• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Boeddhistisch Dagblad

Ontwart en ontwikkelt

Header Rechts

Twaalfde jaargang

Zoek op deze site

  • Home
  • Agenda
    • Geef je activiteit door
  • Columns
    • Andre Baets
    • Dharmapelgrim
    • Bertjan Oosterbeek
    • Dick Verstegen
    • Edel Maex
    • Emmaho
    • Goff Smeets
    • Hans van Dam
    • Joop Hoek
    • Jules Prast
    • Paul de Blot
    • Ramo de Boer
    • Rob van Boven en Luuk Mur
    • Ronald Hermsen
    • Theo Niessen
    • Xavier Vandeputte
    • Zeshin van der Plas
  • Nieuws
  • Contact
    • Steun het BD
    • Mailinglijst
  • Series
    • Boeddha in de Linie
    • De werkplaats
    • Recepten
    • De Linji Lu
    • De Poortloze Poort
    • Denkers en doeners
    • De Oude Cheng
    • Meester Tja en de Tao van Niet-Weten – alle links
    • Fabels door Goff
    • Cartoons van Ardan
    • Tekeningen Sodis Vita
    • De derwisj en de dwaas
  • Over ons
    • Redactiestatuut van het Boeddhistisch Dagblad
    • Redactieformule van het Boeddhistisch Dagblad
  • Privacy

Home » Boeddhisme » Japans boeddhisme » Bodai deel XX – Het boze herderinnetje

Bodai deel XX – Het boze herderinnetje

28 mei 2016 door Zeshin van der Plas

Hoe ontelbaar de levende wezens ook zijn, ik beloof ze allemaal te redden.
Hoe enorm mijn fantasie daar over ook is, ik beloof te leren de werkelijkheid onder ogen te zien.
Hoe lang ik daar ook voor zal moet leren, ik beloof het onder de knie te krijgen.
Hoe lang ik ook met dit alles bezig zal zijn, ik beloof het helemaal af te maken.

Het herderinnetje ziet de mannen in het bos verdwijnen. Ze zegt: ‘Wat doen ze nou raar, het zijn toch je vrienden, zijn ze boos?

‘Ach meisje’, zegt Bodai, ‘ze gaan zo op in hun ontsnappingspoging uit dit aardse tranendal dat ze alleen daar mee bezig zijn. Iemand die niet mee kan komen laten ze achter, die houdt ze alleen maar op.’
‘Ja, maar hoe zit het dan met hun gelofte alle levende wezens te redden alvorens zelf het Nirwana te betreden? ’
‘Dat is wat ze willen, dat is waar ze voor leven maar ze weten dat ze nog niet ontwaakt zijn. Ze zijn nog op weg naar het bodhisattvaschap. En ze willen niet als een blinde hun volgelingen mee de afgrond in sleuren.’
‘Maar,…. hoe zit dat dan met hun karuna, het mededogen?’
‘Ze zeggen, pas als je ontwaakt bent weet je wat mededogen is.’

Het herderinnetje word steeds bozer en zegt: ‘Uit wat voor gesteldheid heb ik mijn lunch aan jou gegeven? Uit medemenselijkheid, uit werkelijk mededogen. Wat zoeken die uitgemergelde skeletten daar in dat bos, een stelletje eigenheimers zijn het. Mededogen kun je op elke straathoek praktiseren, niet in dat bos. Ze onttrekken zich er aan, lafbekken zijn het.

Woedend staat het meisje op en zegt: ‘Stelletje nepheiligen.’ Ze roept haar geiten bij elkaar en drijft ze voor haar uit het bamboebos in. Even later klinken verschrikte kreten, gekraak en luid geblaat uit het bamboebos. Na een tijdje houdt het geluid van gekraak en geblaat op en klinken er alleen nog wat opgewonden stemmen uit het bamboebosje.

