“Ik zou je zestig stokslagen moeten geven maar ik zal ze je besparen.”
(Meester Yunmen, Poortloze Poort, #15)
Lang getracht
Allerwegen!
Uitgedacht –
Toch gekregen
Beste Hans,
De kern van het boeddhisme wordt in mijn optiek gevormd door de Vier Edele Waarheden over het lijden, de oorzaak van het lijden en de opheffing van de oorzaak van het lijden door het volgen van het Achtvoudige Pad. Hoe kijkt een mens van niet-weten tegen lijden en geluk aan? Wat betekenen de Vier Edele Waarheden voor jou?
Beste X,
Volgens sommigen wijzen de Vier Edele Waarheden de weg uit het lijden.
Zij benadrukken op gezag van de Boeddha of diens chroniqueurs dat wij dit niet op gezag hoeven aannemen maar persoonlijk kunnen vaststellen.
Volgens anderen zijn de Vier Edele Waarheden zelf een bron van lijden.
Zij benadrukken in navolging van de Boeddha of diens chroniqueurs dat wij dit niet op gezag hoeven aannemen maar persoonlijk kunnen vaststellen.
Wat ik persoonlijk zowel bij anderen als bij mezelf heb kunnen vaststellen is een verbijsterende variatie aan eenmalige en recidiverende gedachten, waaronder een heleboel over de kern van het boeddhisme en een heleboel over lijden en geluk—zowel prettige gedachten als vervelende en neutrale.
En, in samenhang met die enorme diversiteit, grote geestelijke onrust en een onstuitbaar verlangen om de juiste gedachten van de onjuiste te scheiden of beter nog, de enige juiste eruit te zeven.
De vorige bijvoorbeeld, of die daarvoor, of de huidige, of anders toch de eerstvolgende of de daaropvolgende…
Ridicule gehechtheid aan mijn eigen gedachten en die van mijn idolen, alsof het onschatbare parels waren, goddelijke ingevingen met eeuwigheidswaarde, was misschien wel de grootste dwaasheid van mijn leven—als we deze gedachte tenminste mogen geloven.
Radicale onthechting van alle gedachten, ongeacht hun bron, alsof het maar stukjes glas zijn, scherven van gebroken denkramen, brillen van melkglas, gebarsten knikkers, glazen ogen van dode agogen, is misschien wel het grootste wonder en het leegste geluk van mijn leven—dwaasheid of niet.
Om tenminste een klein deel van de stortvloed van gedachten over tenminste een klein deel van het boeddhisme tenminste te kunnen herkennen als gedáchten, al is het maar eventjes, stel ik voor om, geheel in overeenstemming met de Edele Rijtjesgeest van de (abhi)dhamma, de vier Edele Waarheden aan te vullen met de Vier Edele Vragen, de Achtenveertig Edele Constateringen en de Vier Edele Conclusies, bij elkaar zestig Edele Gedachten, om te beginnen.
Kijk, ze glinsteren ons al tegemoet!
In plaats van edel mag je ze ook ijdel noemen, al is dat natuurlijk ook maar een gedachte.
Hier komen ze.
1. De Vier Edele Waarheden
- Er is lijden.
- Het lijden heeft een oorzaak.
- De oorzaak van het lijden kan opgeheven worden.
- Door het achtvoudige pad te volgen wordt het lijden beëindigd.
2. De Vier Edele Vragen
- Is er lijden?
- Heeft het lijden een oorzaak?
- Kan de oorzaak van het lijden opgeheven worden?
- Wordt het lijden beëindigd door het achtvoudige pad te volgen?
3. De Achtenveertig Edele Constateringen
- Er is de gedachte dat er lijden is.
- Er is de gedachte dat het lijden een oorzaak heeft.
- Er is de gedachte dat de oorzaak van het lijden opgeheven kan worden.
- Er is de gedachte dat het lijden beëindigd wordt door het achtvoudige pad te volgen.
- Er is de gedachte dat er geen lijden is.
