Traditioneel worden in Japan begrafenissen overgelaten aan de familie van de overledene, maar een steeds populairdere trend in dat land is om ouderen hun eigen begrafenissen en graven voor te laten bereiden voordat ze sterven. Boeddhistische tempels volgen die trend en stellen vooraf ruimte beschikbaar. Ouderen kunnen daar tijdens hun leven al kennis mee maken.
De tempel Kōkokuji in Shinjuku, Tokio, heeft een columbarium met kleurrijke, gedigitaliseerde boeddha’s en twee van ’s werelds oudste ginkgobomen. De buitenkant van het achthoekige Ruriden columbarium lijkt op een traditioneel boeddhistisch begrafenisgebouw met zware houten deuren en gebogen dakranden, dat zijn digitale binnenste verloochent.
Doch het monumentale columbarium telt 2.046 kleine altaars, elk met een te reserveren lade met (later) de as van de overledene en bovenop een kristallen Boeddha die lijkt te zweven. Worden de virtuele boeddha’s geactiveerd dan vindt een heuse lichtshow plaats. De as van de doden wordt 33 jaar lang opgeslagen voordat ze onder het gebouw begraven worden.
Met een smartcard, die toegang geeft tot het gebouw en het bijbehorende boeddhabeeld van de overledene verlicht, kunnen mensen hun overleden geliefden bezoeken. Er liggen bloemen, maar er zijn hier geen wierookstokjes of gedenkplaatjes.
Kōkokuji is een prachtige tempel op zich. Links van het heiligdom is een tempelbel en een kleine begraafplaats. Aan de rechterkant is een niet zo kleine begraafplaats; het is hier waar de eeuwenoude ginkgo bomen staan. De ginkgo’s zijn naar schatting minstens 300 jaar oud en overleefden de grote Kanto aardbeving in 1923 en de luchtaanvallen in 1945. Ze overschaduwen een verzameling graven.
De deuren van het columbarium zijn meestal open, maar bezoekers hebben een smartcard nodig om de boeddha’s te activeren. Het schouwspel duurt minstens een kwartier, want als de LED opwarmt, beginnen de kleuren in de beelden te veranderen, en creëren landschappen en andere ontwerpen. Je kunt zien welke boeddha’s in gebruik zijn wanneer ze wit oplichten.