Regelmatig vindt de NVWA op import groenten en fruit van buiten de EU resten van bestrijdingsmiddelen waarvan gebruik in Europa verboden is vanwege schadelijkheid voor de consument. Dit blijkt uit een analyse van foodwatch van de controlegegevens van de NVWA. Het gaat dan bijvoorbeeld om ananassen uit Costa Rica, boontjes uit Kenia of tomaten uit Marokko. De stoffen zijn in de EU voor boeren verboden om te gebruiken omdat ze bijvoorbeeld kankerverwekkend kunnen zijn of hormoonverstorend.
Omdat de EU geen eisen kan stellen aan gebruik van pesticiden buiten de EU, is het ingewikkeld om via wetgeving Europese consumenten hiertegen te beschermen. Wel zijn er Europese grenzen gesteld aan hoeveel resten ervan op voedsel mogen zitten, maar die zijn niet altijd gegarandeerd veilig en er wordt niet altijd goed op gecontroleerd. Daarom roept foodwatch supermarkten met een e-mailactie op om dit probleem op te lossen door met hun leveranciers van buiten de EU af te spreken deze gevaarlijke bestrijdingsmiddelen niet langer meer te gebruiken. Foodwatch: “Als we het eens zijn dat bepaalde bestrijdingsmiddelen niet thuis horen op Europese boontjes, dan is het niet ineens minder ongewenst als eenzelfde boontje in Kenia ermee wordt bespoten. Op je bord maakt dat niet uit.”
Driedubbel winst
Supermarkten zouden deze onlogische en ongewenste situatie kunnen rechtzetten door in hun afspraken met leveranciers op te nemen dat deze pesticiden niet meer worden gebruikt. Dat levert driedubbele winst op: de consument wordt beter beschermd, de boer aldaar hoeft niet met de meest risicovolle bestrijdingsmiddelen te werken en de Europese boer die al aan strengere eisen voldoet heeft een gelijkere concurrentiepositie.
Bepaalde producten die van buiten de EU worden geïmporteerd, bevatten vaak pesticiden die boeren in de Europese Unie niet mogen gebruiken omdat deze (mogelijk) risico’s met zich meebrengen voor de menselijke gezondheid. Het gaat ondanks een beperkte controle om jaarlijks tientallen keren waarbij een groot deel ook boven de wettelijke residunorm zit.
Dit blijkt uit een analyse van de meest recente inspectieresultaten van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) over de controles uit 2015 en 2016. De residuen van in Europa verboden pesticiden worden gevonden op alledaagse producten zoals aardbeien uit Egypte, boontjes uit Kenia en tomaten uit Marokko. Ook meer exotische producten zoals druivenbladeren uit Turkije, kousenband uit de Dominicaanse Republiek en ananassen uit Costa Rica bevatten vaak een of meerdere van deze schadelijke bestrijdingsmiddelen. Al eerder berichtte foodwatch dat 70% van de in 2016 gecontroleerde gojibessen zwaar vervuild was. Ook andere exotisch fruit zoals drakenvruchten en ramboetans uit Thailand en lychees uit China, blijken risicovol. Veel van de geïmporteerde groenten en fruit bevatten bovendien verschillende bestrijdingsmiddelen tegelijk: op een partij Turkse druivenbladeren werd een cocktail van maar liefst 25 verschillende bestrijdingsmiddelen aangetroffen. 21 van die middelen overschreden ook de wettelijke norm, inclusief twee stoffen die vanwege gezondheidszorgen in de EU niet gebruikt mogen worden.
Veel bestrijdingsmiddelen mogen in de Europese Unie niet (meer) worden gebruikt, omdat de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) bij deze middelen bewijs of vermoedens heeft dat ze risico’s opleveren voor de gezondheid van consumenten en/of de boeren die de middelen toepassen. Van een deel van deze pesticiden zegt EFSA dat ze schadelijk voor de consument kunnen zijn bij consumptie, bijvoorbeeld omdat ze ervan verdacht worden de hormoonhuishouding te kunnen verstoren, kanker te kunnen veroorzaken te kunnen of te leiden tot een verminderde vruchtbaarheid. In de Europese wetgeving is vastgelegd dat consumenten moeten worden beschermd tegen inname van niet-toegelaten bestrijdingsmiddelenresiduen, maar de Europese wet kan het gebruik in andere delen van de wereld niet verbieden. Wel zijn per stof maximale residulimieten opgesteld. Voor deze risicovolle stoffen geldt meestal de laagste waarde die in het laboratorium aangetoond kan worden als grenswaarde. Probleem is echter dat die grenswaarden niet altijd goede bescherming bieden. Zo bestaat er voor bijvoorbeeld mutagene stoffen die het DNA kunnen beschadigen geen veilige dosis, je moet die stof eigenlijk gewoon niet binnenkrijgen. Maar toch komen deze verboden middelen via de achterdeur op het bord van de consument terecht.
Sleutelrol voor supermarkten
Met een e-mailactie richting de grootste 5 supermarkten, Albert Heijn, Jumbo, Lidl, Aldi en Plus, roept foodwatch supermarkten op om hun verantwoordelijkheid te nemen. Zij kunnen als aanvullende eis aan hun leveranciers stellen dat er geen gebruik meer wordt gemaakt van bestrijdingsmiddelen die in de EU verboden zijn vanwege volksgezondheidsrisico’s. foodwatch heeft op basis van erkende wetenschappelijke beoordelingen een lijst van 140 stoffen opgesteld die niet meer gebruikt zouden moeten worden bij de productie van groente en fruit. Dit voorkomt niet alleen blootstelling van Europese consumenten aan deze schadelijke stoffen, maar zorgt ook voor gezondheidswinst voor de boeren in de exportlanden: zij hoeven dan immers niet meer te werken met bestrijdingsmiddelen die bijvoorbeeld kankerverwekkend of hormoonverstorend kunnen zijn. Ook voor Nederlandse en Europese boeren is het goed als supermarkten extra voedselveiligheidseisen stellen aan hun buitenlandse leveranciers, dit zorgt voor een meer gelijke concurrentiepositie voor de Nederlandse boer die al aan deze strengere eisen voldoet.
Een aantal supermarkten stelt reeds aanvullende eisen aan het bestrijdingsmiddelengebruik door hun leveranciers. Zo heeft Plus onder andere bepaald dat een aantal schadelijke bestrijdingsmiddelen niet gebruikt mogen worden. Ook Jumbo hanteert een zwarte lijst, met daarop de bestrijdingsmiddelen die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in de hoogste risicoklassen zitten. Albert Heijn wil dat haar Nederlandse telers in 2019 gestopt zijn met het gebruik van 27 bestrijdingsmiddelen die het meest schadelijk zijn. Daarnaast hanteren deze supermarkten – net als ALDI, Lidl en leden van de Superunie – al eisen aan de maximale opvulling van wettelijke residu limiet. Door hun inkoopeisen uit te breiden, kunnen zij op korte termijn een nog gezonder aanbod van groente en fruit realiseren.