- Er is de gedachte dat het lijden geen oorzaak heeft.
- Er is de gedachte dat de oorzaak van het lijden niet opgeheven kan worden.
- Er is de gedachte dat het lijden niet beëindigd wordt door het achtvoudige pad te volgen.
- Er is lijden aan de gedachte dat er lijden is.
- Er is lijden aan de gedachte dat het lijden een oorzaak heeft.
- Er is lijden aan de gedachte dat de oorzaak van het lijden kan worden opgeheven.
- Er is lijden aan de gedachte dat het lijden wordt beëindigd door het achtvoudige pad te volgen.
- Er is lijden aan de gedachte dat er geen lijden is.
- Er is lijden aan de gedachte dat het lijden geen oorzaak heeft.
- Er is lijden aan de gedachte dat de oorzaak van het lijden niet kan worden opgeheven.
- Er is lijden aan de gedachte dat het lijden niet wordt beëindigd door het achtvoudige pad te volgen.
- Er is geluk bij de gedachte dat er lijden is.
- Er is geluk bij de gedachte dat het lijden een oorzaak heeft.
- Er is geluk bij de gedachte dat de oorzaak van het lijden kan worden opgeheven.
- Er is geluk bij de gedachte dat het lijden wordt beëindigd door het achtvoudige pad te volgen.
- Er is geluk bij de gedachte dat er geen lijden is.
- Er is geluk bij de gedachte dat het lijden geen oorzaak heeft.
- Er is geluk bij de gedachte dat de oorzaak van het lijden niet kan worden opgeheven.
- Er is geluk bij de gedachte dat het lijden niet wordt beëindigd door het achtvoudige pad te volgen.
- Er is de gedachte dat er geluk is.
- Er is de gedachte dat geluk een oorzaak heeft.
- Er is de gedachte dat de oorzaak van geluk opgeheven kan worden.
- Er is de gedachte dat geluk beëindigd wordt door het achtvoudige pad te volgen.
- Er is de gedachte dat er geen geluk is.
- Er is de gedachte dat geluk geen oorzaak heeft.
- Er is de gedachte dat de oorzaak van geluk niet opgeheven kan worden.
- Er is de gedachte dat geluk niet beëindigd wordt door het achtvoudige pad te volgen.
- Er is lijden aan de gedachte dat er geluk is.
- Er is lijden aan de gedachte dat geluk een oorzaak heeft.
- Er is lijden aan de gedachte dat de oorzaak van geluk kan worden opgeheven.
- Er is lijden aan de gedachte dat geluk wordt beëindigd door het achtvoudige pad te volgen.
- Er is lijden aan de gedachte dat er geen geluk is.
- Er is lijden aan de gedachte dat geluk geen oorzaak heeft.
- Er is lijden aan de gedachte dat de oorzaak van geluk niet kan worden opgeheven.
- Er is lijden aan de gedachte dat geluk niet wordt beëindigd door het achtvoudige pad te volgen.
- Er is geluk bij de gedachte dat er geluk is.
- Er is geluk bij de gedachte dat geluk een oorzaak heeft.
- Er is geluk bij de gedachte dat de oorzaak van geluk kan worden opgeheven.
- Er is geluk bij de gedachte dat geluk wordt beëindigd door het achtvoudige pad te volgen.
- Er is geluk bij de gedachte dat er geen geluk is.
- Er is geluk bij de gedachte dat geluk geen oorzaak heeft.
- Er is geluk bij de gedachte dat de oorzaak van geluk niet kan worden opgeheven.
- Er is geluk bij de gedachte dat geluk niet wordt beëindigd door het achtvoudige pad te volgen.
4. De Vier Edele Conclusies
- De vier edele waarheden zijn gedachten.
- De vier edele vragen zijn gedachten.
- De achtenveertig edele constateringen zijn gedachten.
- De vier edele conclusies zijn gedachten.
Tja, dat waren ze alweer: zestig stuks.
