstvelden, maar we proberen ze zo goed en zo kwaad als het gaat toch uit de buurt te houden.
Een van de meest komische wakkerhouders, hoewel we er midden in de nacht niet echt om kunnen lachen, is de kievit. Die maakt een nest op de grond en zodra er gevaar dreigt vliegt hij op om met veel kabaal een potentiële nestrover af te leiden, zodat die het nest niet vindt. Op zich zouden we daar niet wakker van worden, maar helaas heeft Yindee een verband gelegd tussen voorbijgangers op de weg en de alarmroep van de kievit. Zodra de kievit zich laat horen vliegt Yindee blaffend naar het hek. Ook ’s nachts. De blaffende hond is op zich weer een bedreiging voor de kievit waardoor deze er nog een schepje bovenop doet en zo ontstaat een zichzelf in stand houdend alarmsysteem. Heel komisch, maar het mag allemaal wel wat zachter. Dat hebben we Yindee intussen ook redelijk bij kunnen brengen. De kieviten moeten het tegenwoordig wel heel bont maken om haar aan het blaffen te krijgen.
Voor het inperken van de ergste wakkerhouder kregen we hulp van de natuur zelf. Ik heb het dan over de feestjes, die hier in Thailand alleen maar geslaagd kunnen zijn als er karaoke gedaan kan worden. Over hoe zich dat ontwikkelt als de avond vordert en de flessen zelfgestookte whissekie leeg raken hoef ik denk ik niks te schrijven. Sinds de corona-uitbraak is het echter gedaan met die feestjes. De laatste weken komt er zo nu en dan wel weer eens wat muziek uit een van de omliggende dorpen aanwaaien, maar een party tot diep in de nacht is er al heel lang niet meer geweest. Mocht dat er ooit weer van komen, dan hebben we gelukkig nog een doeltreffende remedie in huis: oordopjes.