Voor alles is er een vastgestelde tijd en er is een tijd voor elk voornemen onder de hemel.
Er is een tijd om geboren te worden en een tijd om te sterven, een tijd om te planten en een tijd om het geplante uit te trekken.
Er is een tijd om te doden en een tijd om te genezen, een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen.
Er is een tijd om te huilen en een tijd om te lachen, een tijd om te rouwen en een tijd om te dansen.
Er is een tijd om stenen te verzamelen en een tijd om stenen te gooien, een tijd om te omhelzen en een tijd om afstand te bewaren.
Er is een tijd om te vinden en een tijd om te verliezen, een tijd om te bewaren en een tijd om te verspillen.
Er is een tijd om te breken en een tijd om te maken, een tijd om te spreken en een tijd om te zwijgen.
Er is een tijd om lief te hebben en een tijd om te haten, een tijd van oorlog en een tijd van vrede.
Prediker*
* Parafrase HvD.
Hans: Komt me bekend voor.
Ayah: Het is een citaat uit het Oude Testament.
Hans: Soefisme avant la lettre.
Ayah: Volgens mij komt Prediker 3 op hetzelfde neer als het citaat van Derwisj in ons vorige gesprek.
Hans: Namelijk?
Ayah: Dat er een tijd is voor gezelligheid en een tijd voor stilte, en dat je die twee niet moet verwarren.
Hans: Jij liever dan ik.
Ayah: Hoezo?
Hans: Dan moet je je de hele tijd afvragen waar het tijd voor is. En als je iets speciaals wilt doen, of het dáár wel tijd voor is.
Ayah: Jij denkt niet dat Prediker en Derwisj het over hetzelfde hebben?
Hans: Voor mij gaat Prediker over timing en Derwisj over gelatenheid.
Ayah: Leg eens uit.
Hans: Volgens Prediker is er een tijd om te zaaien en een tijd om te oogsten. Volgens Derwisj zaai je als je zaait en oogst je als je oogst.
Ayah: Derwisj zegt anders niets over zaaien en oogsten.
Hans: ‘In welke tijd en op welke plaats, wat dan ook.’
Ayah: Ah ja. Dus?
Hans: Als je zaait, dan zaaien – zelfs in oogsttijd. Als je oogst, dan oogsten – zelfs in zaaitijd.
Ayah: Dan gaat je zaad verloren.
Hans: Of oogst je wind.
Ayah: Dan lijd je honger.
Hans: Of ga je dood.
Ayah: Noem dat maar wijsheid.
Hans: Feiten zijn feiten.
Ayah: Maar waarom zou je zaaien en oogsten op het verkeerde tijdstip?
Hans: Omdat.
Ayah: Omdat wat?
Hans: Omdat wat dan ook.
Ayah: Bijvoorbeeld?
Hans: Omdat je dood wilt.
Ayah: En als je wilt leven?
Hans: Omdat je af wilt vallen.
Ayah: En als je aan wilt komen?
Hans: Omdat de koning het bevolen heeft.
Ayah: En als de koning is afgezet?
Hans: Omdat er geen seizoenen zijn.
Ayah: En als er wel seizoenen zijn?
Hans: Omdat je onder glas teelt.
Ayah: En als je in de volle grond teelt?
Hans: Omdat het wintergroenten zijn.
Ayah: En als het zomergroenten zijn?
Hans: Omdat je het juiste tijdstip niet kent.
Ayah: En als je het juiste tijdstip wel kent?
Hans: Omdat je avontuurlijk bent ingesteld.
Ayah: En als je behoudend bent?
Hans: Omdat je het niet kunt laten.
Ayah: En als je het toch kon laten?
Hans: Dan kon je het niet doen.
Ayah: Hoe weet je dat?
Hans: Omdat je het niet deed.
Ayah: En dat zou Derwisj bedoeld hebben?
Hans: Alleen als het tijd is voor interpretaties.
Ayah: Volgens mij hou jij meer van Derwisj.
Hans: Niet dat ik weet.
Ayah: Van Prediker dan?
Hans: Er is een tijd om te preken en er is een tijd om te dansen.
Wie spreekt jou meer aan, Prediker of Derwisj?
Heb jij overal een reden voor, en voor elke reden een reden?
Heb jij tijd om vragen te beantwoorden of lees je alleen maar?
Heb jij tijd om vragen te stellen?
Wil jij weleens dood?
Is er volgens jou een tijd om te leven en een tijd om te sterven, of leef je als je leeft en sterf je als je sterft?