De Amerikaans-Duitse filosofe en politieke denker Hannah Arendt werd geboren in een politiek progressief, seculier joods gezin. Ze vluchtte in 1933 naar Parijs en werd later als Duitse stateloze geïnterneerd. Ze wist in 1941 te vluchten naar New York. Misschien werd zij het bekendst door haar boek The origins of totalitarianism en Eichmann in Jerusalem: a report on the banality of evil. Dit artikel geeft een indruk van haar denken over politiek en vrijheid.
Geen enkel menselijk bestaan, zelfs niet van een kluizenaar in de wildernis is mogelijk zonder een wereld die direct of indirect getuigt van de aanwezigheid van andere menselijke wezens, schrijft Hannah Arendt in The Human Condition. Handelen (action) is het voorrecht van de mens en de aanwezigheid van anderen bepaalt dit handelen. Deze relatie tussen handelen en bestaan verklaart de vroege vertaling van Aristoteles’ Griekse zoon politikon (politiek wezen) in het Latijnse animalis socialis (sociaal wezen). Later werd deze foutieve ‘vertaling’ standaard en hierdoor ging volgens de auteur het oorspronkelijk Griekse begrip ‘politiek’ verloren.
Het Latijnse ‘sociaal’ heeft geen oud-Griekse equivalent. Aristoteles en Plato wisten dat een mens niet kan leven zonder andere mensen. Dit is niet typisch menselijk, andere dieren hebben dit ook. De verwarring rond de gelijkstelling van ‘politiek’ met ‘sociaal’ is net zo oud als de vertaling van Griekse in Latijnse begrippen en daarna in hun aanpassing in het Romeins-Christelijke gedachtengoed. In de moderne tijd werd de verwarring nog groter, aldus Arendt.
Polis
De opkomst van de polis, de Griekse stadstaat, tussen 800 en 500 v.o.j., gaf de Grieken een tweede bestaan, de bios politikos, naast hun privé- en familieleven. Elke burger kon voortaan deelnemen aan twee bestaansvormen, maar ‘het beheersen van de levensbehoeften door de huishoudens bepaalde de vrijheid van de stadstaat.’ De polis was een geschikte vorm van bestuur en het politieke was de ruimte waarin de handelingsvrijheid zich kon uiten. De burgers kwamen bij elkaar op de marktplaats, niet alleen om handel te drijven, maar ook om zaken van algemeen belang te bespreken. Tot dit overleg hadden alleen inwoners toegang ‘die geen slaaf waren, niet onderworpen waren aan de dwang van anderen en geen arbeiders, die gedreven werden door de noodzaak van de biologische levensprocessen’, Denken zonder leuning bladzijde 193. Zie ook de link How Did Greek City-States Work?
De polis verschilde van het huishouden en het familieleven, want daar bestond ongelijkheid. Het hoofd ervan was als een despoot en onvrij, behalve als hij zich vrij kon maken om de politieke ruimte te betreden onder andere vrijgestelde ‘gelijken’. De meerderheid van de bevolking in een stadstaat bestond uit ‘ongelijken’. ‘Equality, far from being connected with justice, as in modern times, was the very essence of freedom: to be free meant to be free from the inequality present in rulership and to move to a sphere were neither rule nor being ruled existed,’ The Human Condition bladzijde 33.
Handelen (praxis) en spraak (lexis) die in alle gemeenschappen plaatsvinden werden gezien als politiek en behoren tot de bios politikos van de polis. Daar werd iedere beslissing over het algemene belang genomen met woorden en overtuigingskracht. Het met kracht en geweld dwingen van mensen in plaats van ze te overtuigen waren volgens de oude Grieken pre-politieke omgangsvormen. Ze waren kenmerkend voor het huishouden en het familieleven.
Het sociale
Na de val van het Romeinse rijk bood de katholieke kerk mensen een substituut voor het burgerschap. In de ogen van God is immers iedereen gelijk. Het toekennen van burgerschap was voorheen het voorrecht van de stadsregering. Hoe ‘wereldlijk’ de kerk ook zou worden, cruciaal is dat een ‘bovenwereldlijke betrokkenheid (otherworldly concern)’ de geloofsgemeenschap bij elkaar hield.
Het wereldlijke onder het feodalisme kwam overeen met het private (private realm) van de antieken. Alle activiteiten werden opgenomen in de sfeer en de vorm van het huishouden, waar ze alleen een private betekenis hadden en waardoor een openbaar domein (public realm) ontbrak. Dit private breidde zich verder uit, maar anders dan bij het oude hoofd van een huishouden kon de feodale heerser rechtspreken binnen de grenzen van zijn machtsgebied. Het hoofd van een huishouden kende alleen de wetten en de rechtspraak van de polis.
