Raar gesprek met de wel zeer bedachtzame sotozenmeester Sietse Todo Wacko Umeboshi Terpstra Roshi.
‘Wat vind jij van zen, Hans?’
‘Raar.’
‘Wat is er raar aan zen?’
‘Ja, wat niet.’
‘Bijvoorbeeld?’
‘Jij.’
‘Wat is er raar aan mij?’
‘Je heet raar.’
‘Ja, dat wel.’
‘Je eet raar.’
‘Ja, dat wel.’
‘Je kleedt je raar.’
‘Ja, dat wel.’
‘Je praat raar.’
‘Ja, dat wel.’
‘Je zit raar.’
‘Ja, dat wel.’
‘Je loopt raar.’
‘Ja, dat wel.’
‘Je buigt raar.’
‘Zeg dat wel.’
‘Het lijkt bedacht veel op toneel.’
‘Het juiste woord is ritueel.’
‘En als ik vraag, waarom zo raar, dan zeg je…’
‘Kwenie, ik streef nergens naar.’
‘Dat vind ik vreemd.’
‘Toch is het waar.’
‘Maar waarom doe je dan zo raar?’
Nawoord
Sotozenmeester Sietse Todo Wacko Umeboshi Terpstra Roshi heeft inmiddels het eeuwige met het tijdelijke verwisseld. Eindelijk vrij, verzuchtte hij, op zijn allerlaatste adem.