Maaltijden bereiden in een zenkeuken. Is dat anders dan in een gewone keuken? Die vraag werd mij gesteld toen ik geïnterviewd werd door het inmiddels ter ziele gegane BoeddhaMagazine omdat ik kok ben en in het zenboeddhistisch centrum de Noorder Poort in Drenthe kook. Meestal voor groepen tussen de 20 en 35 mensen. Dus de maaltijden die ik bereid zijn ‘groepsmaaltijden’. Rijst of granen met een saus van kikkererwten, groente en een salade bijvoorbeeld.
Of dat specifiek “zen” koken is? Nee, dat denk ik niet. Misschien wel de manier waarop ik aan het werk ben in de keuken. Maar om dat hier uit te leggen voert te ver.
Koken op een plek waar retraites worden gehouden is dankbaar werk. Mensen proeven veel meer dan thuis. En eten veel bewuster. Mede daardoor zijn ze altijd erg enthousiast over de maaltijden. Deze linzenruiten bijvoorbeeld, is een gerecht dat ik regelmatig maak als ik voor een groep kook. En altijd komen mensen navragen wat het recept ervoor is. Dus bij deze:
Ingrediënten (voor ca. 4 personen)
- 150 gram rode linzen
- kruiden bouillon
- 2 uien
- 3 teentjes knoflook
- 3 eieren
- 1 tl majoraan
- 1 tl thijm
- zout en peper
- geraspte kaas
Snijd de uien fijn. Pers de knoflook uit. Fruit de uien en de knoflook in een hoge pan, in wat olie. Doe de linzen er bij als de ui glazig is. Laat even meebakken en voeg er dan anderhalf zoveel water aan toe. Laat dit mengsel pruttelen tot de linzen gaar zijn.
Vet ondertussen een lage ovenschaal in en verwarm de oven voor op 200 graden. Maak het linzenmengsel op smaak met kruidenbouillon, eventueel wat zout, peper en kruiden.
Haal de pan van het vuur en voeg er de (losgeklopte) eieren aan toe. Giet dit mengsel in de ovenschaal. Doe er wat geraspte kaas overheen en zet het gerecht een half uur ( of tot het een stevige koek geworden is) in de oven. Snijd het in vierkante stukken of ruiten. Serveer de linzenruiten bijvoorbeeld met rijst, een groene groente en salade.
Je kunt op dit recept eindeloos variëren. Andere kruiden gebruiken (rozemarijn, oregano, peterselie) . Of je kunt er noten aan toevoegen of champignons. Ook voeg ik er wel eens wat oud verkruimeld brood aan toe. Dan wordt de linzenkoek wat steviger.
G.J. Smeets zegt
Ja, een dankbare variëer-basis. Bij koude dagen doe ik een handje licht geroosterde cocossnippers bij de rode linzen. Bij warme dagen een flinke hand fijngehakte muntblaadjes bij de geklopte eieren en dan dien ik de koekjes (ijs)koud op. Koken is jazz en jazz is zen ?
zeshin zegt
Maaltijden bereiden in een zenkeuken. Is dat anders dan in een gewone keuken?
Ja dat is wezenlijk anders. Vanaf Boddhidharma is er een boeddhistische keuken ontwikkeld die binnen zen Shojin Ryori heet. Deze keuken heeft een cuisine ontwikkeld die helderheid van geest bevorderd. Alles wat je tot je neemt beïnvloed je geest. Van koffie, chocola, suiker, enz word je hyper en van alcohol, amandelen, bananen, enz raak je beneveld, en zo zijn er veel producten die ‘als het kan’ vermeden worden. Zo zijn er ook in de zen keuken essentiële producten zoals takuan en Umeboshi. Umeboshi zorgt voor afbraak van melkzuur wat zich tijdens meditatie in je benen ophoopt. ( maar stop umeboshi niet zo maar in je mond, weet hoe je het moet nuttigen)
De zenkeuken gaat niet over het leed in de wereld verzachten, maar inzicht, ‘Helderheid van geest’ in wat leed is en hoe het ontstaat. Shojin Ryori is samen met Oryoki-stijl eten een van de onderdelen van het totaal pakket van de zenbeoefening. Tijdens de novice training van 1000 dagen krijg je een halfjaar onderricht van de Tenzo in de zen cuisine waarbij ‘Fancy cooking’uit de boze is.
De zenkeuken is wezenlijk anders dan welke keuken ook. Het dichtst bij komt de macrobiotiek die op Shojin Ryori is gebaseerd maar waarbij aan het geestelijk aspect geen aandacht word geschonken en alleen op gezondheid en genezing is gericht.
PS
Alle uiachtige zijn taboe in de zenkeuken.
G.J. Smeets zegt
Zeshin,
Dat alles wat je tot je neemt je geest beïnvloedt is een open deur.
”Umeboshi zorgt voor afbraak van melkzuur” zeg je. Dat is nog maar de vraag want de biochemische factoren zijn complex: genetische pre-dispositie, conditie en samenstelling van de darmflora, kwaliteit van het speeksel in de etende mond, samenstelling van de vele lucht die door het kauwen in de doorgeslikte voedselbrei zit, etc. etc. Lees je effe in in de biochemie van de humane voedselopname en je snapt dat de ene mens de andere niet is. Kortom, als er al ‘zen’ in de keuken rondwaart dan in de kok, niet in de ingrediënten. Duidelijk zo?