Voor de zondigen en boosaardigen ben ik het kwade, maar voor de goeden – weldadig ben ik.
Mirza Khan
Hans: Voor de goedaardigen en braven – ik ben een van jullie. Voor de zondigen en boosaardigen – een van jullie ben ik.
Ayah: Voor wie ben jij weldadig?
Hans: Ik ben een van hen.
Ayah: En voor wie ben jij het kwade?
Hans: Een van hen ben ik.