Woord Vooraf
Ik heb een zwak voor fabels, taferelen-met-een-moraal over fabeldieren zoals ikzelf. Tevens ben ik allergisch voor stichtelijke praatjes van mensen zoals ikzelf. Mijn zwak en mijn allergie zijn de vader en moeder van de reeks taferelen waarvan dit de inleiding is. Ik heb ze niet zelf verzonnen, het is allemaal gejat, geroofd en na-geaapt van andere literaire dieven, plagiaatplegers en afkijkers.
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor. Onderwijzer? Heraut? Clown? Missionaris? Consulent?
Wat niet in het midden blijft is de thematiek: geen pretenties dus niet lullen maar poetsen.