Een monnik vroeg: ‘Wat is de leer?’
Boeddha plukte een bloempje.
De monnik vroeg: ‘Is het bloemen plukken?’
Boeddha liet het bloempje tussen zijn duim en wijsvinger heen en weer rollen.
De monnik vroeg: ‘Is het bloemen tussen duim en wijsvinger heen en weer rollen?’
Boeddha liet het bloempje op de grond vallen.
De monnik raapte het op en liet het tussen zijn duim en wijsvinger heen en weer rollen.
Boeddha glimlachte.
De monnik vroeg: ‘Is het glimlachen?’
Boeddha zweeg.
‘Is het zwijgen?’
Boeddha schudde zijn hoofd.
‘Is het ontkennen?’
Boeddha reageerde niet.
‘Is het gewoon maar zitten?’
Boeddha stond op en rekte zich geeuwend uit.
De monnik stond op en rekte zich geeuwend uit.
Boeddha slenterde weg.
De monnik vroeg: ‘Is het je neus achterna lopen?’
Boeddha verdween in het struikgewas.
De monnik liep hem achterna maar zag hem nergens meer. Hijriep: ‘Is het spoorloos verdwijnen?’ Wild keek hij om zich heen.
Plotseling sloeg de monnik met zijn vuist in zijn handpalm. Hij riep: ‘Geeft niks, man!’ Hij schreeuwde: ‘Ik weet het toch ook niet!’
Uit de struiken klonk een oorverdovende stilte.
Deze tekst maakt deel uit van de serie Niet om door te komen, de Poortloze Poort. Woord: Hans van Dam. Beeld: Lucienne van Dam. Alle teksten van deze serie. De Poortloze Poort op NietWeten.nl. Alle publicaties van Hans van Dam in het Boeddhistisch Dagblad.