Cabaretier Arie Vuyk (1969) zegt privé rustig en stil te zijn. Wellicht een kenmerk van een ware boeddhist? In het theater gaat hij helemaal los. Een portret van een boeddhist die goede recensies krijgt voor zijn cabaret.
Vorig jaar nam Vuyk zijn toevlucht en werd hij officieel (theravada) boeddhist. Voor hem was deze ceremonie ‘ een bekrachtiging van een beslissing die ik eerder had genomen.’ Boeddhisme voelt voor hem natuurlijk. Als een tweede natuur.
Oosterse filosofie
Zijn affiniteit met het boeddhisme is groot. Wanneer is Vuyk daarmee in aanraking gekomen? ‘Moeilijk om een moment aan te geven. Van jongs af aan heb ik interesse in de oosterse filosofie.’ Vuyk is geboren en getogen in de Bible Belt, ‘maar ik had geen enkele voeling met het christendom.’ Wat hem ergert aan het christendom zijn termen als zondaar en zelfhaat. Calvinistische termen noemt hij die. ‘In de oosterse filosofie heb je dat niet.
In de pubertijd werd hij nieuwsgierig naar de oosterse filosofie. ‘Ik liep daar warm voor. De interesse in het boeddhisme verliep geleidelijk.’
Ceremonie
De naam van de Vlaamse theravadaboeddhist Paul Van hooydonck valt een aantal keer in het gesprek. Hij leidde de toevluchtceremonie, die de cabaretier ervoer als een serieuze zaak. Toch wil hij aan het boeddhisme geen identiteit ontlenen. ‘Ik ben bang voor spirituele trots. De leer van de Boeddha is niet de leer van de Boeddha.’
Welke rol speelt het boeddhisme in zijn dagelijks leven? ‘Als ik in de supermarkt lang moet wachten, maak ik daar een meditatieoefening van. Datzelfde geldt als ik op de trein sta te wachten.’
Boeddhisme sijpelt in zijn leven door. ‘Ik ben er altijd mee bezig. En het verveelt nooit. De kern is voor mij: het allesomvattende en tijdloze nu. En het open staan naar de wereld en naar jezelf.’
Iedere dag mediteert Vuyk. ‘Meditatie is zo belangrijk. Het geeft ruimte. En ik verwacht er niets van. Ik krijg er het gevoel van : “het is oké.” Vuyk voegt er aan toe dat hij een goed leven heeft en beseft dat anderen wellicht te maken hebben met vervelende zaken, als rouw. ‘Zij hebben waarschijnlijk meer problemen dan ik.’
Cabaret
Eén van zijn grote liefhebberijen is het cabaret dat hij speelt. Wanneer wist hij dat hij cabaretier wilde worden? ‘Ik denk dat ik dat al wist toen ik in de wieg lag.’
Het boeddhisme en cabaret vormen een aparte combinatie, stelt hij. ‘Lastig is in cabaret een spirituele waarheid te verkondigen. Ook de intentie om niet onzuiver te spreken is uitdagend voor een boeddhistische cabaretier.’
Toch vormen juist het boeddhisme en cabaret dankzij zijn Dhammavoorstellingen een uitstekende combinatie voor Vuyk. ‘Ik had al langer het idee om het boeddhisme te verwerken in mijn cabaretvoorstellingen, maar ik wist niet hoe. Toen zei Paul: “Als je eens een spirituele voorstelling hebt, dan ben je welkom om dat in mijn centrum te spelen.” Nu maak ik een tour langs boeddhistische centra. Een stuk spiritueler dan mijn andere cabaret. Ben er erg blij mee’.’ Ook zijn benadering van het door boeddhisme geïnspireerde cabaret is anders dan zijn andere voorstellingen. ‘Het is een kwestie van elke avond opnieuw beginnen met een schone lei. Heb dan geen oeuvre. Ik zie het trouwens zeker niet als pr van de Boeddha. En wat ik grappig vind, is dat je met deze voorstellingen met het boeddhisme mag lachen.’
Betere wereld?
Een afsluitende vraag: is de wereld volgens Vuyk beter dankzij het boeddhisme? ‘Een lastige vraag’, antwoordt hij. Zaken als vrede, het tegengaan van honger en ontwapening zijn belangrijk. Daar moet aan gewerkt worden, zegt hij. Of de oplossing daarvoor bij het boeddhisme ligt? ‘Als er maar vrede komt,’ is zijn stellige antwoord. ‘Maakt niet uit hoe.’ Dat kerken minder en het boeddhisme meer aandacht krijgen, vindt Vuyk een positieve zaak. ‘Het christendom geeft geen antwoord op vragen over ontwapening. Het boeddhisme wel. Het boeddhisme is positief. Dat spreekt me erg aan.’