Al jaren strijden feministen in Birma (Myanmar) om zelfs de meest elementaire wettelijke rechten voor vrouwen te krijgen. De pogingen van activisten om veranderingen door te voeren beginnen nu hun vruchten af te werpen.
Eind november werd aangekondigd dat de wet ter voorkoming en bescherming van geweld tegen vrouwen, die al geruime tijd geblokkeerd wordt in het parlement, in 2019 eindelijk kan worden aangenomen. Het wetsvoorstel zou vrouwen beschermen tegen huiselijk geweld, verkrachting binnen het huwelijk, seksueel geweld en pesterijen op het werk, en zou juridische en medische ondersteuning bieden aan overlevenden.
De wet wordt door Birmese vrouwenrechtenorganisaties die sinds 2013 hebben geholpen bij het opstellen van de wetgeving als een overwinning beschouwd. Maar er is meer werk aan de winkel. partnergeweld komt veel voor. Over de hele wereld wordt geweld tegen vrouwen – fysiek, seksueel of psychologisch – hoogstwaarschijnlijk gepleegd door hun man of vriend. Dertig procent van de vrouwen wereldwijd zal tijdens haar leven worden misbruikt door een mannelijke partner, en in sommige landen is dit percentage zelfs 68 procent. Gegevens over zogenoemd partnergeweld in Birma – dat wordt geleid door een semi-autoritair, militair zwaar regime – zijn schaars.
Enquêtes over partnergeweld leveren doorgaans lagere aantallen op dan de werkelijke aantallen, deels omdat veel vrouwen zich niet op hun gemak voelen of niet veilig kunnen praten over mishandeling. Volgens Legal Clinic Myanmar, een liefdadigheidsinstelling gevestigd in Yangon, had 68 procent van de zaken die zij in mei 2018 behandelden betrekking op gendergerelateerd geweld.
Er zijn ook aanwijzingen dat vrouwen vaker te maken krijgen met geweld in landen met een grote genderongelijkheid. Birma staat op de 106e plaats van de 189 landen in de Gender Inequality Index van de Verenigde Naties. Het onderzoek van Stephanie Miedema en Tharaphi Than, gepubliceerd in the Conservation, werpt licht op een spraakmakend rapport van de Verenigde Naties dat in augustus werd gepubliceerd en waarin de wijdverspreide verkrachting en seksuele slavernij in Birma’s genocidale campagne tegen de moslim Rohingya bevolking werd gedocumenteerd. De bevindingen waren verontrustend. ‘Maar voor ons waren ze niet verrassend. Geweld tegen vrouwen is een stille noodsituatie in heel Birma,’ stellen de onderzoekers.
Ongelijke genderverhoudingen in Birma komen voort uit “hpon”, een diepgeworteld sociaal geloof dat mannen als heilig, glorieus en geestelijk superieur beschouwt. Vrouwen worden geassocieerd met slechte voortekenen en pech. Hpon vertaalt zich in zowel subtiele als openlijke segregatie naar geslacht in Birma. Politiek is bijna uitsluitend het domein van mannen, met vrouwen die ongeveer 10 procent van de nationale en staatswetgevingen uitmaken.
Vrouwen in dit boeddhistisch-meerderheidsland hebben geen toegang tot bepaalde religieuze ruimten. Hun kledingstukken worden apart gewassen om de kleding van mannen niet te besmetten. Hoewel hpon vrouwen devalueert hebben de twee onderzoekers in interviews vastgesteld dat mensen in Birma denken dat mannen en vrouwen een gelijke status hebben. Ze wijzen bijvoorbeeld op het relatief gelijke opleidingsniveau van vrouwen en mannen, of stellen vast dat vrouwen na het huwelijk hun achternaam mogen behouden. Vrouwen in Birma kunnen ook vrij reizen zonder mannelijke escort, waardoor ze relatief onafhankelijk zijn ten opzichte van vrouwen in naburige Zuid-Aziatische landen.
Nadat een Birmees Myanmar-model haar vriendje in september 2018 voor verkrachting had aangeklaagd – zeer zeldzaam in Birma dat een vrouw een klacht indient voor deze misdaad – werd zij op vreselijke wijze aangevallen op sociale media, waar zij een “prostituee” en een “vrouw met een lage moraal” werd genoemd. Ze ontving haatdragende berichten die suggereren dat ze beter af was als ze dood was.
Het sociale stigma tegen seksueel misbruik en intimidatie in de Birmese samenleving betekent dat de meeste overlevenden van misbruik nooit hun ervaringen melden. Veel vrouwen die door Miedema en Than zijn geïnterviewd hebben gezwegen over huiselijk geweld omdat ze geloven dat vrienden en familie zouden zeggen dat het hun vrome plicht was om geduldig en stil te zijn.
Anderen vreesden represailles als ze hun misbruik kenbaar maakten. Genderongelijkheid in Birma beperkt ook het vermogen van vrouwen om uit relaties te stappen. Veel vrouwen zijn financieel en sociaal afhankelijk van hun partners en zouden te maken krijgen met sociaal isolement, stigmatisering en financiële onzekerheid als ze zouden vluchten. Slechts 1 procent van de vrouwen die hulp zoeken na fysiek of seksueel geweld gaat naar de politie, zo blijkt uit het Demografisch en Gezondheidsonderzoek. Wanneer ze dat wel doen, worden ze niet vaak geloofd.
De Birmese samenleving is volgens de onderzoekers ook typisch blind voor seksueel misbruik door soldaten en boeddhistische monniken, leden van de twee machtigste instellingen van het land. Maar de nieuwe wet en de overgang van dictatuur naar democratie in de afgelopen jaren geeft vrouwen voor het eerst in de geschiedenis de kans om te vechten voor haar wettelijke rechten.
Ruud van Bokhoven zegt
Gelukkig dat de vrouwen in Birma meer rechten krijgen in dit in hoofdzaak Boeddhistische land.
Ik vind het een grote schande voor de bevolking die zich Boeddhistisch durft te noemen maar er totaal niet naar leeft en zonder respect voor de medemens.
Kwets geen levend wezen zijn de woorden van de Boeddha in zijn dharma, maar de Burmeese bevolking moord,verkracht en zien de vrouw niet als hun gelijken.
Tevens maken zij door hun onboeddhistische gedrag het gehele Boeddhisme ter schande alsof iedere Boeddhist het niet zo nou neemt met de dharma.
Het is een klap in het gezicht voor hem die wel het Boeddhisme serieus neemt.
Birma moet nog veel leren voor zij zich echt Boeddhist kan noemen.
Voorlopig zijn zij Boeddhist van naam maar niet van geest.