Bodai is er van overtuigd dat niemand serieus gewond is, hij neemt nog een hapje van de rijstepap en gaat languit achterover liggen en denkt: ‘Er gebeurt nogal veel in het bamboebosje, of gebeurt het in mijn hoofd? Ik sluit mijn ogen en de wereld van het zien verdwijnt. Ik stop mijn vingers in mijn oren en de wereld van het geluid verdwijnt. Is de struisvogel wijs? Hoe verdwijnt de wereld van het gevoel? Al de andere zintuigen kun je min of meer uitschakelen, maar gevoel?

‘Ze is gek geworden, het hele kamp ligt aan puin.’ Hijgend komt Acwajit met zijn handen op het hoofd het bamboebos uit rennen en ploft naast Bodai neer. Bodai houdt de kom van het herderinnetje voor de neus van Acwajit en zegt: ‘Neem wat, het smaakt heerlijk.’ Langzaam komt Acwajit een beetje tot rust en zegt: ‘Wat is er toch aan de hand.’

‘Een boos herderinnetje,’ antwoordt Bodai.
‘Waarom, wat hebben we verkeerd gedaan?
‘Ik weet niet wat je verkeerd hebt gedaan, ik weet niet eens wie ik ben laat staan dat ik zou weten wat u verkeerd heeft gedaan.’
‘Het hele kamp ligt in puin.’
‘Ja, dat had u al geroepen, maar het stelde toch al niet veel voor. Een beetje bamboe, wat hooi en een ouwe gedeukte pan.’

Mijmerend zegt Bodai: ‘Het is allemaal wat het is in de ogen van de waarnemer,… maar wat is gevoel?’

Onwillekeurig gaat zijn hand naar zijn pezige bovenbeen en drukt er met zijn nagels hard in. Als bij toverslag een kreet van pijn en de mijmering verdwijnt. Acwajit kijkt verbaasd, niet-begrijpend naar Bodai.

Onbelemmerd dondert de wereld helder en scherp door zijn ogen naar binnen. Hij staat op en grijpt Acwajit bij de schouders en roept: ‘Je moet eten anders krijg je anorexia. Helderheid, tegenwoordigheid van geest zit in de rijstepap, neem wat.’

Acwajit staat verslagen op en zegt: ‘Alles en iedereen is hier gek geworden, ik ben te oud en te moe om een nieuw kamp op te bouwen.’ En terwijl hij het bos in sjokt roept Bodai: 

‘Zolang we ons zelf niet kennen en ik, mij, mijn, vastgrijpen als vals begrip van onszelf maken we onze wereld zo klein, zo’n klein afgebakend mini ikje. Een fractie van het geheel, een zandkorrel op het strand. Een wolkje aan de hemel. Knijp eens in je arm en je bent één met alles.’ 

Zonder zich om te draaien zwaait Acwajit met zijn hand achterwaarts en loopt verder het bos in. Bodai staat op, zijn hoofd doet raar- hij staat wankel op zijn benen. Behoedzaam loopt hij met de kom in zijn hand langs de rivier. Hij hoopt dat een wandeling de mist en de flitsen uit zijn hoofd zullen verdrijven. Voorzichtig knijpt hij nog een keer in zijn arm, hij is verward. Na een paar honderd meter gelopen te hebben laat hij zich tegen een banyanboom zakken. De rivier schittert in het zonlicht en begint in het Westen oranje te kleuren. Bodai neemt nog een hapje van de rijstepap, wat hem een weldadig gevoel geeft en de wereld, de rivier en het zonlicht zo mooi maakt. Zuchtend ervaart hij de wereld als een sprookje, wetend dat alles verandert, er geen houvast is en alles glitter en schittering is.

Dan is het stil, de wind speelt met de blaadjes van de  banyanboom. Golfjes kabbelen tegen de oever van de rivier. De wind brengt flarden van het geblaat van de geitjes die het herderinnetje voor zich uit drijft naar huis. Rust,…stilte  er is niets veranderd alles is wat het is, alles verandert en trekt aan hem voorbij. Bodai kijkt in de magische put van de stilte het water is zwart en rimpelloos.

