‘De wijze is stil, niet omdat men zegt dat stil zijn goed is, maar omdat geen van de tienduizend dingen in staat is zijn hart te beroeren; daarom is hij stil. Wanneer het water stil is, dan weerspiegelt het alles, tot aan de baard en de wenkbrauwen toe; het oppervlak is zo zuiver waterpas dat grote timmerlieden het als model nemen. Wanneer het water dat stil is zo helder wordt, hoeveel te meer nog de geest!’*
Groot persoonlijk leed kan je van je voetstuk blazen. Als je vertrouwde wereld afbrokkelt en je veel van je houvast verliest, kun je overmand worden door leed, verdriet, pijn en misschien ook zelfmedelijden. Dan voelt het zwart en je waant je geïsoleerd en afgescheiden.
De tienduizend dingen – één van de tienduizend (als oneindig aantal) dingen waaruit de schepping bestaat – beroeren je hart en wel zo dat je er volledig door wordt geabsorbeerd en je je er volledig mee identificeert. De geest is onstuimig en troebel. Pijn in een orgaan dat niet bestaat.
Wat heb je dan nog aan een tekst zoals die hierboven?
Soms helemaal niets, omdat je zo opgeslokt wordt door de duisternis. Duisternis die je dan alleen maar kunt uitzitten. Het stormt en het water wordt opgezweept. Welk mens gaat stormloos door het leven? Ik niet en ik ken ze niet. Gelukkig gaan stormen weer liggen.
Ik ken wel mensen die zo met de storm meebuigen dat ze niet bewegen. Eén met wat zij ervaren, zonder een gefixeerd middelpunt. Terwijl het leed hen doortrekt en zij dit doorleven, worden ze er niet door weggeblazen.
Het is een wonderbaarlijke paradox, dit verkruimeld worden en toch heel blijven; intens verdriet ervaren, hevige pijn voelen en toch ook de ruimte eromheen gewaarzijn. In de beroering onberoerd blijven. Het is onmogelijk, maar het is mogelijk. Het is vanuit eenvoud (het enkelvoudige) in de veelvoud (de tienduizend dingen) leven. Of: in de eenvoud de tienduizend dingen (be)leven.
Woorden. Semantisch onderscheid kan een valkuil zijn. Woorden kunnen de geest vertroebelen, een middel om de stilte te vermijden. Stilte is een antwoord.
Stil is het hart van de wijze! Het is de spiegel van hemel en aarde, de spiegel van de tienduizend dingen. Waarlijk! In het open en stil zijn, met vredige mildheid en in eenzame kalmte niets doen, daarin ligt de grondslag van hemel en aarde en de hoogste uiting van de deugd [werking, RH] van de Tao: daarom zullen de vorst en de wijze immer daarin verblijven. ‘Blijven’ wil zeggen: leeg zijn; uit leegte komt volheid, en met volheid komt volledigheid. Leegte betekent stilte, uit stilte komt beweging, en met beweging komt welslagen. Stilte wil zeggen: niets doen, en door het nietsdoen voltooien zij die met opdrachten belast zijn al hun taken.’