Een lemma uit de weetnietkunde.
Absurdisme is een literaire en theatervorm die tot doel heeft de absurditeit van het bestaan aan de orde en de kaak te stellen.
Hoofdkenmerk is de negatie: afbraak van plot, karakters, communicatie, orde, logica, ruimte en tijd; en verder een voorkeur voor farce, zwarte humor, paradox en ironie.
Synoniemen van absurdisme zijn antitheater en théâtre de l’absence.
Hoewel het absurdisme floreerde in het midden van de vorige eeuw, onder meer in het werk van Beckett, Ionesco, Vian, Albee en Duyns & Armando (Herenleed), zie je het al in de daoïstische geschriften van Zhuangzi en Liezi, en bereikte het zijn hoogtepunt misschien al in de tweede helft van het eerste millennium in de Chinese ch’an-literatuur, met name in dat schoolvoorbeeld van absurdisme, de gongan, beter bekend als de zen-koan.
Voor de consequent volgehouden ontkenning kan men verder onder meer terecht bij de via negativa van de mystici en in de advaita vedanta, vooral in de hedendaagse variant die steeds vaker aangeduid wordt met neo-advaita (Harding, Parsons), waarvan de bijeenkomsten in elk geval op een nitwit als ik of niet-ik bepaald absurdistisch overkomen.
Men krijgt er te horen dat de stoel stoelt en de klok klokt, en terecht, want als we toch van de persoonlijke voornaamwoorden afzien kunnen we net zo goed de bezem door de werkwoorden halen.
De betaler betaalt, de gek gekt en de realisatie realiseert.
Perfect.
Het absurde vindt zijn voltooiing in zijn eigen ridiculisering, zoals de negatie in haar eigen ontkenning en de scepsis in de twijfel aan zichzelf.
Het is precies deze zelfvernietiging die de kern van niet weten uitmaakt.
Dwijsheid laat zich daarom graag uitdrukken in dwaalteksten, waarin niet-zeggen doelbewust tot in het belachelijke wordt opgevoerd.
Niet om te verwijzen naar ‘het absolute voorbij de woorden’, niet om de absurditeit van het bestaan aan de orde of de kaak te stellen, niet om wie dan ook waarvan of waaruit dan ook te bevrijden, maar gewoon omdát.
dwijsheid: wijsheid noch dwaasheid
weetnietkunde: studie van met niet-weten verwante begrippen in de filosofie, mystiek, religie en spiritualiteit; kennis over het gat in onze kennis
Deze tekst maakt deel uit van Zondagskindjes, een serie teksten over niet-weten die geen deel uitmaken van een serie.
G.J. Smeets zegt
“…het absurdisme floreerde in het midden van de vorige eeuw, onder meer in het werk van Beckett, Ionesco, Vian, Albee en Duyns & Armando…”
In dat rijtje absurdisten hoort toch echt pluchebeestbaas Jim Henson die in de vijftiger jaren vorige eeuw The Muppets de verrekijk injoeg.
Sjoerd zegt
…enne…, de absurdist absurde vrolijk verder, op weg naar onontkoombare absurdichting.