David van Goorle leefde van 1591-1612. Hij was de zoon van een protestantse vluchteling uit Antwerpen en een Friese prinses. Hij groeide op bij zijn grootouders in de Martena State in het Friese plaatsje Cornjum. Daar overleed hij ook aan een aanval van malaria. Zijn grafsteen in de dorpskerk is er nog steeds te bewonderen. Hij studeerde filosofie aan de universiteit van Franeker en theologie aan de Universiteit van Leiden. De Leidse universiteit heeft zelfs een van zijn gebouwen naar hem vernoemd. In zijn korte leven heeft hij twee boeken geschreven, een over filosofie en een over natuurkunde.
Atoomtheorie
David is bekend geworden als een van de eerste verdedigers van de moderne atoomtheorie. Deze theorie betekende een verwerping van de scholastiek, de door de kerk geadopteerde leer van Aristoteles. Hij werd daarom door de bekende Franse wetenschapper Pater Mersenne in een adem genoemd met Giordano Bruno, van wie hij waarschijnlijk via zijn professor in Franeker had gehoord. Net zoals Bruno en Spinoza werd hij verdacht van atheïsme of op zijn minst deïsme. Dit is de leer dat God na het scheppen van de wereld er zijn handen van af heeft getrokken en zich ermee tevreden stelt de door hem gecreëerde soapserie gade te slaan. Het dikste boek van David, “Exercitationes philosophicae” (Filosofische Oefeningen), is zelfs door René Descartes gelezen.
De inleiding
In het boekje “De jonge filosoof” wordt een zekere Christoph opgevoerd, die in de bibliotheek een boek vindt van David van Goorle. Dit is het kleinere boek “Idea Physicae”, maar dan in het Nederlands. Christoph vindt met andere woorden de (niet bestaande) Nederlandse uitgave” Schets van de Natuur” in de bibliotheek. Hij is erg onder de indruk van het boek en wil weten wie de schrijver was. Dat bleek dus David van Goorle te zijn. Hij zoekt door in andere boeken en komt verhalen over de schrijver tegen. Hij gaat zelfs naar de plaatsen toe waar David heeft gewoond. Zo wil hij ook graag weten wat eigenlijk een filosoof is.
De jonge filosoof
In de rest van het boek wordt in hoofdlijnen de levensloop van David van Goorle beschreven. Deze komt naar voren als een onderzoekende jongen, die overal vragen over stelt en zich niet zomaar iets wijs laat maken. Hij bestudeert eerst de natuur, die hij om zich heen ziet. Later, als hij in Franeker bij zijn professor in huis woont, leest hij veel boeken en die vindt hij erg interessant. Hij ontdekt echter dat hoe meer je studeert, hoe meer vragen er bij je opkomen. Voor een filosoof is dat erg fijn, want die houdt van vragen.
Conclusie
Het is een prachtig boekje, vlot geschreven en goed leesbaar voor jonge kinderen. Het is door Mark Hektor prachtig geïllustreerd. Het is dus iets waar je jonge lezers zeker blij mee zult maken.
De inleiding, waarin de jongen Christoph wordt opgevoerd, doet helaas wat merkwaardig aan. Christoph komt eigenlijk uit de lucht vallen en is verder compleet overbodig, hij speelt in de rest van het boek totaal geen rol. Wie de documentaire ziet, begrijpt echter dat de schrijver Arjen Dijkstra zich hiermee zelf en plaats in het boekje heeft proberen te geven.
Verder had het verhaal wat mij betreft best wat uitgebreider gemogen. Het is wat oppervlakkig gebleven en spreekt eigenlijk weinig tot de verbeelding van de lezer. Een paar illustraties en uitweidingen over wat David van Goorle allemaal voor bijzondere ontdekkingen heeft gedaan, zou kinderen zeker aanspreken. Misschien is dit een idee voor een vervolg.
- H. Lüthy (2012): David Gorlæus (1591-1612), An Enigmatic Figure in the History of Philosophy and Science, Amsterdam University Press, Amsterdam