Zomaar uit de lucht gegrepen—en zo weer terug erin.
Niet te geloven!
Deze tekst maakt deel uit van Zondagskindjes, een serie teksten over niet-weten die geen deel uitmaken van een serie.
Nawoord
In bovenstaande briefwisseling komt de mogelijkheid ter sprake dat de Vier Edele Waarheden, en daarmee het Achtvoudige Pad, zelf een bron van lijden is, voor de beoefenaar of anders wel voor zijn omgeving.
Voor lezers die zich dit niet kunnen voorstellen wil ik graag een deel van de zeventiende teisho aanhalen van Yamada Koun Zenshin (1907-1989) uit diens Poortloze Poort (Asoka 2010, pagina 115 en verder).
Eigenlijk wil ik dat helemaal niet, maar het doel heiligt de middelen, of was het nou andersom, dus vooruit met de geit zei de ezel.
Deze toespraak van de ‘vorentrekkende wolk’ (ko-un) is namelijk van een somberheid en een gestrengheid, zeg maar gerust van een uitzichtloosheid die onze goeie ouwe zwarte-kousenkerk met zijn erf- en doodzonden of hoe het daar ook allemaal mag heten zelfs bij nieuwe maan nog in de schaduw stelt.
Over onthechting gesproken.
“Een juiste beoefening van zazen is erg moeilijk. Hiervan is de onderhavige koan een goed voorbeeld. Kensho (zelfverwerkelijking) bereiken is niet zo moeilijk. Sommige mensen hebben daarvoor maar één sesshin (meerdaagse zazenoefening) nodig. Maar kensho is slechts de toegangspoort voor het uiteindelijk doel van de zazenbeoefening, namelijk de vervolmaking van ons karakter. Dit impliceert een reiniging die erg moeilijk is en veel tijd vergt. In feite komt aan het beoefenen van zen nooit een einde. Ook in veertig jaar kun je een volmaakt karakter niet bereiken. Zelfs een miljoen jaar zou nog ontoereikend zijn. De sutra’s zeggen heel duidelijk dat Amida en Shakyamuni duizenden miljoenen kalpa’s nodig hadden om boeddha te worden. Zoals ik al eerder zei, is een kalpa een vrijwel onmeetbaar lange periode. Wat zegt ons deze onbegrijpelijk lange tijd? Die zegt ons enerzijds dat ons karakter eindeloos lang gezuiverd kan worden, en anderzijds dat de vlekken en lagen vuil op onze ware natuur onmetelijk dik zijn.
In het boetegebed ‘Sange Mon’, dat iedere morgen bij de zenoefening wordt opgezegd, staat: ‘Sedert onheuglijke tijden heb ik slecht karma opeengestapeld. Dit komt door mijn onpeilbare hebzucht, mijn haat en mijn verblinding, die uit mijn lichaam, mijn mond en mijn gedachten geboren worden.’ Zoals ik jullie al vaak heb gezegd, is ons dualistische ego daarvoor verantwoordelijk. De oorsprong van het slechte karma is uiteindelijk het onderscheidingsbewustzijn van subject en object, jij en ik, wat niets anders dan het dualistische ego is.
[…]
bij het vers van Mumon
‘Een ijzeren juk zonder gat moeten wij sjouwen.
Geen gemakkelijke zaak, de vloek gaat over op onze nakomelingen.
Wil je de toegangspoort beschermen en het huis goed onderhouden,
dan moet je barrevoets een berg van zwaarden beklimmen.’
Het vers zegt ons dat het een geweldige opgave is het ware boeddhisme te belijden. Het ijzeren juk zonder opening duidt op een ondraaglijke last. De poort is de toegangspoort tot het boeddhisme, tot de ware weg van de Boeddha, en het huis – dat spreekt vanzelf – is het huis van het boeddhisme. Mumon wil ons zeggen: in dit in verval geraakte huis wonen is zo moeilijk als het sjouwen van een ijzeren juk zonder gat of het barrevoets beklimmen van een berg die met omhoogstekende klingen bedekt is. Onze nakomelingen zullen nooit rust en vrede vinden, maar aan hun geërfde last zwaar te torsen hebben.”
