Geïnspireerd door hoofdstuk 34 van de Daodejing
Meester Tja zegt:
De tienduizend wezens
verschijnen vanzelf
en de wijze weigert niet.
Ze verdwijnen vanzelf
en hij weigert niet.
Verdienste en berekening
verschijnen vanzelf
en de wijze weigert niet.
Ze verdwijnen vanzelf
en hij weigert niet.
Liefde en haat
verschijnen vanzelf
en de wijze weigert niet.
Ze verdwijnen vanzelf
en hij weigert niet.
Begeerte en apathie
verschijnen vanzelf
en de wijze weigert niet.
Ze verdwijnen vanzelf
en hij weigert niet.
Wijsheid en dwaasheid
verschijnen vanzelf
en de wijze weigert niet.
Ze verdwijnen vanzelf
en hij weigert niet.
Weten en niet-weten
verschijnen vanzelf
en de wijze weigert niet.
Ze verdwijnen vanzelf
en hij weigert niet.
Weigering en aanvaarding
verschijnen vanzelf
en de wijze weigert niet.
Ze verdwijnen vanzelf
en hij weigert niet.
Hij zou niet weten hoe.