Kritische toetsing van boeddhistische dogma’s en doctrines: dit is waar het aan ontbreekt. Het gevaar is dat van een in zichzelf gekeerd boeddhisme.
Die domme boeddhisten toch in het Westen, die mediteren en mediteren, en er ondertussen met hun verstand maar niet bij kunnen dat andere boeddhisten tot geweld in staat zijn, zoals in Myanmar (Birma).
Die domme boeddhisten toch uit de begintijd van het boeddhisme, die zich bezighielden met hun eigen verlossing, maar nog niet in klaar waren voor de ware Dharma, omdat het inzicht dat alle dharma’s leeg zijn, buiten het bereik van hun geestelijke ontwikkeling lag.
Die domme boeddhisten toch, die zich vastklampten aan uiterlijkheden, aan tempels en teksten; zo benamen zij zich de mogelijkheid om zich te realiseren dat alles al in verlichte staat aanwezig is en dat de enige opdracht is in andere levende wezens dit lichtje van bevrijding aan te steken.
Die domme boeddhisten toch in het Westen, van wie de geestelijke ontwikkeling aan de oppervlakte blijft steken, omdat zij genoegen nemen met een vereenvoudigd boeddhisme in plaats van zich te oefenen volgens de instructies die Gautama Boeddha in zijn leringen achterliet.
En zo is de cirkel rond. Uit het oorspronkelijke boeddhisme ontwikkelde zich Mahayana. Uit Mahayana een universalistisch boeddhisme, dat vleugels kreeg toen het Westen zich ontvankelijk toonde voor op maat gemaakte, vereenvoudigde versies daarvan. De reactie, terug naar de bron, liet niet lang op zich wachten.
Met iedere vorm van boeddhisme is een apologetische reflex verbonden, een zich afzetten tegen andere stromingen. Van alle dogma’s en doctrines is die van de leegte (sunyata) de meest gewaagde, meest vérgaande, meest discutabele. Subject en object die in elkaar vervloeien, de identiteit van samsara en nirvana, meditatie die gelijk is aan verlichting: het resoneert bij menig boeddhist, maar is het ook waar, houdbaar bij kritische toetsing?
Interne toetsing van boeddhistische dogma’s en doctrines aan elkaar, en externe toetsing, van boeddhistische verklaringsmodellen aan die van niet-boeddhistische stromingen: dit is waar het aan ontbreekt. Het gevaar is dat van een in zichzelf gekeerd boeddhisme.
G.J. Smeets zegt
“Interne toetsing van boeddhistische dogma’s en doctrines aan elkaar, en externe toetsing, van boeddhistische verklaringsmodellen aan die van niet-boeddhistische stromingen: dit is waar het aan ontbreekt.”
Beste Taigu, dat het ontbreekt lijkt me logisch en onvermijdelijk. Doctrines zijn immers niet te toetsen, je bent adept en ‘gelooft’ erin, of niet. Hoe dacht je de boeddhistische anatta-doctrine te toetsen aan de triniteit van het christendom? Het is onmogelijk. Even onmogelijk als het toetsen van het doctrinaire celibaat van een theravada klooster-overste aan de doctrinaire meerkeuze optie van de zen klooster-overste.
Blijft over je opmerking over het gevaar van een in zichzelf gekeerd boeddhisme. Ik heb stellig de indruk dat het boeddhisme alles behalve in zichzelf gekeerd is. Ik kan het mis hebben maar van de grote wereldreligies kan er niet één tippen aan de breedte van de internationale waaier van verschijningsvormen.
Taigu zegt
Punt één: Er bestaan academische disciplines zoals ‘comparative philosophy’ en ‘religious studies’ die in staat zijn verschillende stromingen aan een kritische analyse te onderwerpen, ook in vergelijkend perspectief.
In Nederland hebben wij in André van der Braak een hoogleraar ‘boeddhisme in dialoog met andere levensbeschouwelijke tradities’. Zijn boek ‘Nietzsche and Zen’ (2013) is een voorbeeld van wat mogelijk is op dit gebied.
Punt twee: Wat ik mis in het westerse boeddhisme is het soort ‘systematische theologie’ dat in christelijke tradities een basis van kritische verantwoording onder de ingenomen geloofsposities legt.
De verantwoordingsbasis die onder de geloofsposities van westerse boeddhistische tradities ligt, is duizend tot tweeduizend jaar oud (Abhidhamma, Vasubandhu, Nagarjuna, Buddhaghosa e.d.). Meestal vallen westerse boeddhistische tradities niet terug op zulke ‘moeilijke’ teksten, maar op sutra’s, commentaren en de interpretatie van leraren. Het resultaat is een bij elkaar geraapte mengelmoes van geloofsposities die vaak steunen op bronnen die bedoeld waren voor boeddhistische monniken.
Maar het westerse boeddhisme is in meerderheid lekenboeddhisme. Is er iemand die voor dit ‘nieuwe boeddhisme’ een geactualiseerde basis van verantwoording ontwikkelt? Is er iemand die een rechtvaardiging kan geven voor de monofocus op meditatie (zonder precedent in de boeddhistische geschiedenis) en voor de heilswerking van meditatie? Iemand die onderbouwt hoe goed en kwaad zich verhouden tot het nondualiteitsboeddhisme, dat een ethiek verkondigt van compassie, verdraagzaamheid en vrede? Iemand die uitwerkt hoe een combinatie van boeddhisme en christendom eruit zou kunnen zien?
Punt drie: Bij gebrek aan transparantie en verantwoording bestaat het risico dat westers boeddhisme en tradities daarbinnen zichzelf herhalen en bevestigen, en dus in zichzelf gekeerd raken. (De voorbeelden van ‘domheid’ die ik in mijn korte artikel aanhaal, zijn ontleend aan ideeën die tradities onderling over elkaar koesteren.)
Lees dit artikel eens in de New York Times van 5 maart 2018, ‘Why are we surprised when buddhists are violent?’ Link: https://www.nytimes.com/2018/03/05/opinion/buddhists-violence-tolerance.html. Dit gaat precies over de risico’s van een in zichzelf gekeerd westers boeddhisme, dat door gebrek aan focus op de maatschappelijke praktijk volgens de auteurs zelfs (onbedoeld) geweld tegen andersdenkenden kan legitimeren.
Kees moerbeek zegt
‘Blijft over je opmerking over het gevaar van een in zichzelf gekeerd boeddhisme. Ik heb stellig de indruk dat het boeddhisme alles behalve in zichzelf gekeerd is.’
Excuses Jules Prast, je analyse is sluitend, respect daarvoor, maar je slaat je de plank volkomen mis. Ik wilde werkelijk dat ik je iets anders kon melden.
Taigu zegt
Je reactie nodigt uit tot enige verheldering.
kees moerbeek zegt
‘Kritische toetsing van boeddhistische dogma’s en doctrines: dit is waar het aan ontbreekt. Het gevaar is dat van een in zichzelf gekeerd boeddhisme.’
Inderdaad, Jules, als je dit vindt dan is het boeddhisme in gevaar, groot gevaar zelfs. Maar in werkelijkheid bestaat dit gevaar niet, omdat kritische toetsing van boeddhistische dogma’s e.d. helemaal niet ontbreken. Maar daar moet je wel voor openstaan, anders houdt het op.
Helder?
Taigu zegt
Nee, niet helder. Welke grote systeemdenkers van het moderne boeddhisme staan op jouw lijstje? Ik laat me graag voorlichten over hetgeen waarvoor ik moet openstaan.
Marjolein zegt
Misschien vind je dit interessant?
https://bodhi-college.org/
met vriendelijke groet