En de wolk, hij ploegde voort.
God hebbe zijn ziel en zijn boetekleed.
Gerben zegt
:-)
Humor Hans.
Ik denk dat Sayadaw U Pandita zich nu in zijn graf omkeert en alsnog besluit om nog één keer als mens te reïncarneren om in Nederland de Abbidhamma te onderwijzen!
Lang leve de wereld achter de gedachtes!
Groet, Gerben
Gerben zegt
Oeps typefout in abhidhamma. Ik kan alleen geen reacties meer aanpassen….???? Is dit normaal, fout in de software of mijn instellingen? Hoor graag!
Groet, Gerben
de redactie zegt
De mogelijkheid om reacties achteraf te bewerken is op dit moment inderdaad stuk. Mijn excuses voor het ongemak.
(PvB)
Sjoerd zegt
Ach Denkermans,
het is toch wat
het edel denken
(ik krab aan mijn gat, en denk)
aan ’t 8-voudig pad
heb ik al zat.
Al dat denken is een ramp
’t slaat op de lever
’t leidt tot kramp
in long en hoofd
een zware damp
Neem een slokje
en eet een hapje
als je weer ‘jeuk’ krijgt
ach, dan krab je
Tokai, beoefenaar van de dwaalzinnigheid
Siebe zegt
Over vormen van beoefening
Anguttara Nikaya 4.162 bespreekt dat er vier manieren van beoefening zijn. Hier is dit een combinatie van of pijnlijk of plezierig, of langzaam of snel.
-Plezierig of Pijnlijk
Of beoefening pijnlijk of plezierig zal zijn of is, schijnt vooral afhankelijk te zijn van iemands aanleg. Als iemand van nature sterk geneigd is tot wellust, haat en begoocheling dan wordt of is beoefening pijnlijk. Zo niet, dan plezierig.
Mijn beoefening is overwegend pijnlijk en in herken me er wel in dat ik ook sterk geneigd ben tot wellust, haat en begoocheling.
-Langzaam of Snel
Of beoefening langzaam of snel tot directe (bevrijdende) kennis leidt, hangt af van hoe zwak of krachtig de vijf vermogens bij jezelf tot ontwikkeling komen. De vijf vermogens zijn; die van vertrouwen, energie, mindfulness, concentratie en wijsheid.
Als deze vijf vermogens zwak in iemand tot ontwikkeling komen, realiseert die persoon op een langzame manier de ogenblikkelijke voorwaarde voor de vernietiging van de asava’s.
Als deze vijf vermogens prominent/krachtig tot ontwikkeling komen, realiseert die persoon op een snelle manier de ogenblikkelijke voorwaarde voor de vernietiging van de asava’s.
Het kan bijvoorbeeld zijn dat iemand die net begint met beoefening al snel jhana’s meemaakt. Dat kan weer een boost geven aan vertrouwen, wijsheid etc. Het kan ook zijn dat er nauwelijks of geen inzicht gevende ervaringen komen bij iemand die al lang oefent, wat misschien alleen maar twijfels blijft oproepen over Boeddha, Dhamma en Sangha.
Hoe dan ook, of je langzaam of snelle vorderingen maakt, hangt dus kennelijk vooral af van de mate waarin die vijf vermogens bij jezelf tot ontwikkeling komen.
De plezierige en snelle manier wordt gezien als superieur (AN 4.166).
In AN 4.167 vraagt Sariputta aan Mahamoggallana hoe zijn geest bevrijd werd van de asava’s/bezoedelingen door niet-hechten. Moggalana geeft aan dat dit was door de pijnlijke manier met snelle directe kennis.
In AN 4.168 geeft Sariputta aan dat zijn geest bevrijd werd van de asava’s op een plezierige manier met snelle kennis.
