Leermeesters spreken over leerstellingen. Ware leermeesters bestuderen ook hun leerlingen. Bovenal, leermeesters dienen bestudeerd te worden.
Musa Khan
Hans: Leerstellingen hebben leerlingen. Leerlingen hebben leermeesters. Leermeesters hebben niets.
Ayah: Zou jij mijn leermeester kunnen zijn?
Hans: Leermeesters hebben niets.
Ayah: Dus ook geen leerlingen.
Hans: Laat staan een titel.
Ayah: Wat als een leermeester zijn leerling bestudeert?
Hans: Dat moet je aan een leermeester vragen.
Ayah: Wat denk jij dat hij zou zeggen?
Hans: Niets.
Ayah: Niets?
Hans: Als hij zijn leerling goed bestudeerd heeft niet.
Ayah: En anders?
Hans: Conclusies.
Ayah: Wat als de leerling zijn leermeester bestudeert?
Hans: Zelfde verhaal.
Ayah: Niets, en anders conclusies?
Hans: Dat is nog steeds een conclusie.
Heb jij leermeesters?
Heb jij leerstellingen?
Heb jij leerlingen?
Stel je voor dat je geen leermeesters, leerstellingen of leerlingen hebt. Hoe voelt dat?
Stel je voor dat je één of meer of vele leermeesters, leerstellingen en leerlingen hebt. Hoe voelt dat?
Welke conclusie trek jij uit deze tekst?