Al negen jaar zat Bodhidharma in een grot met zijn gezicht naar de muur. Daar was niets te zien, behalve soms wat schaduwen van buiten. Tenzij het helemaal geen schaduwen van buiten zijn, peinsde Bodhidharma, maar de volle werkelijkheid.
Om toch maar niets van die prachtige grotesken te hoeven missen bleef Bodhidharma pal met zijn gezicht naar de muur zitten. ‘Leegte is schaduw, schaduw is leegte’, prevelde hij keer op keer en wentelde zich in zijn wijsheid.
Zijn gedoodverfde opvolger Huiko stond wanhopig in de sneeuw te wachten en wist niet wat hij moest doen om Bodhidharma’s aandacht te trekken. Toen hij ten einde raad zijn eigen arm afhakte om ten minste de bodhisattva in Bodhidharma te wekken, gaf ook deze geen sjoege.
Pulserend spoot het bloed uit de stomp, een krachtige straal die snel afnam terwijl de verminkte langzaam door zijn knieën zakte en voorover in de sneeuw viel. ‘Wat een schitterende schaduwen weer vandaag’, riep Bodhidharma opgetogen uit.
En zo komt het dat we vandaag de dag nog steeds geen opvolger hebben voor de eerste zenpatriarch.
Deze tekst maakt deel uit van de serie Niet om door te komen, de Poortloze Poort. Woord: Hans van Dam. Beeld: Lucienne van Dam. Alle teksten van deze serie. De Poortloze Poort op NietWeten.nl. Alle publicaties van Hans van Dam in het Boeddhistisch Dagblad.