Officieel is China nog altijd atheïstisch, maar het aantal boeddhisten stijgt er spectaculair. Volgens een onderzoek uit 2010 nemen zeker 185 miljoen Chinezen de 2500 jaar oude leer ernstig. Misschien helpt dat ook de Tibetaanse zaak vooruit.
De nieuwe opgang van het boeddhisme in China valt samen met de snelle economische groei die dertig jaar geleden in gang werden gezet door de toenmalige sterke man Deng Xiaoping. Religie blijkt voor veel Chinezen een vluchtheuvel in een maatschappij die gekenmerkt wordt door toenemende stress en ongebreideld materialisme.
Het boeddhisme, dat al tweeduizend jaar aanwezig is in China, is daarbij een voor de hand liggende keuze. De boeddhistische gemeenschap in China kreeg een knauw na de communistische machtsovername in 1949, maar verboden werd de leer nooit. Veel tempels en boeddhistische organisaties gingen wel algauw over in overheidshanden. Toen het Chinese regime in 1959 het Tibetaanse boeddhisme hardhandig onderdrukte, kreeg het de steun van de Boeddhistische Vereniging van China. Tijdens de Culturele Revolutie in de jaren zestig en zeventig werden veel heilige plaatsen van het Chinese boeddhisme vernield, maar na de dood van Mao in 1976 begon de druk op het boeddhisme en andere godsdiensten af te nemen.
Gouden periode
Volgens de Chinese Academie voor Sociale Wetenschappen beleeft het boeddhisme in China nu al dertig jaar een “gouden periode”. De Chinese boeddhisten hebben zich verenigd in organisaties die het hele land bestrijken en via vormingsactiviteiten en zomerkampen de leer verder verspreiden. In 1997 schatte het Staatsbureau voor Religieuze aangelegenheden het aantal boeddhisten in China op honderd miljoen. In 2007 antwoordde zelfs 33 procent van de respondenten in een grote peiling van het Chinese Onderzoekscentrum voor Religieuze Cultuur dat ze in het boeddhisme geloofden. OVolgens hen telt China nu ongeveer 185 miljoen boeddhisten.
De voorbije decennia zijn er in China verscheidene boeddhistische monumenten heropgebouwd, terwijl er ook nieuwe tempels verschenen. In 2006 organiseerde China het Wereld Boeddhistisch Forum, en een jaar later kwam er een verbod op mijnbouwactiviteiten in berggebieden die heilig zijn voor de boeddhisten.
Voor een deel heeft de aantrekkingskracht van het boeddhisme te maken met een toenemende fascinatie voor Tibet. Veel Chinese stedelingen hebben romantische voorstellingen van het beschouwelijke leven in het afgelegen gebied. Het Chinese toerisme naar de Tibetaanse hoofdstad Lhasa en andere plaatsen in de provincie is de laatste jaren explosief toegenomen.
Bron BNN.