Langzaam verschijnen er sterren in het wateroppervlak, waar in het midden een kom sneeuwwitte rijstepap drijft- als een zilveren zwaan van schuim en schitterring. De storm in zijn lijf is gaan liggen, er is niets afwezig- de rivier, de boom, het bamboebosje, de gieren in de lucht, buiten is er niets afwezig, binnen is een stille schittering.

Een schittering van tijd, verweven met de oppervlakte van het rimpelloze zwarte water,een sneeuwwitte kom rijst gedragen door de tijd, gedragen door de geest van het innerlijk meer. Rustig zit Bodai met zijn rug tegen de banyanboom en geniet van de afwezigheid van verstoring en disharmonie. Hij realiseert zich dat harmonie het fundament van disharmonie is en nog steeds gevangene van illusie, glitter en reflectie is.

De stem van Acwajit is als kleverige hars in zijn geheugen blijven hangen; ‘wat is je gelofte nog waard, alles, alles is verloren’. Bodai denkt: ‘Hij had gelijk, ik ben nog steeds een kind dat in de modder speelt, als ik denk dat ik de modder heb afgeveegd zit het aan mijn andere hand, op mijn armen en benen en in mijn gezicht. De hebzucht, de gehechtheid zit nog aan alle kanten aan mij vast gekleefd als  hars van een dennenboom. Ik zit vast aan net zo veel illusies als de glitter weerspiegeling van de maan op de rivier. Hoe kom ik los uit het net van verwarring en pijn.

Acwajit had gelijk, maar ik zal hem het ongelijk in zijn schoot werpen, Ik blijf hier zitten, ik zal deze plek niet verlaten voordat ik vrij van hebzucht, afgunst en dwaling ben. Tot mijn mededogen net zo grenzeloos is als de hemel. Zo dat alle levende wezens  kunnen uitrusten in hun eigen gewaarzijn. Dat is mijn gelofte en eerder verlaat ik deze plaats niet.’

Bodai haalt diep adem en verzinkt in het zwart van het wateroppervlak.

 

Categorie: Columns, Japans boeddhisme, Zen, Zeshin van der Plas Tags: bodai

Lees ook:

  1. Bodai en het redden van alle levende wezens
  2. Bodai deel VII – een zware last
  3. Bodai XV – ‘Ik ben geen bedelaar, maar een monnik’
  4. Bodai III- Zwerver zonder lichaam

Elke dag het BD in je mailbox?

Elke dag sturen we je een overzicht van de nieuwste berichten op het Boeddhistisch Dagblad. Gratis.

Wanneer wil je het overzicht ontvangen?

Primaire Sidebar

Door:

Zeshin van der Plas

Zenleraar, oud-globetrotter, oprichter van Suiren-ji zencentrum. Schrijver van versjes, liefhebber van het leven. www.zencentrum.nl 
Alle artikelen »

Agenda

  • Agenda
  • Geef je activiteit door
  • Locaties
  • Overzicht op kaart

Ochtend- of avondeditie

Ochtend- of avondeditie ontvangen

Abonneer je

Elke dag gratis een overzicht van de berichten op het Boeddhistisch Dagblad in je mailbox.
Inschrijven »

Agenda

14 sep
Tao en geluk; vijf bijeenkomsten
14 sep 23
30 sep
retraite Bhikkhu Analayo
30 sep 23
03 okt
cursusreeks Dhammakaya meditatie
3 okt 23
04 okt
Online lezingenserie ‘Vertrouwd raken met de cyclus van leven en dood’ (1)
4 okt 23
05 okt
Unity in Duality: Opleiding in de Boeddhistische psychologie en filosofie.
5 okt 23
  • bekijk de agenda
  • De werkplaats

    De werkplaats.