De opkomst van het sociale (social realm) dat volgens Arendt strikt gezien noch persoonlijk, noch openbaar is, is een tamelijk modern verschijnsel. Het ontstond in de moderne tijd en kreeg vorm in de natiestaat. In ons denken is de oude scheidslijn van de polis tussen de activiteiten die te maken hebben met het instandhouden van het leven (household and family) en de gemeenschappelijke wereld (common world) vervaagd. We zijn het geheel van volkeren en politieke gemeenschappen gaan zien als ‘a family whose everyday affairs have to be taken care of by a gigantic, nation-wide administration of housekeeping.’ Deze menselijke superfamilie noemen we ‘samenleving’ en de politieke organisatievorm ervan ‘natie’.
Politiek
De reden dat er zoiets bestaat als politiek is de vrijheid. Door de omgang met anderen worden we ons bewust van die vrijheid en het tegendeel ervan. ‘Mensen kunnen alleen vrij zijn in een relatie tot een ander, en pas in het domein van de politiek en het handelen kunnen ze vrijheid ervaren als iets wat meer is dan ‘niet gedwongen worden’’, Denken zonder leuning bladzijde 185.
De vrijheid kan niet naar buiten treden zonder een politiek gegarandeerde ruimte. Vrijheid en politiek vallen aantoonbaar samen en zijn onderling nauw verbonden, ‘als de twee keerzijden van een medaille’, schrijft Arendt. Echter, ‘we zijn geneigd te denken dat vrijheid begint waar politiek eindigt, omdat we hebben gezien dat de vrijheid is verdwenen waar de politiek eindeloos en onbegrensd werd’, Denken zonder leuning bladzijde 186.
Revolutie
Het essay ‘De vrijheid om vrij te zijn’, bladzijde 247 tot en met 269 van Denken zonder leuning, handelt over de voorwaarden en de betekenis van revolutie. Preciezer geformuleerd gaat het over de Amerikaanse en de Franse Revolutie. Als het begrip ‘revolutie’ in de 17de eeuw opkomt, is de betekenis ervan astronomisch, namelijk ‘omwenteling’. ‘Het politieke gebruik was metaforisch en beschreef een terugzwaai naar een vooraf bepaalde orde.’ ‘Revolutie’ betekende ‘restauratie’. Tijdens deze twee revoluties werd geprobeerd om oude rechten en privileges nieuw leven in te blazen. In plaats van een terugkerende beweging in handelen en denken, bleek het juist een opening naar de toekomst. Tijdens de revolutionaire ontwikkelingen veranderde de betekenis van het begrip ‘revolutie’ en het begrip ‘vrijheid’.
Als het in deze revoluties alleen te doen was geweest om burgerrechten te garanderen, dan was een bevrijding van de regimes die hun bevoegdheden overtraden voldoende geweest. Bevrijding van onderdrukking was ook mogelijk onder een monarchistische (maar niet tirannieke) regering. De vrijheid van een politieke manier van leven vroeg echter om een nieuwe, of herontdekte regeringsvorm.
Geen enkele revolutie begon ooit door de ‘massa’ en de ‘onderdrukten’. Zij was ook nooit het gevolg van samenzweringen, geheime genootschappen of openlijk revolutionaire partijen. Bovendien komen succesvolle revoluties zelden voor. Over het algemeen is een revolutie onmogelijk zolang het staatsgezag intact is. Revolutie is een mogelijk antwoord op de neergang van een bewind, ‘niet de oorzaak maar het gevolg van het verval van politiek gezag.’ Als de ontbindingsprocessen lang genoeg duren kan het zover komen dat er een revolutie uitbreekt, maar alleen als er wel voldoende leden van de bevolking zijn die het bewind willen laten vallen en de macht willen overnemen. De mensen van wie men aanneemt dat ze de revolutie ‘maken’ en de macht ‘grijpen’, rapen haar volgens de auteur op van de straat.
Vóór de revoluties werden de mannen van de Amerikaanse en Franse Revolutie hommes de lettres genoemd. Zij wijdden hun vrije tijd aan het bestuderen van de Romeinse geschiedenis. ‘Niet omdat ze een romantische hang hadden naar het verleden, maar met de bedoeling de geestelijke en institutionele politieke lessen terug te vinden die in eeuwen van een strenge christelijke overlevering verloren waren gegaan of half in vergetelheid waren geraakt.’ Zonder het antieke voorbeeld van wat politiek ook kon zijn en wat de deelname aan publieke aangelegenheden voor het geluk van de mens kon betekenen, zou geen van ‘revolutionairen’ de moed gehad hebben. Deze hommes de lettres hadden geen baas boven zich en waren steeds drukdoende om in hun levensonderhoud te voorzien. Ze leken wat dit betreft op de antieke Griekse en Romeinse vrijgestelden die zich intensief aan staatszaken wijdden.
