De Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie (NVVE) ondersteunt de actie van de Coöperatie Laatste Wil (CLW) en dertig van haar leden die op 9 april aangifte tegen de Nederlandse staat hebben gedaan, omdat het ongrondwettelijk zou zijn dat hulp bij zelfdoding strafbaar is. De NVVE spreekt zich er al jaren krachtig tegen uit dat zelfdoding wel is toegestaan, maar dat het voor een ieder verboden is daarbij hulp te verlenen.
De NVVE wil op dit punt al langere tijd helderheid krijgen en spant zich daarom in om artikel 294 lid 2 uit het wetboek van strafrecht te schrappen. Dat wetsartikel stelt hulp bij zelfdoding strafbaar. De NVVE zegt dat niet iedereen zonder hulp in staat is om op een waardige manier uit het leven te stappen.
In 2014 startte de NVVE om die reden de campagne ‘Hulp is geen misdaad’, als reactie op het proces tegen Albert Heringa. Heringa hielp zijn destijds 99-jarige moeder een eind aan haar leven te maken, door haar de pillen daarvoor te verschaffen. Zijn moeder had diverse keren aangegeven niet verder te willen leven, maar vond daarvoor geen gehoor bij haar artsen. Omdat hulp bij zelfdoding alleen verleend mag worden door artsen, werd Heringa vervolgd en veroordeeld tot zes maanden voorwaardelijke celstraf.
Omdat dit oordeel in 2019 werd bevestigd door de Hoge Raad vechten Heringa en zijn advocaten Tim Vis en Jan Boksem sindsdien de uitspraak aan bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. De NVVE ondersteunt deze rechtsgang financieel.
De door de CLW aangespannen rechtszaak draait om het recht op ‘zelfbeschikking ten aanzien van het levenseinde’. Dit recht is in de periode 2003-2013 erkend door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Het gaat dus om een mensenrecht, een grondrecht. Dat maakt de zaak juridisch heel sterk.
De vraag die in deze rechtszaak aan de orde zal komen is of er met de huidige regelgeving en praktijk in Nederland sprake is van een inbreuk op dit mensenrecht door de Nederlandse staat. Het antwoord daarop hangt af van de vraag in hoeverre mensen daadwerkelijk in staat zijn hun eigen levenseinde te realiseren in Nederland.
De rechtszaak is aangespannen door CLW, maar samen met een groep van ca 30 eisers. In deze zaak laten zij elk met hun eigen verhaal zien dat voor hen ‘recht om zelf te beslissen op welke manier en wanneer het leven zal eindigen’ enkel theoretisch bestaat, en niet kan worden geeffectueerd voor hen. Omdat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens ook heeft gesteld dat het recht niet enkel theoretisch en denkbeeldig (illusoir) mag zijn, is dit een tweede sterke kant van de zaak.
Interessant zal volgens de NVVE zijn hoe de rechter zal kijken naar de rol van de Nederlandse euthanasiewet. Dankzij die wet kunnen veel mensen zelf bepalen wanneer en hoe hun leven zal eindigen en hoeven ze niet te wachten op een ontluisterend einde van hun leven. Tegelijk is deze wet niet primair gericht op autonomie / zelfbeschikking, en komt ook niet iedereen ervoor in aanmerking.
Dodelijke middelen
Hulp bij zelfdoding is het bieden van hulp aan iemand bij het uitvoeren van zijn zelfdoding. Niet elke hulp wordt gezien als hulp bij zelfdoding. Hulp die sowieso wordt gezien als hulp bij zelfdoding is het verstrekken van dodelijke middelen aan iemand om deze persoon te helpen met diens zelfdoding. Dat is strafbaar. Alleen als een arts het uitvoert onder de regels van de euthanasiewet is het toegestaan.
De Coöperatie Laatste Wil (CLW) is in 2013 voortgekomen uit de NVVE. Waar de NVVE zich bezighoudt met het brede palet van het levenseinde, heeft de CLW ervoor gekozen om zich uitsluitend te richten op de zogenoemde autonome route: dat mensen kunnen beschikken over een middel waarmee ze zelf hun levenseinde, op een humane wijze, kunnen realiseren.
De CLW zoekt daarbij nadrukkelijk de randen van de wet op (en is daarvoor terechtgewezen door het Openbaar Ministerie).