Als je het internet moet geloven dan was de Boeddha een wereldvreemde zwever die zich vooral bezighield met het posten van onbenullige memes op Facebook. Geen spoor van de politieke realiteit waarbinnen de Boeddha leefde en onderrichtte.
Het Noord-India van die tijd was een verzameling van koninkrijken en republieken, die elkaar belegerden, probeerden in te palmen of uit te moorden. De Boeddha en zijn monniken leefden zonder bezit en waren daardoor afhankelijk van de leken, inclusief de machthebbers. De Boeddha onderhield met sommigen van hen uitstekende relaties.
Een van die machthebbers was Ajatasattu, koning van Magadha. Ajatasattu had de troon bestegen na zijn vader koning Bimbisara te hebben vermoord. (Volgens Terry Pratchett moet vermoord worden voor koningen als een natuurlijke doodsoorzaak gezien worden.)
Op een dag zond Ajatasattu zijn eerste minister Vassakara naar de Boeddha om raad. Ajatasattu had al verschillende omliggende staten ingelijfd. De vraag waarmee hij Vassakara naar de Boeddha stuurde, was of het wijs zou zijn om het gebied van de Vajji’s aan te vallen.
In plaats van meteen te antwoorden stelt de Boeddha een aantal vragen. ‘Houden de Vajji’s regelmatig bijeenkomsten en komen ze daarbij eendrachtig tot beslissingen? Houden ze zich aan hun grondwetten en tradities? Respecteren ze de ouden van dagen, gaan ze respectvol met vrouwen om? Respecteren ze hun heiligdommen en hun wijzen?’
Op al deze vragen is het antwoord bevestigend. ‘Als dat zo is’, zegt de Boeddha ‘is er bloei voor hen te verwachten, geen verval.’ Vassakara besluit hieruit: ‘Dan heeft het op dit ogenblik geen zin om met de Vajji’s in strijd te gaan behalve door middel van intriges en het zaaien van tweedracht.’ (DN16)
Met een beetje feeling voor complottheorie zou je kunnen denken dat deze sutra verplichte literatuur moet zijn voor de medewerkers van sinistere organisaties als Cambridge Analytica.
De vragen van de Boeddha gaan over hoe mensen samenleven. Het verbaast mij altijd dat oude teksten uit een ander cultuur zo actueel kunnen klinken. Doorheen alle cultuurverschillen zijn er blijkbaar algemeen menselijke elementen in samenlevingen.
Ik noem het, in een moderne taal, vrijheid en verbondenheid. Die zijn niet met elkaar in tegenspraak, ze impliceren elkaar. Een samenleving kan maar functioneren als het bestaansrecht van haar leden gerespecteerd wordt. We zijn verbonden. Niemand van ons zou bestaan als niet ooit een aantal mensen iets samen gedaan hadden. Vrijheid zonder verbondenheid is willekeur. Verbondenheid zonder vrijheid is totalitair. Beide zijn onleefbaar.
Er zijn ook grote verschillen. Je zou je bij voorbeeld kunnen afvragen hoe het in de tijd van de Boeddha zat met de scheiding van kerk en staat. Die was er duidelijk niet. Maar je kunt maar over scheiding van kerk en staat spreken als je een staat hebt én een kerk. Een staat was er, een kerk niet. Samana’s zoals de Boeddha stonden hoog in aanzien, maar omdat ze thuisloos leefden, zonder bezit en zonder macht vormden ze voor de machthebbers geen bedreiging.
Scheiding van kerk en staat is een Europese oplossing voor een Europees probleem. Eerst was er een sterk centraal georganiseerd en machtig instituut, de Kerk, die het wettelijke gezag legitimeerde. Vervolgens viel dat instituut uit elkaar in een aantal schisma’s wat leidde tot decennia van (godsdienst)oorlogen.
Pacificatie werd bereikt in wat we de periode van de Verlichting noemen (eind 18de eeuw). Zowel de Franse revolutie, als Kant’s artikel “Wat is Verlichting?’, als onze grondwetten stammen uit die tijd. In de Belgische grondwet lezen we bij voorbeeld :
Artikel 19
De vrijheid van eredienst, de vrije openbare uitoefening ervan, alsmede de vrijheid om op elk gebied zijn mening te uiten, zijn gewaarborgd, behoudens bestraffing van de misdrijven die ter gelegenheid van het gebruikmaken van die vrijheden worden gepleegd.
Met andere woorden, je mag geloven en verkondigen wat je wil zolang je daarbij de wet respecteert. De Kerk legitimeert niet langer de wettelijke macht, maar omgekeerd. Er is godsdienstvrijheid maar die blijft onderworpen aan de wet.
De ‘waarden van de verlichting’ zijn weer helemaal in. Er wordt te pas en te onpas mee gezwaaid. Als een islamitische partij voorstelt om mannen en vrouwen op de bus te scheiden, of als een orthodox joodse politicus op religieuze gronden weigert een vrouw de hand te schudden, dan laait Twitter op: ‘Geen enkele toegeving op de waarden van de verlichting. Wie anders wil, kan beter elders gaan.’
Wat zijn die waarden van de verlichting waar zoveel mee geschermd wordt? Daar is geen eenduidig antwoord op te geven. De Verlichting is een brede heterogene beweging met filosofische, sociale, economische en politieke aspecten. Zowel het socialisme als het liberalisme vinden er hun grondslag in.
