Monnik: Kunt u mij onderricht geven?
Meester: Ga eerst je schaaltjes maar afwassen.
Monnik: Probeert u mij te behoeden voor de zenziekte?
Meester: Voor de wat?
Monnik: De hoogmoed van de verlichte.
Meester: Van de wat?
Monnik: Ik doel op het gevoel van superioriteit als je je ware zelf hebt gezien.
Meester: Je wat?
Monnik: Als je de persoon hebt doorzien, bedoel ik.
Meester: Wie zou dat dan gedaan moeten hebben?
Monnik: Als je je boeddhanatuur hebt gerealiseerd.
Meester: Zei de projectontwikkelaar.
Monnik: De zenziekte betekent gek doen om te bewijzen dat je de illusie hebt doorzien.
Meester: Wou jij beweren dat je de illusie hebt doorzien?
Monnik: In alle bescheidenheid…
Meester: Misschien is het geloof in de zenziekte zelf wel een symptoom van de zenziekte.
Monnik: Hè?
Meester: Zeker weten dat het doorzien van de illusie geen deel uitmaakt van de illusie?
Monnik: Eh…
Meester: Ik was er al bang voor.
Monnik: Kunt u mij onderricht geven?
Meester: Ga eerst je mond maar uitspoelen.
Deze tekst maakt deel uit van de serie Niet om door te komen, de Poortloze Poort. Woord: Hans van Dam. Beeld: Lucienne van Dam. Alle teksten van deze serie. De Poortloze Poort op NietWeten.nl. Alle publicaties van Hans van Dam in het Boeddhistisch Dagblad.