Er is niets romantisch aan.
Op 30 april 2016 maak ik mij los van het dagelijkse leven met al haar routines en vastigheden, om in de marge van de samenleving te voet op weg te gaan naar een bestemming buiten de mij bekende wereld: Trondheim (Noorwegen).
Op de laatste zaterdag van april neem ik rond een uur of tien de rugzak op, en loop daarna vanuit huis in oostelijke richting, niet precies wetend waar ik die avond zal slapen. Vanaf dat moment neem ik met iedere stap meer afstand van het gangbare leven om in de marge te leven, als pelgrim.
Volgens André Droogers is zuiver pelgrimeren zeldzaam, zeker in vergelijk met pelgrimeren in de middeleeuwen. In die tijd had je geen lichtgewicht rugzakken en geen speciale wandelschoenen; geen hiking poles … eigenlijk had je vrijwel niks. De wegen waren beroerd; de route was slecht aangegeven; de onderkomens barsten van de bedwantsen; aan voldoende en veilig eten en drinken komen was een opgave en je moest ook nog eens oppassen voor rovers en wilde dieren. En last but not least: je kon alleen maar uit huis vertrekken en je moest te voet of te paard zowel héén als terug, als je al terugwam… want wanneer je onderweg ziek werd, kon het beroerd met je aflopen. Je reisde indertijd immers zonder doorlopende reisverzekering door landstreken waar artsen en ziekenhuizen ontbraken. Anno 2016 moet je echt je best doen om te verdwalen, en als dat al zou lukken, kunnen ze je altijd nog uitpeilen … tenminste, als je een smartphone bij je hebt. En geloof me, die neem ik mee. Ik heb hem nodig om contact te onderhouden met het thuisfront, en om verslag te doen van mijn wedervaren. Hoe ook, ik ga van mijn tocht zeker geen overlevingstocht maken in de voetsporen van Bear Grills. Daarvoor mis ik simpelweg de nodige vaardigheden. Wel ga ik mijn best doen mijn portemonnee dicht te houden en geen gebruik te maken van de betaalpas of de creditcard. Dat houdt in dat ik moet proberen te leven van de hulp en de giften die mensen mij bieden, voor zover dat mogelijk is. Het betekent in ieder geval dat ik geen gebruik zal maken van een hotel; B&B; camping of ander betaald onderkomen! Ik moet het doen met een enkeldaks tarptentje; een slaapzak en de harde grond, tenzij ik ergens een zachte hooiberg vind of een bedje van mos, dan wel spontaan aangeboden gastvrijheid. Ik heb geen recht of garantie op wat ook; tot ik onverhoopt het punt bereik waarop ik moet toegeven dat mijn gezondheid en veiligheid ernstig gevaar lopen. Dan, en niet eerder, kan ik terugvallen op – inderdaad – mijn creditkaart, betaalpas en desnoods doorlopende reisverzekering. Dat moet genoeg zijn om weer thuis te komen. Dat is ook een ander verschil met de middeleeuwen: de terugreis. Ik koop in Trondheim waarschijnlijk gewoon een kaartje voor de trein.
Mijn pelgrimage heeft drie doelen:
- Een reisdoel: Nidaros, bijna 1000 kilometer verderop gelegen in Noorwegen.
- Een ideëel doel: geld inzamelen voor de Hartstichting, met name voor kinderen met aangeboren hartaandoeningen.
- Een spiritueel doel (voor mij het belangrijkste): volledig vertrouwen op de dharma (de weg) door alles achter mij te laten en mij over te geven aan wat komt.
Wat het laatste betreft: ik weet niet of ik dat kan, en al helemaal niet of dat gaat lukken. Het is een experiment, of eigenlijk meer het stellen de vraag “Wat is de zin en betekenis van mijn leven in deze werkelijkheid – het onderweg zijn?”. Het antwoord ligt – weet ik zeker – niet in Nidaros. Ik hoop dat het antwoord in stukjes en beetjes tot mij komt: in verschillende bochten van het pad; tijdens klimmen en dalen, en tijdens het doorwaden van koude stromen smeltwater of het schuilen voor een donderbui. Mogelijk vindt ik het antwoord pas als ik thuiskom, omdat het al die tijd gewoon achter de voordeur lag. Misschien zijn er zelfs helemaal geen antwoorden, en blijven alleen de vragen… OK. Terwijl ik dit opschrijf neem ik mij voor alle vragen thuis te laten zodat ik ook niet naar antwoorden hoef te zoeken. Een bekend gezegde in pelgrimsland luidt: alles wat je thuis laat, is mooi meegenomen. Dat geldt niet alleen voor zaken die je op een weegschaal kunt leggen; het geldt vooral voor zaken die op het hart en de ziel drukken.
Sjoerd zegt
Vrede op je weg.