Het Internationaal Gerechtshof van de V.N. in Den Haag heeft het overwegend boeddhistische Birma (Myanmar) gisteren bevolen “alle maatregelen te nemen die in zijn macht liggen” om genocide tegen de Rohingya-moslims in Birma te voorkomen.
Meer dan 700.000 Rohingya werden gedwongen hun dorpen en onderkomens te verlaten tijdens een hardhandig militair optreden van het Birmese leger in 2017 en vluchtten naar het nabijgelegen Bangladesh. Rohingya mannen, vrouwen en kinderen werden vermoord en/of verkracht. Dorpen werden platgebrand. De VN spreekt van genocide. Het Birmese leger trad op in reactie op aanvallen op veiligheidsposten door Rohingya-militanten in de noordwestelijke staat Rakhine
De uitspraak van het hof was een reactie op een klacht die in november 2019 werd ingediend door de West-Afrikaanse natie Gambia namens de Organisatie van Islamitische Samenwerking, waarbij Birma werd beschuldigd van het schenden van het Genocideverdrag van 1948.
Het hof beval Birma om ervoor te zorgen dat degenen die verantwoordelijk zijn voor de genocide daarvoor verantwoordelijk worden gehouden en om ervoor te zorgen dat de militairen en eventuele geallieerde gewapende groepen geen verdere daden van genocide plegen, of zich mengen in samenzwering om genocide tegen Rohingya te ontketenen; om alle bewijsmateriaal met betrekking tot de misdaden te bewaren, en om de repatriëring van de Rohingya naar Rakhinestaat te vergemakkelijken.
Het leger werd tijdens de hoorzittingen van vorige maand in Den Haag verdedigd door Nobelprijswinnaar voor de Vrede Aung San Suu Kyi, de feitelijke leider van Birma. Zij stond voor de rechtbank in haar officiële rol als minister van Buitenlandse Zaken en herhaalde de bewering van haar regering dat het leger het op Rohingya-militanten gemunt had. Haar verdediging van de militaire acties tegen de Rohingya heeft haar reputatie bij de internationale gemeenschap als een icoon van de democratie en de mensenrechten voorgoed vernield.
De Rohingya worden in Birma als illegale immigranten uit Bangladesh beschouwd hoewel de meesten er al generaties lang wonen. In feite zijn de Rohingya stateloos. Zelfs boeddhistische monniken voeren actie tegen de Rohingya.
Ruud van Bokhoven zegt
De boeddhistische monniken hadden het verschil kunnen maken om te tonen dat zij boeddhist zijn.
Zij deden het niet, dus zijn zij geen boeddhist en een schande voor het boeddhisme.
bolletje zegt
Ja, ik leerde dat ‘anger’ een van de root afflictions was, binnen het boeddhisme. Zeg maar, voor een beginner is dat belangrijk in ogenschouw te nemen. Je bent boeddhist, je wilt dus niet lijden en dus zorg je dat woede niet met je aan de haal gaat. Een boeddhistische monnik/non zou dus geen agressie moeten uiten, jegens anders denkenden, als hij/zij het lijden wilt ontglippen. Blijkbaar hebben deze monniken niets tegen geweld, agressie en woede. Welke monnik gaat daar zo makkelijk mee om? boeddhistische terreur? Ik ben boeddhist, ik doe aan terreur, tegen random moslims waar ik geen last van heb, zo sereen en onthecht weer.
Kortom, deze haatpredikende monniken waren/zijn poseurs, meelopers, simpele zielen. En dat is geen woede van mijn kant, slechts droge observatie.