Paus Franciscus heeft gisteren in Birma (Myanmar) leiders van de boeddhistische monniken in dat land opgeroepen vooroordelen en haat te overwinnen. De paus brengt momenteel een driedaags bezoek aan Birma en is zowel bekritiseerd als geprezen voor zijn opstelling in de kwestie van de Rohingya moslimminderheid in Birma. Nog geen enkele keer heeft de paus in openbare bijeenkomsten de in Birma omstreden term Rohingya gebruikt, als hij sprak over het lot van deze moslimminderheid in Birma. Eerder noemde de kerkvader de Rohingya wel bij naam en sprak zijn verontrusting uit over hun lot.
Als vereniging ons doel is, moeten we alle vormen van misverstand, onverdraagzaamheid, vooroordelen en haat overwinnen, zei de paus in een bijeenkomst met de Sangha Maha Nayaka (Ma Ha Na), een door de regering benoemde instantie van hooggeplaatste boeddhistische monniken die toezicht houdt op de regelgeving voor boeddhistische monniken in het land.
De paus vroeg ook om respect tussen katholieken en boeddhisten in het land. Franciscus prees de inzet van de Conferentie van Panglong, een vredesinitiatief van Birma’s feitelijke leider Aung San Suu Kyi, ter afsluiting van decennia van burgeroorlogen tussen verschillende gewapende etnische groepen en de militaire regering. Voorzitter Buddanta Kumarabhivamsa van Ma Ha Na zei dat alle religies de plicht hebben te werken aan een harmonieuze samenleving door hun leringen en afwijzend moeten staan tegenover terrorisme en extremisme uitgevoerd uit naam van religie.
Ma Ha Na verbood onlangs de extremistische monnik Wirathu een jaar lang in het openbaar lezingen te geven. Op 21 november veroordeelde een Hof in Yangon de prominente boeddhistische abt Parmaukkha van Ma Ba Tha tot een maand gevangenisstraf voor het aanzetten tot onrust tijdens een anti-Rohingya protest buiten de Amerikaanse ambassade vorig jaar.