Vertalen is interpreteren
De Linji Lu is een obscuur werk over naar men zegt onzegbare zaken geschreven in een obscure taal, middeleeuws Chinees. Zelfs hedendaagse Chinezen hebben moeite met middeleeuws Chinees, net zoals hedendaagse Nederlanders moeite hebben met Middelnederlands, laat staan met Middelchinees. Lezers van de eenentwintigste eeuw, oosters of westers, kunnen niet zonder vertalers.
Vroeger werd vertalen gezien als een directe omzetting van de ene taal in de andere of van verouderde taal in moderne, waarbij de essentie van de oorspronkelijke tekst behouden blijft. In de loop van de vorige eeuw zijn we daar heel anders naar gaan kijken.
Vertalen is interpreteren, denken we nu, en iedere vertaling levert een radicaal nieuwe tekst op die je niet moet aanzien voor de oorspronkelijke. Dat geldt voor alle teksten, maar zeker voor wijsgerige, religieuze en spirituele, die nu eenmaal weinig concreet zijn. De pretentie dat een vertaling objectief en definitief zou kunnen zijn is door postmoderne historiografen grondig onderuitgehaald.
Het absolute, het relatieve en het ontwikkelen van vertrouwen
In zijn artikel Towards a Philosophy of Chan Enlightenment: Linji’s anti-enlightenment rethoric gaat André van der Braak in op deze kwestie. Hij voert verschillende vertalers en commentatoren op die elke hun eigen kijk op het lijk van Linji hebben.
Volgens Van der Braak gaat de Linji Lu volgens Burton Watson over het stillen van de geest zodat die ontvankelijk wordt voor de ‘onderliggende eenheid van het absolute’.
Volgens Van der Braak gaat de Linji Lu volgens Youru Wang over een radicale apofatische deconstructie van iedere neiging tot katafatisch absolutisme, inclusief het idee van verlichting.
Volgens Van der Braak gaat de Linji Lu volgens Robert Buswell over het ontwikkelen van vertrouwen in de gunstige werking van de intrinsiek verlichte boeddhanatuur.
Excuses voor de omslachtige formulering. Ik schrijf het zo op om te benadrukken dat de interpreten van de Linji Lu hier op hun beurt geïnterpreteerd worden door André van der Braak, zoals die op zijn beurt geïnterpreteerd wordt door Hans van Dam, en die op zijn beurt door jou.
Een postpostmoderne interpretatie
Mijn eigen vertaling van de Linji Lu is net zozeer en net zo onvermijdelijk een interpretatie als alle andere – in dit geval een postpostmoderne die eropuit is iedere interpretatie te deconstrueren, ook de postmoderne.
Zoals ik in de inleiding al heb uitgelegd, is de Linji van de Linji Lu niet de historische Linji, maar een creatie van het Huis van Linji, een mythische figuur die je Pseudo-Linji zou kunnen noemen. Dat maakt de Linji Lu op zijn beurt een creatie, een schijnkroniek, een mythe die je de Pseudo-Linji-Lu zou kunnen noemen.
De vertaling van de Pseudo-Linji-Lu in het Engels door Sasaki c.s. gaat dan de Pseudo-Pseudo-Linji-Lu heten en de figuur van Linji daarin Pseudo-Pseudo-Linji.
Mijn vertaling daarvan heet dan de Pseudo-Pseudo-Pseudo-Linji-Lu en mijn Linji Pseudo-Pseudo-Pseudo-Linji.
Jouw interpretatie van mijn vertaling tenslotte wordt de Pseudo-Pseudo-Pseudo-Pseudo-Linji-Lu en jouw Linji Pseudo-Pseudo-Pseudo-Pseudo-Linji.
Ik heb het maar weer even helemaal uitgeschreven zodat je precies weet welk werk je leest wanneer je de Linji-Lu meent te lezen, en op welke pseudomeester je jouw ideeën over Linji projecteert.
De Pseudo-Pseudo-Pseudo-Linji-Lu is wel een juiste maar geen wervende titel voor dit boek, Niet te geloven, de Linji Lu leek me leuker. Ik denk niet dat iemand mij dat na zal dragen.