De Boeddha wordt de Verhevene genoemd en de boeddhist doet, in navolging van Zijne Heiligheid de Dalai Lama, van wie alleen de grapjes klein zijn, onder het mom van bescheidenheid ongeremd aan zelfverheffing. En wie niet-weet? Die is gesjeesd. Voorgoed. Dat dan weer wel.
Welkom lezer, wat goed dat je het begin hebt gevonden van iets waar geen beginnen aan is.
Het Witboek niet-weten is een inleiding niet-weten voor beginners, gevorderden en gesjeesden.
Voor iedereen dus.
Ook voor jou.
Ook voor mij – ik ben niet verheven boven wat ik heb geschreven.
Dat een inleiding geschikt is voor beginners spreekt vanzelf.
Dat een inleiding geschikt is voor gevorderden snap je ook nog wel: als je al een tijdje ergens mee bezig bent, vergeet je de basis en is het goed om je geheugen op te frissen.
Maar wat moeten mensen die er klaar mee zijn nou met een inleiding?
En waarom noem ik ze gesjeesden in plaats van, hoe heet het allemaal ook alweer – ontwaakten of verlichten of zelfgerealiseerden of wijzen of meesters of mystici of heiligen of boeddha’s of stroomintreders of verhevenen of gezegenden of zo?
Omdat iedere weetniet een beginner is.
Een gevorderde is gewoon iemand die inziet dat hij altijd een beginner zal blijven.
Een gesjeesde is iemand die zelfs onder het niveau van de gewone beginner is gezakt – onder het niveau van het denken in niveaus.
Die niet meer van beginnen weet en niet meer van ophouden.
Die niet meer van slagen weet en niet meer van falen.
Die zelfs niet meer weet van niet-weten.
Die al die kul is vergeten.
Ik noem hem gesjeesd omdat hij voorgoed is gezakt.
Dat is meteen het gevaar van (een inleiding) niet-weten: misschien kom je er best in, maar kom je er nog wel uit?
Je bent gewaarschuwd.