“Onze ogen zien allemaal precies hetzelfde. Pas wanneer ons denken – ons ego – ertussen komt, gaan we dingen verschillend zien. Dat is een inperking van ons gezichtsvermogen, omdat we niet meer kunnen zien wat we werkelijk zien. Het is daar waar onze verwarring ontstaat, waar ons leed ontstaat, waar alle leed ontstaat. Daarom beoefenen we zazen. Om te kunnen zien wat we werkelijk zien, wat alle levende wezens zien…”
Voordat ik in mei 2011 naar Sogenji vertrok, heb ik nog kort – een dag of tien – door Japan gereisd. Ik heb toen ook Hiroshima bezocht, de stad die op 6 augustus 1945 – om kwart over acht ’s ochtends – met een atoombom werd aangevallen. In een fractie van een seconde kwamen 78.000 mensen om. Tienduizenden anderen liepen zeer ernstige brandwonden op, dit als gevolg van een enorme radioactieve vuurbal (met een temperatuur van 4.000 ºC) die meteen na de explosie ontstond. Veel van hen stierven binnen enkele uren daarna.
Het dodental als gevolg van het bombardement op Hiroshima stond eind 1945 op 140.000. Dat aantal zou als gevolg van de radioactieve besmetting uiteindelijk nog oplopen tot 240.000. Daarmee is ongeveer 70% van de inwoners van Hiroshima omgekomen.
De Hiroshima National Peace Memorial Hall for the Atomic Bomb Victims verzamelt en bewaart de ijzingwekkende ooggetuigenverslagen van het bombardement. Korte animaties verbeelden deze herinneringen. Ik heb er een aantal van kunnen bekijken.
Ik had me nooit gerealiseerd dat veel mensen het gewoon hebben ‘zien’ gebeuren, letterlijk. Tomiko Okabe (toen 23):
As soon as I stepped out, a B29 flew overhead. It was strange because there was no air-raid siren. Then 4 or 5 minutes later, it came back. This time it dropped a black box about so big, but I don’t know, it was pretty high up. It came falling with a little parachute attached to it. I thought, “What’s that?” and stared at it. When I looked at it, I wasn’t aware of the time or anything. I was mesmerized. It’s difficult to explain. My skin was pulling and I couldn’t move. Actually that was my skin burning and sticking together.
In de vuurbal die op de explosie volgde werden mensen levend verbrand. Hun huid werd eerst plakkerig, dan vloeibaar en liet tenslotte los. Mariko Yamamoto (18):
Then one after another, the people I met, most of them were naked. I could see they had pant strings or belts, but then their skin was draping from over that. Burnt skin. And their hands. You’d think they were wearing gloves, because the skin was detached.
Door het inademen van de kokendhete lucht waren veel mensen ook van binnen verbrand, dat wil zeggen: hun mond, tong, luchtpijp en longen. Dat gaf hen het gevoel een enorme, onlesbare dorst te hebben. Een dodelijke dorst. Kiyoshi Kagawa (19), een jonge dienstplichtige:
People were lying dead on their stomachs, after begging for water. It was very shocking. I felt especially sorry for the young boys and girls. “Give me water,” they would say. So I would give them my water bottle. But when they drank, they died. They knew they would die but they still begged. Grabbing onto someone’s legs or gaiters, they knew, but they drank and died.
De pijn van de brandwonden en de dorst dreef degenen die nog konden lopen naar de rivier. In de hoop daar verkoeling te vinden, om te kunnen drinken… maar uiteindelijk om massaal te sterven. Isano Tanabe (26):
Up on the bank I saw people that made our wounds look like scratches. Their arms and legs were falling off. Some, you could see their insides popping out as they held their stomachs. I looked in the river and it was full of dead bodies, all the way up Hirose River and into the river at Nakahiro. They were all charred, naked and bloated. Their arms and legs were straight. It’s hard to explain. You wouldn’t think they were people. They looked like logs rolling around…
Voordat ik ‘Hiroshima’ gezien had, geloofde ik toch wel dat er een bepaalde rechtvaardiging voor het bombardement te geven was. Dankzij de atoombommen is – door de onmiddellijke overgave van Japan na de tweede atoombom op Nagasaki – het leven van mogelijk duizenden militairen gespaard. En de oorlogsmisdaden begaan door het Japanse leger – in ‘Ons Indië’, en vooral ook in China – doen op geen enkele manier onder voor die van Nazi Duitsland, niet in aantal en ook niet in wreedheid. Dus is medelijden hier wel op zijn plaats?
Maar toch…
Als ik écht tot me laat doordringen wat de bewoners van Hiroshima is aangedaan, dan voel ik maar één conclusie: hiervoor is er geen enkele rechtvaardiging…
(De ooggetuigenverklaringen zijn te vinden op de website van de National Peace Memorial Hall for the Atomic Bomb Victims in Hiroshima and Nagasaki.)
In 2012 en 2013 plaatste het Boeddhistisch Dagblad elke veertien dagen het relaas over de belevenissen in een Japans klooster van Bertjan Oosterbeek. Hij bracht daar een jaar door. Wij plaatsen nu opnieuw de hele lezenswaardige serie, echter in een hogere frequentie.
De verhalen ‘Sogenji desu – verhalen uit een Japans zenklooster’ zijn gebundeld en verkrijgbaar als boek en e-book.
Bertjan Oosterbeek schrijft nog meer verhalen, ook over zen. En die zijn te lezen op zijn website www.bertjanoosterbeek.wordpress.com?
(c) 2013 Bertjan Oosterbeek
Piet Nusteleijn zegt
Na dit gelezen te hebben is er meer realisatie en deel ik voor de eerste keer volmondig de conclusie: geen rechtvaardiging.