Bij gebrek aan eenduidigheid neem ik een van de slogans van de Franse revolutie: ‘Vrijheid, Gelijkheid, Broederlijkheid’. Het zijn waarden die in de Verlichting op de voorgrond treden. Ik kies ze omdat ook dit samenlevingswaarden zijn.
Hoe revolutionair de revolutie ook was, deze waarden betekenen een terugkeer naar basale menselijke waarden: vrijheid en verbondenheid. Zeker, ze krijgen in dit tijdsgewricht een nieuwe vormgeving. Op een ogenblik waarin de samenleving gebukt gaat onder oorlogen, uitbuiting en onderdrukking door de wereldlijke macht, daarin gesteund door de kerkelijk macht, wordt een krachtige keuze gemaakt voor menselijkheid.
Deze waarden vormen ook de basis van ons huidig politiek bestel. Socialisten leggen het accent wat meer op de solidariteit en liberalen op de vrijheid maar uiteindelijk onderschrijven ze dezelfde principes. De tegenstellingen kunnen voor ons groot lijken, vanuit het Ancien Regime gezien zijn het niet meer dan kleine accentverschillen.
De afgelopen decennia zijn daar twee belangrijke thema’s bijgekomen. Door de ecologische problematiek beginnen we te beseffen dat samenleven alleen maar kan binnen het ecologisch systeem waar we deel van uitmaken. In de globalisering is samenleven een grootschaliger noodzaak geworden.
Vassakara begreep heel goed hoe je een samenleving kunt ondermijnen: ‘door middel van intriges en het zaaien van tweedracht.’ Ook dat is niets nieuws. De geschiedenis staat er bol van.
Waar zit de bedreiging voor de waarden van de Verlichting? Die bedreiging komt niet van buitenaf. Enkele jaren geleden kwam er in Vlaanderen een partij op met als verkiezingsslogan ‘Eigen Volk Eerst’. De partij werd daarna verboden wegens racisme, maar maakte meteen een doorstart onder een licht gewijzigde naam. Ondertussen is deze ideologie in een nauwelijks getemperde vorm gemeengoed geworden.
Wat een verschil: een partij die zich baseert op menselijke waarden, of een partij die zich expliciet baseert op eigenbelang! Het is een internationaal fenomeen aan het worden: Brexit, America First … We zien een normalisering van het eigenbelang ten koste van het algemeen menselijke. Rechters die daar niet in meegaan worden wereldvreemd genoemd. ‘There Is No Alternative’.
Een van de argumenten is de hypocrisie en de corruptie bij de traditionele partijen, ondanks al hun mooie waarden. Zeker. Maar als we de waarden weggooien zijn we ze kwijt. Dan kunnen we er zelfs niet meer in mislukken. Als menselijkheid niet langer de norm is, dan wordt onmenselijkheid normaal.
Merkwaardig genoeg zijn het dezelfde partijen die het hardst willen optreden tegen criminaliteit. Maar wat is de basis van criminaliteit? Criminaliteit is gebaseerd op eigenbelang zonder verbondenheid.
Tekenend is hoe er wordt ingespeeld op angst en wantrouwen. Zonder vertrouwen is geen samenleven mogelijk. Zonder vertrouwen kunnen we de straat niet oversteken, kunnen we ons geld niet op de bank zetten, kunnen we zelfs niets in onze mond steken. Misbruik van vertrouwen roept grote morele verontwaardiging op omdat het de basis van het samenleven aantast.
Sommige mensen weten die verontwaardiging handig te bespelen. Dat is misbruik van wantrouwen. Het mechanisme is doorzichtig: je speelt in op bestaande angst en ongenoegen, desnoods creëer je die zelf, en dan positioneer je jezelf als degene die het allemaal zal oplossen: ‘Vertrouw mij!’.
Misbruik van wantrouwen zou een even grote morele verontwaardiging moeten wekken als misbruik van vertrouwen, want het tast evengoed de basis van het samenleven aan. Het is de taak bij uitstek van politici om vertrouwen te bewerkstelligen. Helaas is de demagogie van angst en wantrouwen zoveel gemakkelijker.
Een tweet als ‘Geen enkele toegeving op de waarden van de verlichting. Wie anders wil, kan beter elders gaan’ is geen pleidooi voor de waarden van de verlichting. Het is een aanval op een minderheid. Het is een van de realisaties van de Verlichting dat ook een minderheid de vrijheid heeft om haar mening te uiten maar die mening nooit kan opdringen. Dat heet democratie.
Het speelt zich niet allemaal af boven onze hoofden. We mogen ons de machteloosheid niet laten aanpraten. Politiek speelt zich af op alle niveaus. Onze samenleving wordt niet gemaakt door politici maar door hoe wij samenleven. De bottomline van de samenleving zijn de keuzes die wij daarin maken.
In die zin is zen politiek. De bodhsisattvagelofte ‘Hoe talloos de levende wezen ook zijn, ik beloof ze alle te bevrijden’ is een oude boeddhistische verwoording van de keuze voor bevrijding en solidariteit.
Toen Rhys David in de 19de eeuw er voor koos om het boeddhistische ‘bodhi’ te vertalen door ‘enlightenment’, was dat een expliciete verwijzing naar de westerse Verlichting. Hij wilde bewust aantonen dat het onderricht van de Boeddha op dezelfde waarden gebaseerd was.
Zen is politiek. We komen samen. We zijn bereid om te kijken. Van daaruit nemen we onze verantwoordelijkheid om te zien, te benoemen, keuzes te maken en te handelen.