Om het hypostaseren af te leren, 5.
Leerling: Wat is het wezenlijke verschil tussen vorm en leegte?
Meester: Is er een wezenlijk verschil tussen vorm en leegte?
Leerling: Wat is de wezenlijke overeenkomst tussen vorm en leegte?
Meester: Is er een wezenlijke overeenkomst tussen vorm en leegte?
Leerling: Wat is het wezenlijke verband tussen vorm en leegte?
Meester: Is er een wezenlijk verband tussen vorm en leegte?
Leerling: Wat is vorm wezenlijk van zichzelf?
Meester: Is vorm wezenlijk wat van zichzelf?
Leerling: Wat is leegte wezenlijk van zichzelf?
Meester: Is leegte wezenlijk wat van zichzelf?
Leerling: Waar hebben we het anders over?
Meester: Hebben we het ergens over?
Leerling: Nu weet ik het helemaal niet meer.
Meester: Dan weet ik het ook niet meer.