Het klinkt misschien onwaarschijnlijk, maar ik had me eigenlijk nooit gerealiseerd dat ik in een echt zenklooster terecht zou komen. Ook al had ik vooraf op internet de foto’s en video’s van Sogenji gezien, ook al had ik de week ervoor ik weet niet hoeveel tempels in Kyoto en Hiroshima bezocht, toch was het niet bij me doorgedrongen dat ook Sogenji er als zo’n zentempel uit zou zien. Misschien wel omdat zen in Japan veel boeddhistischer is dan in Nederland.
Hier in Nederland draait zen toch vooral zazen – zittend mediteren op een kussentje – met, hoe je het ook wendt of keert, ‘beter in je vel zitten’ op de eerste plaats. In Japan staan echter de Boeddha en zijn opgave to liberate all sentient being centraal. En op de één of andere manier weerspiegelt alles in een zenklooster – de tempels, de sierlijke tuinen, de oneindige hoeveelheid boeddhabeelden, de geur van wierook – deze niet geringe opgave. Misschien voelde ik me daarom toch wel een beetje geïntimideerd toen ik onder de toegangspoort over de drempel van Sogenji stapte.
Meteen werd ik voor een dilemma gesteld, want vanaf de ingang liepen er door het bos van esdoorns, pijnbomen en enorme coniferen drie paden het terrein op. Het middelste pad met grote, platte, min of meer op elkaar aansluitende keien was overduidelijk het belangrijkst. Het liep via een mooi stenen boogbruggetje over een grote, vierkante vijver met lotusbloemen en koikarpers richting de sanmon, de geheel uit donkerkleurig hout opgetrokken hoofdpoort van Sogenji. Door de poort heen kon je verderop de hondo – de hoofdtempel – al zien liggen. Links en rechts van dit pad liepen er met een bochtje twee meer bescheiden zandpaden in min of meer dezelfde richting.
Verder was er nergens een mens te bekennen. In de trein naar Okayama had ik me al afgevraagd of er hier bij de ingang – net als bij alle tempels die ik in Kyoto bezocht had – een hokje voor de kaartverkoop zou staan en hoe ik dan aan een ongetwijfeld Japanse monnik zou moeten uitleggen dat ik hier niet als toerist kwam, maar als student. Of die me dan een hartelijk welkom zou heten of me juist totaal onbegrijpend zou aanstaren. Dat ik dan – net als Janwillem van de Wetering – wellicht eerst op mijn zware tas met wieltjes, en vervolgens op de hondo zou moeten wijzen… Maar niks van dat alles, niemand te bekennen hier.
Omdat ik mezelf nog niet met mijn zware tas – al had ‘ie ook wieltjes – over het keienpad zag lopen (dat dat een goede inschatting was, zou later nog wel blijken bij de takuhastu, toen we met zelfgevlochten touwschoentjes over diezelfde keien zouden lopen) koos ik ervoor om dan maar het rechter zandpad af te lopen. Aan de mooie patronen in het zand te zien moest het die ochtend netjes aangeharkt zijn, maar inmiddels waren er overal voetstappen te zien. Aan het eind van het pad was een kleine poort waar ik onderdoor liep. Daarachter stond een grote deur open van waaruit het geluid van schuiven tafels, pannen en dat soort dingen kwam.
En weer even later stond ik in de keuken van Sogenji, waar de hele sangha zojuist geluncht had en nu druk bezig was om de tafels af te ruimen en af te wassen. Vandaar dat ik niemand had gezien! Een vrouw met een kaalgeschoren hoofd en een samugi (zenpak) aan kwam op me af. “Hi, you must be BJ… or is it JB?” Dat moest Chisan zijn, de hoofdassistent én tolk van Roshi himself. ‘Look everybody, BJ is here!!!’ Meer dan wat verbaasde blikken mijn kant uit leverde dat in eerste instantie niet op, maar opgelucht bedacht ik me dat ik toch in ieder geval verwacht was. Toen kwam van achteruit de keuken met een stralende glimlach Marloes op me aflopen. Ze omhelsde me en heette me welkom. Ik was in Sogenji! Het avontuur kon beginnen.
In 2012 en 2013 plaatste het Boeddhistisch Dagblad elke veertien dagen het relaas over de belevenissen in een Japans klooster van Bertjan Oosterbeek. Hij bracht daar een jaar door. Wij plaatsen nu opnieuw de hele lezenswaardige serie, echter in een hogere frequentie.
De verhalen ‘Sogenji desu – verhalen uit een Japans zenklooster’ zijn gebundeld en verkrijgbaar als boek en e-book.
Bertjan Oosterbeek schrijft nog meer verhalen, ook over zen. En die zijn te lezen op zijn website www.bertjanoosterbeek.wordpress.com?
(c) 2012 Bertjan Oosterbeek
http://www.bertjanoosterbeek.nl