Hoe je van een syndroom een droom maakt en van een droom Werkelijkheid.
Spirituele verlichting is een heet hangijzer waarmee mensen zichzelf graag brandmerken, liefst op hun voorhoofd zodat iedereen kan zien hoe bijzonder ze zijn.
In de tijd dat ik citaten over niet-weten verzamelde, kruiste ik, onvermijdelijk, het spoor van U.G. Krishnamurti – een dwaalgast uit India die tientallen jaren tevergeefs zijn best had gedaan om verlicht te worden.
Op een dag werd hij ziek en een tijdlang hing zijn leven aan een zijden draadje. Het draadje knapte niet maar werd het begin van een nieuwe cocon. Na zijn wederopstanding ging Krishnamurti door het leven als verkondiger van de wederopstanding van Krishnamurti en babbelde hij bij belegen dames een goed belegde boterham bijeen.
U.G. beschouwde zijn ziekte niet als een aandoening, maar als de zeldzame transformatie van lichaam en geest die realisatie wordt genoemd. Hij kon het bewijzen ook. Zo waren zijn polsen los geworden en hoefde hij nooit meer met zijn ogen te knipperen. Ook zat hij urenlang gedachteloos voor zich uit te staren, noem het een trance, noem het een absence, tot iets daarbuiten zijn aandacht trok en zijn geest weer op gang kwam, eventjes.
Wat dat met verlichting te maken heeft? Nou, er bestaan lijstjes, een heleboel zelfs, met de lichamelijke en geestelijke tekens van verlichting – lange oorlellen, een dikke buik en zo. Er is ook een lijstje waarop losse polsen, natte ogen en aanvallen van geestelijke verzonkenheid staan, opgesteld, vermoed ik, door mensen met losse polsen, natte ogen en aanvallen van geestelijke verzonkenheid. Om van de nood een deugd te maken, van een syndroom een droom, of van de werkelijkheid de Werkelijkheid.
Ikzelf heb niet alleen elastische polsen, ál mijn gewrichtsbanden zijn aan de ruime kant, die van Lucienne nog ruimer. In het leger heette het hypermobiliteit, ik ben erop afgekeurd, maar onder verlichten heet het verlichting, ik ben erop goedgekeurd.
Vroeger had ik vaak tranende ogen, vooral als ik verdrietig was, maar het lukte me toen niet om het knipperen te onderdrukken, dus mijn act viel steeds in het water.
Nu ik ouder word, een zeker teken van wijsheid, heb ik steeds vaker droge ogen, een zeker teken van de wijsheid voorbij alle wijsheid, zeker volgens het lijstje met lichamelijke tekens van de verlichting voorbij alle verlichting, dat ik zelf heb opgesteld en geautoriseerd.
Tegen droge ogen valt niet op te knipperen, maar het helpt om ze dicht te doen. Dat hou ik lang vol en dan zie ik er nog sereen uit ook.
Ben jij eigenlijk al verlicht?