    Boeddhistische kunstenaars

    Artikelen en beschrijvingen van en over het werk van boeddhistische kunstenaars. Lezers/kunstenaars kunnen zich ook aanmelden met hun eigen werk.
    lees meer »

    Pakhuis van Verlangen

    In het Boeddhistisch pakhuis van verlangen blijven sommige teksten nog een tijdje op de leestafel liggen.

    De taal van het lijden  (deel 1 van 3)

    gastauteur - 20 september 2023

    De taal welke zich op verschillende momenten in ons leven aan ons openbaart, meestal in de vorm van verlies, pijn en verdriet, het diep begrijpen ervan, te leren het lijden te omarmen, er ruimte voor te creëren, zodat het uiteindelijk los kan komen.  Leren één te worden met de ontvouwing van het leven en het ontdekken, blootleggen en hervinden van deze nobele waarheid. Hoewel dit vaak een erg zware taak lijkt, en voor velen van ons te moeilijk om zelfs maar over na te denken, ligt er binnen dit proces van herkennen en het omarmen van lijden, een ontvouwen van kalmte, vreugde, vrede en harmonie met onszelf en de wereld om ons heen. Elke keer dat we dichter bij deze ontvouwing komen, tillen we een klein stukje van de sluier op die ons ware wezen omhult.

    Taigu – Tibetaans bijgeloof op gespannen voet met anatman

    Taigu - 19 september 2023

    Het geloof dat Tibetaanse boeddhisten vertegenwoordigen in de zielsverhuizing van de dertiende naar de veertiende Dalai Lama, en bij diens overlijden naar de vijftiende, onderstreept nog eens de ondoorzichtige magie waarvan het Tibetaanse boeddhisme is doortrokken. Je zou het een scepticus niet kwalijk kunnen nemen, wanneer deze de conclusie trekt dat bij de overgang van de ene op de andere Dalai Lama een loopje wordt genomen met het leerstuk van anatman, een van de klassieke hoekstenen van het boeddhisme.

    Ardan, van zenleraar tot brugwachter – ‘Je opent de brug en je sluit ‘m weer. Bijna zen.’

    Ardan - 11 september 2023

    'Ik wil mezelf niet opzadelen met titels. En bovendien zei me de titel 'zenleraar' niet zoveel. Was ik nu anders geworden? Kon ik nu beter mensen begeleiden dan daarvoor? Het klopte voor mij niet. Datgene wat mij het meest gebracht had, namelijk die vrije vrouw/man zonder titel liep nu met een titel rond. En dat beviel me niks.'

    Pseudo-Cicero, pseudo-troost?

    Erik Hoogcarspel - 11 september 2023

    Cicero voert in zijn epistel aan dat we niet overmatig moeten rouwen om de dood van een geliefde, omdat er bij de dood voor de geliefde zelf weinig verloren gaat. Het leven is nu eenmaal niets dan ellende. Als je de pech hebt geboren te zijn geworden, kun je maar beter gauw dood zijn. Je hoeft ook niet oud te worden om te slagen in het leven.

    Wat loert daar in de duisternis?

    Kees Moerbeek - 10 september 2023

    Eeuwenlang zwierven ze in de bergen, de bossen, de velden, in de rivieren en langs de kust en joegen de Japanners de stuipen op het lijf of belaagden ze. Ze zijn ook nu niet weg te denken, de yokai.

    Meer onder 'pakhuis van verlangen'

    Footer

    Boeddhistisch Dagblad

    over ons

    Recente berichten

    • Waarom het Ware Zelf altijd te vroeg juicht
    • Het jaar 2023 – dag 255 – rouw
    • Hisamatsu’s Gelofte aan de mensheid
    • Over de Lotus-soetra (40B): Intermezzo
    • Beeldgedicht – Schervenlicht

    Reageren

    We vinden het geweldig om reacties op berichten te krijgen en op die manier in contact te komen met lezers, maar wat staan we wel en niet toe op de site?

    Over het BD

    Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten.
    Lees ons colofon.

    Zie ook

    • Contact
    • Over ons
    • Columns
    • Reageren op de krantensite

    Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten. Lees ons colofon.