Gedachten zijn scheppers. Ze baren ter plekke de instantwereld die ze, eventjes, waarmaakt.
De kleren van de keizer
Gedachten zijn nog niet ontstaan of je holt erachteraan. Wat is het dat ze zo overtuigend maakt? Dat zit hem niet in de inhoud maar in de verpakking – de wereld die je er ongemerkt bij denkt.
Gedachten zijn gedachtewerelden. Zo verschijnen mijn schuldgevoelens altijd in een wereld waarin ik kan kiezen wat ik doe. In een wereld zonder vrije wil zouden ze geen seconde standhouden; daarin zijn schuldgevoelens ondenkbaar.
Gedachten verzorgen zelf de mentale context die ze vanzelfsprekend maakt. Niet in de vorm van een vraagteken dat uitnodigt tot nader onderzoek maar in de vorm van een uitroepteken dat twijfel in de kiem smoort. Niet als subjectieve gedachtewereld maar als objectieve werkelijkheid. Volkomen overtuigend.
Een instantwereld
Volg een gedachte maar eens op de voet. Zie je dat de benodigde realiteit altijd door de gedachte zelf wordt meegeleverd?
Gedachten creëeren ter plaatse hun eigen mise-en-scène, toveren uit het niets een wereld tevoorschijn waarin de en het gedachte kunnen en moeten bestaan.
Gedachten zijn scheppers. Ze baren ter plekke de instantwereld die ze, eventjes, waarmaakt.
Je kunt ook zeggen dat gedachtewerelden scheppers zijn. Ze baren ter plekke de instantgedachte die ze, eventjes, waarmaakt.
Je kunt ook zeggen dat gedachten en gedachtewerelden elkaar baren en waarmaken.
Hoe je het ook zegt, gedachte en gedachtewereld zijn niet los van elkaar te begrijpen.
De zelfvoorzienende gedachte
Het idee van de zelfvoorzienende gedachte herinnert aan het dier dat zijn biotoop niet vindt maar maakt, zoals de bever de beverdam, de termiet de termietenheuvel, de mens de stad, de slak zijn huisje.
God schiep de wereld waarin Hij gedenkwaardig is, de gedachte schept de wereld waarin zij geloofwaardig is, en God erbij.
Om evangelist en naamgenoot Johannes te parafraseren: in den beginne was de gedachte, en de gedachte was bij God en de gedachte was God.