Wanneer de Waarheid komt, wordt de extase verdreven.
(Anoniem)
Hans: Geen probleem.
Ayah: Hoezo?
Hans: Wanneer niet-weten komt, wordt de Waarheid verdreven.
Ayah: Wanneer de Waarheid komt, wordt de extase verdreven en wanneer niet-weten komt, wordt de Waarheid verdreven?
Hans: Zijn we daar ook weer van verlost.
Ayah: Van de Waarheid?
Hans: Is dat geen heerlijk vooruitzicht?
Ayah: Dat weet ik zo net niet.
Hans: Heel goed.
Ayah: Komt de extase dan weer terug?
Hans: In mijn geval of in het algemeen?
Ayah: In het algemeen.
Hans: Weet ik niet.
Ayah: In jouw geval.
Hans: Extase komt en gaat.
Ayah: Ben je dan wild extatisch als ze komt?
Hans: Dan ben ik licht euforisch tot ze gaat.
Ayah: Geen laaiend vuur?
Hans: Een lauwe stoof.
Ayah: De voeten warm.
Hans: Het hoofd koel.
Ayah: Nee, dan de Waarheid.
Hans: Daar krijg je een koortskop van.
Ayah: Een heet hoofd.
Hans: Een heethoofd.
Ayah: Wanneer wordt niet-weten verdreven?
Hans: Wanneer niet-weten komt.
Ayah: Hè?
Hans: Zodra je denkt dat je niets weet, weet je weer iets.
Ayah: En als er weten komt?
Hans: Ook.
Ayah: Maar weet jij nou iets of weet jij nou niets?
Hans: Geen van beide of allebei.
Ayah: Hoe kan dat?
Hans: Weten en niet-weten wisselen elkaar onophoudelijk af.
Ayah: Maar niet-weten overheerst?
Hans: Niets overheerst.
Ayah: Ze houden elkaar in evenwicht.
Hans: Weten, niet-weten, weten, niet-weten.
Ayah: Boter bij de vis.
Hans: Meteen afrekenen.
Ayah: Iedere gedachte rekent af met de vorige.
Hans: Zo ordelijk verloopt het nou ook weer niet.
Ayah: En wéér een afrekening.
Hans: Even afrekenen met het afrekenen.
Ayah: Jouw denken is zelfvernietigend.
Hans: Of van wie het ook is.
Ayah: Klaar ben je ermee.
Hans: Al gaat het maar door.
Ayah: En de Waarheid?
Hans: Die is het tegenovergestelde van zelfvernietigend.
Ayah: De Waarheid is eeuwig, volgens mij.
Hans: De Waarheid wil eeuwig bevestigd worden, volgens mij.
Ayah: Zijn er nog meer verschillen?
Hans: De Waarheid gedijt bij bewondering, niet-weten gedijt bij verwondering.
Ayah: Nou, dan zou ik het wel weten.
Hans: Nou, ik niet.
Neigt jouw denken tot verwondering of tot bewondering?
Neigt jouw denken tot zelfbevestiging of tot zelfvernietiging?
Bepaal je dat zelf of overkomt het je?
Word jij opgewonden van het idee van de Waarheid of benauwt het je?
Voel jij je weleens euforisch?
Denk jij dat extase bij jezelf of bij anderen iets bewijst over de kwaliteit of de echtheid of de waarheid van de gedachte of ervaring die ermee gepaard gaat?