Voor mezelf heb ik geconcludeerd dat als je, zoals ik, nogal sterk behoefte hebt aan structuur, wat volgens mij duidt op behoefte aan houvast/gehechtheid, een soort angst voor openheid en vrijheid, dan wordt beoefening pijnlijk omdat het je juist uitdaagt los te laten en open en vrij te leven zeg maar. Dus ook als je van nature nogal angstig bent voor de of het onbekende, dan wordt beoefening denk ik ook pijnlijk.
Toch, ik heb er vertrouwen in dat ook zulke trekken kunnen afzwakken en zelfs volledig kunnen verdwijnen, al merk ik daar nog weinig van.
Zijn er ook zaken die niet te veranderen zijn in je karakter bijvoorbeeld? Als voorbeeld, kun je van een bangig muisje een avonturier worden of is zoiets gewoon min of meer verankert in de geest? Heeft iemand kennis van wat veranderbaar is in je karakter en wat niet?
Siebe
G.J. Smeets zegt
Beste Siebe,
Om je vraag te beantwoorden: ja, daar heb ik kennis van. Maar daar heb jij helemaal niks aan. Wellicht wel aan een praktische tip: schrijf aandachtig en langzaam met potlood op papier 100 x de onderstaande limmerick over, speciaal voor jou gemaakt:
Er was eens een leesmuis genaamd Sieb
zichzelf zag hij als zeer angstig typ
“ik zigzag naar Hans
daar maak ik wel kans
op een zwiep” sprak hij diep in zijn biep.
Karl zegt
Lijfstraffen? Zou het werken?
Je kunt ook zeggen dat karakter een combinatie is van je aard en wat je met je lichaam gedaan hebt Dat de toekomst niet staat geschreven, je aard wel, je hebt altijd keuzes, en je hebt verder weinig aan informatie als je niet zelf uitmaakt, of kunt uitmaken, wat het voor jou betekent. Zoek het dus lekker zelf uit Siebe, is wel zo avontuurlijk.
Ik weet ook wel dat ik de knoop daarmee niet ontknoop, ik denk je kunt maar beter naar een weg uit de knoop wijzen.
G.J. Smeets zegt
‘100 x een versje overschrijven’ (mijn woorden) is geen lijfstraf (jouw woorden). Bij dezen 40 stokslagen op je platvoetzolen ;)
Karl Ahlmann zegt
Ironie komt slecht over op internet, ik had beter een ;) smiley kunnen gebruiken achter lijfstraffen aangezien het een vrije interpretatie was. ;)
Ujukarin zegt
Volgens de Boeddha was geen enkele karaktertrek _geheel_ onveranderbaar, kijk maar naar pakweg Angulimala die nogal een verandering doormaakte. Maar toch blijft zelfs elke Arahat/Bodhisattva een individu en geen eenheidsworst, de vele arahats in de soetra’s hebben ook herkenbare eigen karakters.
Wat kan ‘sturen’ voor de Mahayanisten onder ons is beoefeningen kiezen voor de kwaliteit die je op dat moment het meest wil ontwikkelen. Dat zijn
vertrouwen –> Devotiescholen (Puur Land)
energie –> Tantra/Vajrayana
mindfulness –> geldt voor alle scholen
concentratie –> Ch’An/Zen, de meditatiescholen
wijsheid –> Madhyamaka of Yogacara filosofische scholen, hun belangrijkste erfgenamen zijn o.a. Tibetaans Gelugpa en Japans Tendai
With folded palms,
G.J. Smeets zegt
Ujukarin shows palms ever folded
hij doet het oprecht en hij zegt het:
“karakter is dorst
naar geeneenheidsworst”
maar Van Dam heeft worst niet in de uitzet
Sjoerd zegt
Er woonde een leraar in lijden
die hield erg van lust, maar wilde het mijden
iedere dag zat hij lang
werd voor zijn lusten heel bang
maar kon toch niet laten, af en toe er een te bereiden!
Tokai Dwaalzin