Verschillen
In politiek en sociaal opzicht waren de omstandigheden in beide landen verschillend. In vergelijking met het Franse absolutisme was de heerschappij van de Britse koning en het parlement ‘mild’. Het land had een ingewikkeld en goed functionerend systeem van zelfbestuur. Deze onderlinge verschillen tussen Frankrijk en de Britse koloniën in de nieuwe wereld waren gering vergeleken bij de Europese sociale omstandigheden die een enorm obstakel waren voor de vrijheid.
De mannen van deze eerste revoluties wisten dat de bevrijding vooraf moest gaan vrijheid. Ze waren zich er niet van bewust dan er meer nodig was dan een politieke bevrijding van absolute en despotische macht. De vrijheid om vrij te zijn is immers niet alleen vrijheid van angst, maar ook van armoede en gebrek. De vrijheid van angst was een privilege waarvan de bovenlaag in relatief korte periodes in de geschiedenis had kunnen genieten. Het vrijzijn van armoede en gebrek was het grote privilege van een heel klein percentage van de mensheid door de eeuwen heen. ‘Alleen mensen die vrij zijn van armoede en gebrek, weten de vrijheid van angst op zijn juiste waarde te schatten, en alleen degenen die vrij zijn van beide verkeren in de situatie dat ze een hartstocht kunnen opvatten voor de publieke vrijheid’, bladzijde 260.
De Amerikaanse Revolutie werd niet geconfronteerd met dit obstakel. Zij dankte haar succes voor een groot deel aan de afwezigheid van een wanhopige armoede onder de vrije burgers en aan de onzichtbaarheid van de ellende van de slavernij in de koloniën van de nieuwe wereld. Les malheureux die in de loop van de Franse Revolutie zo’n grote rol speelden en werden gelijkgesteld aan le peuple bestonden in Amerika niet of waren onzichtbaar, aldus Arendt.
Het nieuwe vrijheidsbegrip dat uitging van de bevrijding van armoede en gebrek bepaalde de richting en het doel van de Franse Revolutie. Als het geluk van het volk het doel was en dit gold voor de meeste revolutionairen, ‘dan was daarvoor een enigszins verlichte regering waarschijnlijk beter geschikt dan een republiek.’ De Franse Revolutie draaide uit op een catastrofe en werd een keerpunt in de wereldgeschiedenis. De Amerikaanse Revolutie was een overweldigend succes, maar een plaatselijke aangelegenheid.
Lessen geleerd
Het begin van de beide revoluties was nagenoeg identiek, maar aan het einde verschilden ze enorm. Volgens Arendt komt dit doordat de bevrijding van de armoede een voorwaarde is voor vrijheid, maar ook doordat de bevrijding daarvan niet op dezelfde manier kan plaatsvinden als de bevrijding van politieke onderdrukking. Geweld dat wordt ingezet tegen geweld leidt tot oorlog, tussen landen of burgers. Geweld ingezet tegen sociale omstandigheden leidde altijd tot terreur. ‘Terreur die uitbreekt nadat het oude regime verdwenen is en het nieuwe regime geïnstalleerd, is datgene wat een revolutie ten onder doet gaan of zo ernstig deformeert dat ze afglijdt naar tirannie en despotisme.’
Op bladzijde 268 van haar essay ‘De vrijheid om vrij te zijn’ schrijft Hannah Arendt: ‘Juist omdat een revolutie de vraag opwerpt naar politieke vrijheid in haar waarachtigste en radicaalste vorm – de vrijheid om deel te nemen aan publieke aangelegenheden, de vrijheid van handelen – zijn alle andere vrijheden, politieke en burgerlijke, in gevaar zodra een revolutie mislukt. Ontspoorde revolutie zoals de Oktoberrevolutie onder Lenin, kunnen, zoals we nu weten, gevolgen hebben die in hun pure verschrikking geen weerga kennen.’
Opmerkingen
Polis, meervoud poleis, is Oudgrieks betekent oorspronkelijk burcht, maar wordt ook gebruikt om een burgergemeenschap of een stad aan te duiden.
BD publiceerde in november 2021 het artikel ‘Politiek is niet hetzelfde als een kast in elkaar zetten’. Dit artikel handelt over het boek De werelden van Hannah Arendt. Lange lijnen in leven en werk, geschreven door Joop Berding.