Autoriteiten in de noordwestelijke Chinese provincie Qinghai dwingen jonge Tibetaanse monniken hun kloosters te verlaten en sturen hen terug naar hun familie in een poging hun verbondenheid met de traditionele religie en cultuur van Tibet te bedreigen, zeggen bronnen tegen RFA.
De maatregel, die op 1 oktober werd aangekondigd heeft er al toe geleid dat monniken in de leeftijd van 11 tot 15 jaar uit het Dhitsa-klooster in Qinghai zijn gezet. Ook zijn jonge monniken in het Jakhyung klooster en andere kloosters in Qinghai gedwongen hun gewaden af te leggen en worden naar huis teruggestuurd. Regeringsambtenaren inspecteren nu deze kloosters om er zeker van te zijn dat de verordening wordt nageleefd.
De nieuwe verordening zegt dat kloosters in Qinghai niet langer minderjarige jongens mogen toelaten als monnik of hen toestaan deel te nemen aan religieuze activiteiten, maar specificeert niet de vereiste leeftijdsgrens. De autoriteiten in de door Tibetanen bevolkte gebieden van het naburige Sichuan zijn drie jaar geleden al begonnen met het verwijderen van jonge monniken uit hun kloosters, zodat ze konden terugkeren naar door de overheid beheerde scholen en konden leren om ‘de maatschappij te dienen’, vertelden Tibetaanse bronnen aan RFA in eerdere rapporten.
De Chinese autoriteiten proberen al lang de omvang en invloed van de Tibetaanse boeddhistische kloosters te beperken, die van oudsher een voedingsbron zijn van de Tibetaanse culturele en nationale identiteit.