1.
Monnik: Er loopt een os door het hek. Zijn hoorns, kop en poten zijn er al door. Waarom kan zijn staart er niet door?
Meester: Omdat het hek op zijn k
2.
Monnik: Er loopt een os door het hek. Zijn hoorns, kop en poten zijn er al door. Waarom kan zijn staart er niet door?
Meester: Omdat hij het hek is.
3.
Monnik: Er loopt een os door het hek. Zijn hoorns, kop en poten zijn er al door. Waarom kan zijn staart er niet door?
Meester: Omdat er nóg een hek staat.
4.
Monnik: Er loopt een os door het hek. Zijn hoorns, kop en poten zijn er al door. Waarom kan zijn staart er niet door?
Meester: Omdat er geen hek is.
5.
Monnik: Er loopt een os door het hek. Zijn hoorns, kop en poten zijn er al door. Waarom kan zijn staart er niet door?
Meester: Omdat hij geen staart heeft.
6.
Monnik: Er loopt een os door het hek. Zijn hoorns, kop en poten zijn er al door. Waarom kan zijn staart er niet door?
Meester: Omdat het geen os is.
7.
Monnik: Er loopt een os door het hek. Zijn hoorns, kop en poten zijn er al door. Waarom kan zijn staart er niet door?
Meester: Omdat hij in zijn bek zit.
8.
Monnik: Er loopt een os door het hek. Zijn hoorns, kop en poten zijn er al door. Waarom kan zijn staart er niet door?
Meester: Omdat hij aan weerszijden een kop heeft.
9.
Monnik: Er loopt een os door het hek. Zijn hoorns, kop en poten zijn er al door. Waarom kan zijn staart er niet door?
Meester: Omdat hij achteruit loopt.
10.
Monnik: Er staat een os voor het hek. Waarom kan hij er niet doorheen?
Meester: Omdat het hek midden in het weiland staat.
Monnik: Maar dan kan hij er toch omheen?
Meester: Maar dan gaat zijn staart er niet doorheen.
Deze tekst maakt deel uit van de serie Niet om door te komen, de Poortloze Poort. Woord: Hans van Dam. Beeld: Lucienne van Dam. Alle teksten van deze serie. De Poortloze Poort op NietWeten.nl. Alle publicaties van Hans van Dam in het Boeddhistisch Dagblad.